Arbeidsinzet - voor de docent: info

 
In de Europese Unie staat het iedere inwoner vrij een baan te zoeken in eigen land of in een andere lidstaat van de unie. Daarom mag je als Nederlandse ingezetenen zelf bepalen of je in Duitsland gaat werken of in eigen land, of in een ander EU-land. Ook mag niemand je dwingen om een baan te accepteren die je helemaal niet wil doen. Tot in 1938 was dat ook al zo. Ook toen gingen Nederlanders vrijwillig in het buitenland werken, bijvoorbeeld in Duitsland. 

Daarna, en vooral tijdens de Duitse bezetting werden er mensen steeds meer gedwongen om in Duitsland aan het werk te gaan. Ook nam het aantal mesen dat gedwongen in Duitsland werkte toe. Hierbij speelde de invoering van de arbeidsinzet een cruciale rol.

Leerlingen volgen in deze les stap voor stap hoe dit uiteindelijk leidde tot de massale inzet van Nederlandse dwangarbeiders die met geweld werden weggevoerd om in de Duitse economie te werken die helemaal ingericht was op het voeren van oorlog.

Plan van aanpak
Voor deze les trekt u 1 uur uit.

De leerlingen maken de opdracht in de les in zeven groepen. Iedere groep leest Bron: Dwangarbeid, kijkt de andere titels van de bronnen door en kiest er hiervan één uit om er een pamflet te maken. Let er wel op dat al deze bronnen aan bod komen.

Iedere groep maakt er een pamflet waarmee geprotesteerd wordt tegen de stap in het inzetten van arbeiders in Duitsland die in de bron wordt beschreven.

Als iedereen klaar is, kijkt u de pamfletten na.

Kerndoelen
36. De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen, en daarbij respectvol met kritiek om te gaan.

37. De leerling leert een kader van tien tijdvakken te gebruiken om gebeurtenissen, ontwikkelingen en personen in hun tijd te plaatsen. De leerling leert hierbij over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken:

– tijd van wereldoorlogen (1900–1950)
40. De leerling leert historische bronnen te gebruiken om zich een beeld van een tijdvak te vormen of antwoorden te vinden op vragen, en hij leert daarbij ook de eigen cultuurhistorische omgeving te betrekken.

 

verwante lessen

Login Form