Mensen in hokjes


Over iedereen met wie we te maken krijgen, hebben we wel een mening. Soms al voordat we iemand leren kennen. Soms veranderen we van mening over iemand, als we hem of haar beter hebben leren kennen. Als we over iemand een mening hebben, die berust op een te geringe kennis over die persoon, noemen we dat het hebben van een vooroordeel over iemand. Soms hebben we vooroordelen over een hele groep van mensen. Die zijn bijna altijd feitelijk onjuist. Dat blijkt dan als je nader kennis gemaakt hebt met meerdere mensen van die groep.

Hoe dan ook: vooroordelen hebben we allemaal wel, soms zonder dat je dat zelf in de gaten hebt.

montage

 


 

opdrachtWanneer is dat erg? En waarom dan? Dat ga je na voor jezelf en met de hele klas.

Eerst leer je wat vooroordelen en stereotypen zijn.

Daarna ga je zelf aan de hand van de bronnen in de les na, wanneer voor jou vooroordelen en stereotypen niet door de beugel kunnen.

Samen stellen jullie een protocol voor de klas op, om vooroordelen en stereotypen die schadelijk zijn, af te wijzen.

 


 

werkinuitvoeringeenuurVoor deze opdracht krijg je 1 lesuur de tijd. 

Lees eerst de bronnen door. Je mag dat in je eentje doen, maar ook samen met een klasgenoot. Noteer voor jezelf wanneer vooroordelen en stereotypen nog acceptabel zijn en wanneer niet. Voor dit gedeelte van de opdracht krijg je 30 minuten de tijd.

De resterende tijd is voor het tweede deel van de opdracht. In dat deel gaan jullie samen met je leerkracht een protocol opstellen om aan te geven wanneer vooroordelen en stereotypen acceptabel zijn en wanneer niet.

Dit protocol houden jullie samen aan of met de alle leerlingen en leerkrachten van je school.

 



Een oordeel is een uitspraak die goed- of afkeurend kan zijn, en juist of onjuist.  

Een vooroordeel is een mening die mensen al bij voorbaat hebben over andere (groepen) mensen, zonder te weten of die mening wel feitelijk juist is.

Dus: als je op grond van zaken als iemands uiterlijk, afkomst of religie je mening al over iemand of een hele groep klaar hebt, zonder dat je die persoon of meerdere leden van die groep feitelijk kent, heb je een vooroordeel.

Een stereotype is je alle leden van een groep één bepaalde eigenschap toedicht zonder na te gaan of alle leden van die groep wel die eigenschap hebben.

helssangelLeden van Hells Angels

Sommige stereotypen zijn grappig of positief. Je kunt bijvoorbeeld ervan overtuigd zijn dat alle Duitsers altijd hard werken of dat alle Italianen van opera houden.

Vooroordelen zijn meestal negatief. Ze kunnen vernederend zijn en ze kunnen als excuus worden gebruikt om bepaalde mensen ongelijk te behandelen, of deftig gezegd: te discrimineren. Discriminatie is bij de wet verboden.

Mensen hebben vooroordelen omdat ze zich daarmee beschermd voelen tegen het onbekende dat ze als bedreigend ervaren. Maar die bedreiging is er in werkelijkheid bijna nooit. Als daar dus geen sprake van is, krijgt de groep mensen over wie het vooroordeel is gevormd, onterecht een negatief stempel.

Voordoordelen over individuen en groepen vormen en koesteren is altijd aangeleerd. Je wordt er dus niet mee geboren. Je kunt het ook weer afleren.

Omdat we vooral de dingen tot ons laten doordringen, die ondersteunen wat we toch al vinden, worden vooroordelen meestal bevestigd. Als we iets meemaken dat in strijd is met ons vooroordeel zeggen we: `Ja, maar dat is een uitzondering'. En prompt stellen we er weer een verhaal tegenover dat het vooroordeel bevestigt.

 



fransmanAls we mensen beoordelen, zijn we meestal niet neutraal. Ons oordeel wordt beïnvloed door het beeld dat we al van iemand hebben. Dat beeld kan zijn ontstaan in eerdere ontmoetingen, maar ook door wat we van anderen gehoord hebben.

Daarnaast spelen stereotypen een belangrijke rol, zoals "een Fransman draagt een alpinopet en heeft een snorretje"

Bij het beoordelen van mensen spelen niet alleen stereotypen een rol, maar ook of de persoon er ‘één van ons' is.

Als we mensen van onze eigen groep beoordelen zijn we meestal vrij precies en letten we vooral op individuele kenmerken van de betreffende persoon. Als we mensen van een andere groep beoordelen, zien we minder de individuele verschillen. Dan gaan we meer af op stereotypen over deze groep. We hebben ook de neiging om mensen van de eigen groep positiever te beoordelen dan mensen buiten de eigen groep.

 



Vooroordelen zijn vaak negatief en kloppen meestal niet met de werkelijkheid. Daardoor kunnen ze pijnlijke gevolgen hebben. Vooral als ze als excuus worden gebruikt om iemand oneerlijk te behandelen. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren als mensen solliciteren naar een baan. Het komt dan voor dat mensen met een achternaam, die niet Nederlands klinkt, minder kans hebben op die baan dan mensen met een Nederlands klinkende achternaam. Ook als de politie vaker mensen staande houdt met een donkere huidskleur dan mensen met een witte, is er sprake van een ongelijke behandeling.

politieagenten

Dit zijn twee voorbeelden van etnisch profileren. Etnisch profileren, mensen bepaalde kenmerken toedichten op grond van iemands (buitenlandse) afkomst, is  een vorm van discriminatie.

 



Door alle ophef over de affaire bij de Belastingdienst rond toeslagen voor de bekostiging van kinderopvang is het volgende beeld ontstaan: je mag bij Nederlanders met een dubbele nationaliteit nooit nagaan of ze misschien onterecht een uitkering krijgen omdat ze die dubbele nationaliteit hebben en daarom meer geneigd zouden zijn om te proberen onterecht die toeslag of uitkering te krijgen dan mensen met alleen de Nederlandse nationaliteit. Waarom niet, dat kun je lezen in Artikel 1 van de Grondwet.

Maar soms mag je mensen met een dubbele nationaliteit die een uitkering krijgen, wel degelijk extra onderzoeken vanwege die dubbele nationaliteit. Maar je moet er wel een reden voor hebben die op feiten en duidelijke regels is gebaseerd.

fraudealert

Zo kun je geen bijstandsuitkering krijgen als je een woning of ander vastgoed bezit. Als je die uitkering hebt gehad en men komt erachter dat je vastgoed bezit, dan moet je al het geld terugbetalen dat je als bijstandsuitkering hebt ontvangen.  Gemeenten weten dat sommige van hun inwoners, die een dubbele nationaliteit hebben, vastgoed bezitten in het land waar ze oorspronkelijk vandaan komen. Als mensen met een dubbele nationaliteit een bijstandsuitkering krijgen, gaat de gemeente na of ze al of niet vastgoed in hun land van herkomst bezitten. Zo ja, dan moeten ze het geld dat ze als uitkering hebben ontvangen, terugbetalen.

In 2018 kreeg de gemeente Eindhoven een berisping van de Centrale Raad van Beroep omdat die gemeente Nederlanders met de Turkse nationaliteit en met een bijstandsuitkering had gecontroleerd op het bezit van vastgoed terwijl dat niet was gebeurd bij mensen in de bijstand met de Marokkaanse of Surinaamse nationaliteit niet.

Andere uitkerende instanties hadden bij wel al die drie groepen van mensen in de bijstand controles uitgevoerd.

De reden waarom de gemeente Eindhoven alleen mensen met de Turkse nationaliteit had gecontroleerd is deze: wat betreft Turkije is het makkelijk na te gaan of mensen in de bijstand in dat land vastgoed bezitten of niet, maar voor Marokko en Suriname is dat juist heel moeilijk. In Turkije wordt namelijk nauwkeurig bijgehouden wie eigenaar is van alle woningen en ander vastgoed in het land. Alle gegevens hierover zijn actueel en compleet. Dat is niet het geval met de gegevens over vastgoed in Suriname en Marokko.

De gemeente had volgens de raad onterecht onderscheid gemaakt tussen mensen met de Turkse nationaliteit en mensen met de Marokkaanse of Surinaamse nationaliteit en daarmee aan discriminatie gedaan.

Naar: De rechtsstaat, column van Folkert Jensma in NRC Handelsblad van 5 en 6 september 2020.

 



Op 10 december 1948 namen de Verenigde Naties de Universele Verklaring van  de Rechten van de Mens (UVRM) aan.

Sindsdien is 10 december de Dag van de Mensenrechten. Vooral sinds de jaren tachtig worden op deze datum overal ter wereld manifestaties voor de mensenrechten georganiseerd. Voor 10 december 1998 werden wereldwijd door Amnesty International meer dan 13 miljoen handtekeningen verzameld ter ondersteuning van de 50ste verjaardag van de UVRM. Op deze dag wordt, bij toeval, ook de Nobelprijs voor de Vrede uitgereikt.

De verklaring werd ontworpen door de VN Commissie voor Mensenrechten.

uvrmDe UVRM is de eerste internationale bevestiging van de universaliteit van mensenrechten. Universaliteit betekent dat mensenrechten overal en altijd geldig zijn, ongeacht de tradities en de cultuur waarin mensen leven. De verklaring heeft geen bindende kracht, maar heeft in de loop der jaren grote morele betekenis gekregen als de belangrijkste internationale standaard van de mensenrechten.

Voor deze les zijn twee artikelen van bijzonder belang:

Artikel 1: Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Ze hebben allemaal  verstand en geweten, en behoren zich jegens elkander als broeders te gedragen.

Artikel 13: Iedereen heeft het recht om te gaan en staan waar hij wil, in eigen land en in het buitenland. Iedereen heeft het recht welk land dan ook te verlaten én terug te keren naar zijn eigen land.

 



Deze les gaat over een hebbelijkheid die we allemaal hebben, ook al denken we van niet: over mensen die om een of andere reden anders zijn dan wij, hebben we vaak een oordeel klaar, zonder dat we dat oordeel toetsen aan de feiten. Zo’n oordeel noemen we een vooroordeel. Ook dichten we alle mensen van een bepaalde groep soms eigenschappen toe, zonder eerst na te gaan of alle leden van die groep deze eigenschap wel hebben. Dan spreken we van een stereotype.

In beide gevallen delen we mensen steeds weer in hokjes in.

Leerlingen ontdekken waarom ook zij er vooroordelen en stereotypen op na houden en dat het niet altijd even onschuldig is.

Plan van aanpak
Voor deze les trekt u 1 uur uit. Eerst laat u de leerlingen de bronnen in de les lezen. Ze kunnen dat individueel doen, maar u kan dit ook in tweetallen laten doen.

Bij het lezen noteert iedere leerling voor zichzelf, of vooroordelen en stereotypen nog acceptabel zijn en wanneer niet. Voor dit gedeelte van de opdracht trekt u 30 minuten uit.

Daarna stelt u gedurende 20 minuten met de leerlingen een protocol voor de klas of de hele school op. In dit protocol komen regels die duidelijk moeten maken of vooroordelen en stereotypen acceptabel zijn of niet.


Deze les past bij:

Kerndoel 36: De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen, en daarbij respectvol met kritiek om te gaan.

Kerndoel 39: De leerling leert een eenvoudig onderzoek uit te voeren naar een actueel maatschappelijk verschijnsel en de uitkomsten daarvan te presenteren.

 


 

 



De leerlingen hebben de opdracht in de les goed gemaakt als het protocol alleen regels bevat die voor iedereen die ze leest, duidelijk zijn, dus niet vaag of op meerdere wijzen te interpreteren.

 

verwante lessen