Landmijnen ruimen


Op plekken waar kort of lang geleden een oorlog is uitgevochten, houden mensen zich bezig met het opsporen en ruimen van niet-ontplofte munitie die na de oorlog in of op de grond is blijven liggen. Soms zijn er ook landmijnen bij die tijdens de oorlog zijn gelegd en niet zijn afgegaan. Ze werken als soldaat of als werknemer van een bedrijf dat zich bezighoudt met het opruimen van landmijnen en niet-ontplofte munitie. Niet alleen mannen doen dit werk, maar ook vrouwen.

Steeds bestaat de kans dat een landmijn of een stuk munitie ontploft, zodra ze het proberen weg te halen en onschadelijk te maken. Bovendien gaat het ruimen van dergelijke spullen langzaam en vergt het grote concentratie, zeker als je er zeker van wilt zijn dat echt alle gevaarlijke spullen worden opgespoord.

landmijnruimer

 



opdrachtWat bezielt deze mensen om op die manier hun leven dag in, dag uit in de waagschaal te stellen? Hoe gaan ze te werk? Wat voor gereedschappen gebruiken ze hierbij? Wat voor dieren worden getraind om de mijnenruimers te helpen bij het opsporen van landmijnen en andere explosieven die in of op de grond verborgen liggen?

En waarom is het werk van mijnenruimers belangrijk voor mensen die wonen op plekken waar na een oorlog niet-ontplofte landmijnen en andere munitie in en onder de grond zijn achtergebleven?

Jullie gaan dat allemaal na.

Daarna zetten jullie alle mijnenruimers en de Internationale Campagne voor Uitbanning van Landmijnen ICBL van de Verenigde Naties in het zonnetje. Jullie kiezen uit de volgende mogelijkheden:

 



werkinuitvoeringeenuurVoor deze opdracht krijg je 1 lesuur de tijd. 

Je maakt de opdracht samen met drie andere leerlingen. Jullie lezen de bronnen door. Verdeel ze wel eerst onder elkaar, zodat je niet alles hoeft te lezen.

Daarna maken jullie de petitie of het ontwerp van een kunstwerk met plaquette.

Als iedereen klaar is, bekijkt en beoordeelt je leerkracht de petitie en het ontwerp van het kunstwerk.

 

 



Een landmijn is een kleine bom die vlak onder de oppervlakte in de grond is geplaatst. Er zijn twee soorten landmijnen: de antipersoonsmijn en de antivoertuig- of antitankmijn.

  1. De antipersoonsmijn is bedoeld om soldaten buiten gevecht te stellen.
    De antipersoonsmijn ontploft als er een druk van 5 kilo of meer op wordt uitgeoefend. Deze landmijn gaat al af als er een kind of een wat groter dier stapt op een drukknop die op de mijn zit of als je tegen een draad loopt die met de mijn verbonden is.

  2. De antivoertuig– of antitankmijn dient om een tank of een ander legervoertuig op te blazen.
    De antivoertuigmijn ontploft pas als er een druk van 100 kilo of meer op wordt uitgeoefend. Daardoor zijn dit soort mijnen voor mensen die lopen niet gevaarlijk (als je niet meer dan 100 kilo weegt). Ook deze mijnen hebben meestal een drukknop. Sommige antivoertuigmijnen gaan af door trillingen (veroorzaakt door de motor van het voertuig) of als er iets van metaal in de buurt van de mijn komt (via een magneet). 
    antitankmijnEen Russische anti-tankmijn

In bronnen van de Verenigde Naties is te lezen dat er wereldwijd vele miljoenen landmijnen en andere niet-ontplofte explosieven in of op de grond verborgen liggen. Sommige bronnen spreken zelfs over meer dan honderd miljoen landmijnen wereldwijd! Volgens de Internationale Campagne voor Uitbanning van Landmijnen, ICBL, een onderdeel van de VN, zijn er alleen al tussen 2004 en 2009 in 58 landen ongelukken gebeurd met landmijnen. Ook nu, anno 2022, gebeuren er elk jaar nog 5.000 ongelukken met landmijnen.

De meeste landmijnen zijn te vinden in voormalige oorlogsgebieden in Azië, Afrika en Midden-Amerika. Maar er zijn ook plekken in Europa waar mijnen te vinden zijn, in Kroatië bijvoorbeeld.

 



Elke oorlog levert schade op, veel schade. In een oorlog worden huizen, wegen, bruggen, krachtcentrales, fabrieken, ziekenhuizen, scholen en kantoren vernield. Gebombardeerd, kapotgeschoten, met tanks kapotgereden, noem maar op.

Zodra de oorlog is afgelopen, kan het dagelijks leven weer enigszins op gang komen. Men kan de schade gaan herstellen. Maar als er landmijnen gelegd zijn in de oorlog is er wel een probleem. Want niet alle landmijnen zijn tijdens de oorlog ontploft en dus liggen die mijnen nog ergens verscholen op of net onder de grond. Daardoor blijft het op die plekken. Dat heeft allerlei gevolgen:

 



Voor je mijnen kunt ruimen moet je weten waar ze liggen. En daarom worden er kaarten gemaakt waarop is ingetekend waar de mijnen zijn verstopt. De kaartenmakers beginnen met plekken waar je landmijnen kunt zien liggen, of waar met borden of hekken is aangegeven dat er landmijnen liggen. 

Daarna zoeken ze plekken die niet als mijnenveld bekend zijn, maar waar misschien landmijnen liggen. In gebieden waar soldaten hebben gebivakkeerd of gevochten, onderzoeken ze bruggen, spoorlijnen, wegen, gebouwen en stukken grond. Luchtfoto's zijn daarbij goed te gebruiken.

De kaartenmakers onderzoeken plekken waar soldaten zich verscholen hielden en ook installaties die door soldaten zijn gebouwd. Soms vertellen bewoners, oud-soldaten en bevelhebbers hen waar landmijnen liggen.

Ten slotte zoeken mijnenruimers naar plekken waar voertuigen liggen die door landmijnen zijn beschadigd en naar plekken waar resten van dieren en mensen liggen die door landmijnen zijn gedood.

Op plekken waar ze landmijnen hebben aangetroffen, plaatsen ze borden en hekken.

Soms zijn er mijnen gelegd tijdens oorlogen die tientallen jaren geleden zijn gevoerd. In Nederland wordt nog steeds een enkele keer een landmijn gevonden die tijdens de Tweede Wereldoorlog (1939-1945) is gelegd. In België is dat ook een enkele keer het geval en wordt ook af en toe een landmijn gevonden uit de Eerste Wereldoorlog (1914-1918)!

landmijnenwereldkaart
Landen met meer dan 100 slachtoffers van mijnen; hoe donkerder de kleur, hoe meer slachtoffers

 



Mijnenruimers dragen schoenen en kleding die bestand zijn tegen ontploffende landmijnen. Bij het zoeken worden vaak metaaldetectors ingezet, apparaten die metalen voorwerpen onder de grond helpen vinden. De meeste landmijnen bevatten metaal. Maar niet elk signaal is raak: met een metaaldetector vind je ook metaalresten als spijkers, blikjes, enzovoort. 

Als de metaaldetector iets vindt, prikt de mijnenruimer met een prikstok in de grond. Als de stok een hard voorwerp raakt, gaan ze na of het een landmijn is. Is dat het geval, dan markeren ze de plek waar de landmijn ligt.

landmijnruimer2

Mijnenruimers gebruiken soms honden die de grond afsnuffelen. Deze honden hebben geleerd geuren van springstoffen te herkennen. Soms vindt een hond een landmijn, dan weer een niet-ontplofte granaat of een ander stuk munitie.

Andere mijnenruimers halen de gevonden landmijnen of munitie weg en maken deze onschadelijk. Dat kan door ze te laten ontploffen op een afgelegen plek, zodat niemand gevaar loopt.

Soms worden andere dieren dan honden gebruikt, varkens, ratten en zelfs honingbijen en sluipwespen.

Zo maken mijnenruimers ieder een strook van een meter breed vrij van landmijnen. Maar het kost een mijnenruimer al gauw een dag om een strook van enkele meters lang af te werken. Vergeet niet dat het heel moeilijk is om geconcentreerd te blijven. Na elk half uur moet een mijnenruimer verplicht een pauze nemen. 

Mijnenruimers gebruiken soms voertuigen om snel gangen in mijnenvelden vrij te maken. Deze voertuigen verwijderen planten en woelen de bodem om, zodat de mijnen vrij komen te liggen. Soldaten kunnen met hun voertuigen via die gangen door de mijnenvelden rijden.

Omdat die machines niet alle landmijnen kunnen opruimen, lopen soldaten nog steeds kans op een ongeluk met een landmijn. Een plek helemáál vrijmaken van mijnen kan nog steeds alleen met prikstok, metaaldetector en met dieren.

 



verabohleDrie citaten uit het verhaal van Vera Bohle: 'Mijn leven als mijnenruimster’:

“Berthold heeft me de bevestigingen van mijn nieuwe ongevallenverzekering gestuurd. Er zijn weinig verzekeringsmaatschappijen waar je als mijnenruimer terecht kunt. En voor het risico laten ze je flink betalen, meer dan duizend mark per maand. Op een lijst lees ik op hoeveel procent van het verzekerde bedrag ik recht heb, wanneer ik bijvoorbeeld mijn tenen, voeten, benen, vingers, handen of armen verlies of wanneer ik blind word. Daarover wil ik niet verder nadenken.”

Als Vera Bohle een eindje gaat hardlopen ziet ze steeds het volgende:

“Als de zon ondergaat, gaan de tuiniers en hondenverzorgers voor een hut zitten om thee te drinken. Daarbij doen ze hun prothesen af. Alle mannen die hier werken, zijn vroeger hondenbegeleider geweest en in die functie hebben ze een ongeluk met mijnen gehad. Soms wenken ze me: "kom hier en drink een kopje thee met ons"'. Maar ik wil rennen - zolang ik nog goede benen heb.”

“Opnieuw vraag ik me af hoe het zover heeft kunnen komen dat uitgerekend ik dit werk doe. Het risico op een ongeluk is uiterst hoog, bovendien zijn de omstandigheden in naoorlogse landen beperkt, dagelijks zie je puinhopen en ellende, en vrouwen hebben weinig te vertellen, omdat de macht vaak uit de loop van een geweer komt.”

 



Tijdens zijn jeugd in Afghanistan maakte Massoud Hassani vaak kleine miniaturen, die hij door de wind liet voortblazen. Soms belandden zijn modelbouwwerkjes in een mijnenveld en kon hij ze niet terughalen. Nu ontwerpt Massoud zijn door de wind aangedreven creaties speciaal voor de mijnenvelden. Als een grote bol paardenbloemzaadjes rolt zijn Mine Kafon rond, waarbij hij iedere mijn die op zijn pad komt af laat gaan. Hij legt uit waarom hij dit speelgoed heeft bedacht:

"Er zijn 30 miljoen landmijnen in Afghanistan en 26 miljoen mensen, dus er zijn meer mijnen dan mensen". Op iedere bol komt een GPS-apparaatje dat verbonden is aan een website waarop je kunt zien welke gebieden mijnenvrij zijn gemaakt.

Daarom is Massoud verder gegaan met de ontwikkeling van een nieuwe machine waarmee je kunt mijnen ruimen. Kijk naar twee fragmenten uit de SchoolTV-film “Het Klokhuis onderneemt: Productontwikkeling”:

klokhuisvideo
1) Van 10,48 minuten met beelden en geronk van een drone tot 12,40 minuten “Ja. Hij zit vast.”

2) Van 13,49 minuten “De metaaldetector onder de drone” tot einde.

 



In Sri Lanka is jarenlang strijd gevoerd tussen het Srilankaanse leger en een afscheidingsbeweging, de Tamil Tijgers. De Tamil Tigers werden na bloedige veldslagen verslagen, maar ondertussen waren 140.000 mensen huis en haard ontvlucht. In hun leefgebieden waren uitgestrekte mijnenvelden aangelegd. Deze velden moesten eerst worden opgeruimd, voordat de vluchtelingen weer naar huis konden. 

srilanka

De Britse mijnenruimorganisatie Mine Advisory Group MAG is er, met subsidies van het Actiefonds Mijnen Ruimen, al heel lang aan het werk.

MAG ging het eerst aan de slag in vijf dorpen in het district Mannar, in het noorden. De meest besmette gebieden werden het eerst aangepakt. De inwoners werden geïnformeerd over en bewustgemaakt van de gevaren. Daarna is 2 miljoen m2 mijnenvrij gemaakt. De gevluchte inwoners konden weer naar huis om hun leven weer op te pakken.

Niet alleen in Sri Lanka worden de mijnenvelden aangepakt en de mijnen opgeruimd. Overal ter wereld wordt, als de oorlogen voorbij zijn, de achtergelaten explosieven opgeruimd. MAG deed dat in onder meer in het zuiden van Libanon, in Nagorno-Karabach, in Mozambique, Abchazië, Kosovo, Angola en Afghanistan. In 2011 bijvoorbeeld zijn ruimingswerkzaamheden uitgevoerd in de Democratische Republiek Congo en in Zimbabwe.

 



Mijnenruimers houden zich niet alleen bezig met het opzoeken en tot ontploffing brengen van mijnen. Ze geven ook voorlichting aan mensen die vlakbij een mijnenveld wonen, zolang niet alle mijnen op die plek zijn geruimd. Het duurt namelijk een hele tijd, voordat alle mijnen zijn verdwenen. En ondertussen moeten de mensen in de buurt wel weten hoe gevaarlijk ze zijn. Dus vertellen mijnenruimers de mensen, ook de kinderen:

voorlichting

 



De Verenigde Naties geven jaarlijks honderden miljoenen euro uit om het probleem van landmijnen aan te pakken. Dat geld wordt besteed aan mijnenruimers en speurdieren, het helpen van slachtoffers van landmijnen, het geven van voorlichting over het gevaar van landmijnen en het vernietigen van voorraden van deze mijnen.

unmiss

Bij dit alles helpen blauwhelmen mee. Dat zijn soldaten die door landen aan de Verenigde Naties zijn geleverd om de vrede te helpen bewaren in gebieden waar kort tevoren een oorlog is beëindigd.

Daarnaast proberen de Verenigde Naties te voorkomen dat er nog meer landmijnen worden gelegd en willen ze het probleem van deze mijnen helemaal de wereld uit helpen.

In 1997 hebben ze een verdrag aangenomen dat landen verbiedt om landmijnen gericht tegen personen te produceren, te verhandelen en te gebruiken.  Dit verdrag heet Verdrag Ter Uitbanning Van Mijnen. In dit verdrag staat ook dat landen die het hebben ondertekend, hun voorraden landmijnen en hun mijnenvelden moeten opruimen. Elk jaar vraagt de VN een rapport over de vorderingen die hierin zijn gemaakt. Enkele landmijnen-producerende landen hebben inmiddels hun productie en verkoop gestaakt Ook Nederland heeft dit verdrag getekend.

In 2015 hebben de Verenigde Naties zeventien Duurzame Ontwikkelingsdoelen opgesteld die in 2030 zijn gehaald. Hiervan luidt ontwikkelingsdoel 16:

Bevorder vreedzame en inclusieve samenlevingen met het oog op duurzame ontwikkeling, verzeker toegang tot justitie voor iedereen en creëer op alle niveaus doeltreffende, verantwoordelijke en open instellingen.

Hiervan luidt artikel 16.4: Tegen 2030 ongewettigde, financiële en wapenstromen aanzienlijk indijken, het herstel en de teruggave van gestolen goederen versterken en alle vormen van georganiseerde misdaad bestrijden.

Ook de indijking van handel in landmijnen valt onder de indijking van wapenstromen.

Voor alle mensen die hun leven wagen om bommen en mijnen te ontmantelen en voor alle slachtoffers van mijnen hebben de Verenigde Naties 4 april benoemd tot ‘Internationale Dag Voor Aandacht Voor Mijnen En Hulp Bij Mijnenontmanteling’. De datum is gekozen omdat op 4 april 1997 156 lidstaten van de VN het bovengenoemde anti-landmijnenverdrag tekenden.

 



Na elke oorlog blijven er niet-ontplofte granaten, bommen en ook niet-ontplofte landmijnen op of onder de grond verborgen liggen. Ze vormen zelfs vele jaren na de oorlog een gevaar voor burgers. Het zijn dan ook vrijwel altijd burgers die slachtoffer worden van dergelijke explosieven, vooral van landmijnen.

Deze spullen opsporen en ruimen is levensgevaarlijk. Toch zijn er mensen te vinden die dit werk willen doen. Wat hen bezielt om op die manier hun leven te wagen, laat deze les aan de hand van getuigenissen en andere bronnen zien. Ook zien leerlingen hoe hiertoe opgeleide werkdieren en speciale technieken bij het ruimen van gevaarlijke explosieven worden ingezet. Ten slotte maakt de les duidelijk dat het opruimen van verborgen landmijnen en andere explosieven cruciaal is voor de wederopbouw in gebieden waar een oorlog heeft gewoed.

Plan van aanpak:
Voor deze les trekt u 1 uur uit.

U deelt de klas in groepen van vier leerlingen in. Daarna lezen de leerlingen van elke groep de bronnen in de les door. Het is handig dat ze die bronnen onder elkaar verdelen, zodat leerlingen niet alles hoeven te lezen.

Ten slotte laat u:

Als iedereen klaar is, bekijkt u de petitie en de ontwerpen voor het kunstwerk met plaquette.


Deze les past bij:

Kerndoel 36: De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen, en daarbij respectvol met kritiek om te gaan.

Kerndoel 39: De leerling leert een eenvoudig onderzoek uit te voeren naar een actueel maatschappelijk verschijnsel, en de uitkomsten daarvan te presenteren.

 


 

 


 

De leerlingen hebben de opdracht in de les goed gemaakt als hun petitie en ontwerpen voor een kunstwerk duidelijk maakt:

 De petitie en de plaquette moeten bondig en helder zijn zodat de boodschappen die erin staan, goed overkomen bij degene die de tekst ervan leest.

verwante lessen