De Permanente Arabische Commissie voor de Rechten van de Mens, opgericht in 1968 door de Arabische Liga, nam in 1979 het initiatief tot het opstellen van een handvest. Het handvest werd aanvaard in 1994.
De landen van de Arabische Liga
Het handvest volgt in grote lijnen de VN-verdragen, met enkele opvallende uitzonderingen. Het roept in de inleiding God en de wetgeving van de islam (sharia) aan en veroordeelt het zionisme; het geeft een beperkt recht op vrijheid van meningsuiting; en het verklaart de doodstraf (alleen) onwettig als die wordt opgelegd voor politieke misdrijven.
In 2004 had nog geen enkele staat het handvest bekrachtigd. Een herziene versie uit 2004 werd eind 2006 bekrachtigd door Jordanië, Tunesië en Saudi-Arabië. Ook dit handvest toont gebreken ten opzichte van internationaal recht. Het maakt de doodstraf voor minderjarigen mogelijk en sluit onder meer het opschorten van het recht op leven (in noodtoestand) en wrede behandeling van gevangenen niet uit.
Om die redenen steunt Amnesty de bekrachtiging van dit handvest niet, terwijl het wel de bekrachtiging steunt van diverse VN-verdragen en ook van het Afrikaanse, Amerikaanse en Europese regionale mensenrechtenverdrag.
bron: https://www.amnesty.nl/encyclopedie/arabisch-handvest-voor-de-mensenrechten