Toerisme: vliegen moet!? - voor de docent: info


Aan toerisme valt veel te verdienen, niet in het minst door ontwikkelingslanden. Die landen kunnen inkomsten uit het toerisme goed gebruiken. Maar vanuit Europa en rijke landen elders zijn ontwikkelingslanden vaak alleen door de lucht snel en gemakkelijk te bereiken.

Maar reizen per vliegtuig veroorzaakt milieuvervuiling en draagt bij aan de uitstoot van CO2, het gas dat voor het broeikaseffect in de dampkring van de aarde zorgt. Hoe meer CO2 er in de dampkring wordt, hoe sterker dat broeikaseffect wordt en hoe sneller de aarde opwarmt.

Moeten we dan maar dichter bij huis op vakantie gaan en het vliegtuig als vervoermiddel vaker inruilen voor trein of auto? Dat zou helpen tegen vervuiling en opwarming van de aarde, maar daarmee zou je ontwikkelingslanden die sterk afhankelijk zijn van inkomsten uit toerisme tekort doen.

Leerlingen kunnen in deze les nadenken over de vraag welk belang het zwaarste weegt, dat van milieu en klimaat of dat van ontwikkelingslanden. Daarbij wordt ze gevraagd de voors en tegens van reizen per auto of spoor mee laten wegen

Plan van aanpak:
Voor deze les trekt u 75 minuten uit. Hiervan is 45 minuten voor het lezen van de bronteksten en 30 minuten voor het klassikaal spelen van het inbelprogramma Stand.nl.

Dit programma wordt elke werkdag van 09:30 tot 10:00 uur uitgezonden op NPO Radio 1 tijdens het programma Spraakmakers.

De stelling bij deze aflevering van dit programma is: “We moeten afzien van vliegvakanties.”

Laat aan de klas drie fragmenten zien uit een aflevering van Zondag met Lubach uit 2019 getiteld ‘Treinschaamte – Zondag met Lubach’ .

Daarna laat u de leerlingen de bronteksten individueel lezen. Als iedereen klaar is met lezen, vraagt u twee leerlingen om als gast in de uitzending op te treden. Zelf speelt u de rol van moderator in de uitzending. De ene leerling verdedigt de stelling in een kort praatje. Daarna vertelt de andere leerling waarom die het niet eens is met de stelling.

Dan mogen de andere leerlingen hun mening over de stelling geven, die mening toelichten of een reactie geven op wat de twee gasten in de uitzending hebben verteld. U let erop dat iedereen in de klas de ruimte krijgt om zijn of haar bijdrage aan de uitzending te leveren. Let er ook op dat de leerlingen met respect voor elkaar en elkaars mening omgaan.

Ruim de laatste vijf minuten van de uitzending in voor een stemming onder de leerlingen. Wie is het eens met de stelling en wie niet?

Extra informatie:
Informatie over elk Afrikaans land apart is te vinden op https://www.africaserver.nl/

Deze les past bij:

Kerndoel 36: De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen en daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen, en daarbij respectvol met kritiek om te gaan.

Kerndoel 38: De leerling leert een eigentijds beeld van de eigen omgeving, Nederland, Europa en de wereld te gebruiken om verschijnselen en ontwikkelingen in hun omgeving te plaatsen.

Kerndoel 39: De leerling leert een eenvoudig onderzoek uit te voeren naar een actueel maatschappelijk verschijnsel en de uitkomsten daarvan te presenteren.

Kerndoel 46: De leerling leert over de verdeling van welvaart en armoede over de wereld, hij leert de betekenis daarvan te zien voor de bevolking en het milieu, en relaties te leggen met het (eigen) leven in Nederland.

 

verwante lessen

Login Form