Jair Messias Bolsonaro (1955-) was eerst officier in het leger van Brazilië, en daarna lid van het Braziliaanse nationale parlement. In 2018 deed hij als kandidaat mee aan de presidentsverkiezingen. Brazilië had al jaren te kampen met wijdverbreide corruptie waarbij hooggeplaatste politici zich door bedrijven lieten omkopen. Er was veel geweld in krottenwijken in grote steden als São Paulo en Rio de Janeiro en de economie ging in 2018 hard achteruit. In zijn verkiezingscampagne beloofde Bolsonaro deze problemen grondig en doortastend aan te pakken. Ook beloofde hij het Amazonegebied met zijn uitgestrekte tropische bossen open te stellen voor bedrijven die er waardevolle houtsoorten, goud en andere delfstoffen willen winnen of stukken land in cultuur willen brengen. Met deze beloften won hij de verkiezingen.
Als president liet hij zich kennen als een zeer autoritair leider die geen kritiek kon verdragen en er niet voor terugschrok om adviezen van deskundigen naast zich neer te leggen. Daardoor kwam hij telkens in conflict met ministers in zijn kabinet, met rechters en met medewerkers van de politie. Dat bleef ook zo nadat Brazilië in
2020 te maken kreeg met de SARS-Covid19 epidemie die zich snel uitbreidde.
De epidemie werd veroorzaakt door het SARS-CoV-2 virus. De ziekte die het virus verwekt lijkt op griep, maar gaat vooral bij ouderen en mensen die al een andere kwaal hebben, vaak gepaard met een longontsteking. Daarom is het virus gevaarlijker dan een griepvirus. Om de wereldwijde epidemie te stoppen, werd in elk land waar het opdook het openbare leven voor enige weken of maanden min of meer stilgelegd door een lockdown. Mensen moesten dan zoveel mogelijk binnen blijven, om de verspreiding van het virus tegen te houden.
Toen ook in Brazilië het virus opdook, meende Bolsonaro dat het ongevaarlijk was en dat de door Covid-19 veroorzaakte ziekte niet meer dan een ‘griepje’ was. Toen onder meer de stad São Paulo op last van het plaatselijke bestuur toch in lockdown ging, keerde Bolsonaro zich tegen dit soort maatregelen. Hij vond dat iedereen die van de plaatselijke bestuurders thuis moest blijven, gewoon weer aan het werk moest. Ook stuurde hij zijn minister van Volksgezondheid weg omdat die vond dat Bolsonaro niet hard genoeg optrad tegen de epidemie en daar ook openlijk voor uitkwam. Zijn opvolger stond wel achter de aanpak van Bolsonaro, maar ook deze minister ruimde na een ruzie met de president het veld.
Ondertussen bereikte het virus ook het Amazonegebied. Steeds meer Indianen werden ziek en van de zieke indianen stierf een groot aantal. Pas toen al honderden indianen door Covid-19 waren gestorven, was Bolsonaro bereid om de indianen te hulp te komen. Hij vond tegelijk nog steeds dat ze hun woongebied voor een groot deel moeten afstaan aan bedrijven die in het Amazonegebied willen werken. Zo liet Bolsonaro duidelijk zien dat hij zijn onderdanen allerminst als gelijken behandelt.
Hij kwam ook in conflict met mensen die de tropische bossen willen helpen beschermen en opkomen voor de oorspronkelijke bewoners van het gebied, de indianen, en kwam in botsing met de indianen zelf. Hij vond dat die mensen toch maar in de weg zaten en ergens anders moesten gaan wonen om plaats te maken voor bedrijven die in hun woongebied aan de slag willen. Dat het rooien van tropische bossen een aanslag is op het milieu en de opwarming van de aarde zou versnellen, daar had hij geen boodschap aan.