De aarde brengt genoeg voedsel voort om elke wereldburger iedere dag tenminste één volwaardige maaltijd voor te zetten. Honger in de wereld is geen gevolg van een gebrek aan voedsel, maar van een ongelijke verdeling ervan. De voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties, de FAO, houdt bij hoeveel voedsel er wereldwijd wordt geproduceerd. En dat is erg veel!
De FAO schat in, dat de aarde zelfs genoeg kan opbrengen voor 13 miljard mensen, aanzienlijk meer dan het aantal mensen dat nu op aarde leeft.
Op basis van cijfers van de FAO uit 2003 heeft Stichting WereldDelen in 2007 berekend hoeveel voedsel er per wereldbewoner per dag beschikbaar is. Bij een eerlijke voedselverdeling zijn dat de volgende hoeveelheden:
- 251 gram tarwe
- 369 gram groenten
- 250 gram rijst
- 213 gram fruit
- 284 gram maïs
- 15 gram noten
- 61 gram gerst
- 76 gram suiker/zoetstoffen
- 71 gram overige granen
- 3 gram specerijen
- 141 gram aardappelen
- 45 gram plantaardige olie
- 166 gram overige wortel- en knolgewassen*
- 267 gram melk (kwart liter)
- 84 gram sojabonen
- 27 gram eieren**
- 25 gram overige peulvruchten***
* Andere knolgewassen zijn bijvoorbeeld rode bietjes, koolraap en radijsjes
** Een ei heeft gemiddeld een gewicht van 61 tot 73 gram
*** Peulvruchten zijn bijvoorbeeld doperwten of bonen
Uit deze ingrediënten kun je vervolgens een wereldmaaltijd samenstellen. Een Wereldmaaltijd is de hoeveelheid voedsel die iedere wereldburger elke dag zou kunnen eten als de huidige wereldvoedselproductie eerlijk verdeeld zou worden.
Misschien is je opgevallen dat er in bovenstaande tabel geen vlees- of visproducten zijn opgenomen, maar wel een flinke hoeveelheid melk.
WereldDelen heeft vlees bewust weggelaten want voor de productie van vlees zijn grote hoeveelheden eiwitten nodig en die kun je net zo goed zelf eten. Voor het voeren van dieren worden namelijk veel landbouwproducten gebruikt die geschikt zijn als voedsel voor mensen. Het gaat bijvoorbeeld om soja, cassave en tapioca. Die komen voor een groot deel uit ontwikkelingslanden als Brazilië. Afhankelijk van hoe je veeteelt bedrijft, heb je voor één kilo vlees 3 tot 7 kilo soja, graan tapioca of andere landbouwproducten nodig.
Een groot deel van de wereldvoedselproductie gaat op die manier naar boerderijdieren die ons vlees leveren.
Vlees maken kost veel energie en ook het vervoer ervan, zeker als het vlees naar de andere kant van de aardbol wordt vervoerd.