Pagina 11 van 11
De leerlingen hebben de opdracht in de les goed gemaakt als:
- ze duidelijk hebben gemaakt of er armoede in Nederland voorkomt of niet;
- ze, indien dat het geval is, bij benadering hebben aangegeven hoe groot het armoedeprobleem in Nederland is;
- hebben laten zien wat het verschil is tussen absolute en relatieve armoede;
- hebben laten zien met wat voor soort armoede de VN zich bezighouden, en
- hebben laten zien waarom de armoede in Nederland voor de VN geen probleem vormt, waarvoor ze actie moeten ondernemen.