Landmijnen ruimen - wat doen de vn?

 
Volgens de Verenigde Naties vormen landmijnen een wereldwijd probleem. Niet alleen zitten er wereldwijd vele tientallen miljoenen landmijnen (en niet-ontplofte bommen, granaten e.d.) in de grond. Ook zijn in verschillende landen gebieden gevaarlijk door landmijnen (zie de wereldkaart in ‘Bron: Zoeken naar landmijnen‘).

Volgens de Internationale Campagne voor Uitbanning van Landmijnen ICBL zijn er tussen 2004 en 2009 in 58 landen ongelukken gebeurd met landmijnen.

De meeste landmijnen zijn te vinden in voormalige oorlogsgebieden in Azië, Afrika en bijvoorbeeld ook in Colombia, in Zuid-Amerika. Maar er zijn ook plekken in Europa waar mijnen te vinden zijn, in het oosten van Oekraïne bijvoorbeeld.

Daarom proberen de Verenigde Naties landmijnen de wereld uit te helpen.

Om te beginnen door geld uit te geven aan mijnenruimers en speurdieren, het helpen van de slachtoffers, het geven van voorlichting over het gevaar van landmijnen en het vernietigen van voorraden landmijnen. Bij dit alles spelen blauwhelmen een belangrijke rol. Dat zijn soldaten uit lidstaten van de VN die de vrede helpen bewaren in landen waar een oorlog is afgelopen.

Verder streeft de VN naar een verbod op het gebruik van landmijnen.

Al deze activiteiten worden gecoördineerd door de UN Mine Action Service UNMAS.

unmasMedewerkers van UNMAS geven voorlichting op een school

Ten slotte hebben de Verenigde Naties 4 april uitgeroepen tot Internationale Landmijnen dag (eigenlijk: Internationale Dag Voor Aandacht Voor Mijnen En Hulp Bij Mijnenontmanteling). Op die dag worden alle mijnenruimers geëerd en slachtoffers van landmijnen herdacht. De datum van 4 april is gekozen omdat op 4 april 1997 156 lidstaten van de VN het Verdrag Ter Uitbanning Van Mijnen hebben getekend. Met dat verdrag wil men paal en perk stellen aan het gebruik van landmijnen in oorlogstijd. Ook is volgens het verdrag het gebruik van landmijnen tegen personen verboden.

 

verwante lessen

Login Form