Voor deze opdracht krijg je 5 tot 6 kwartier de tijd. Je doet de opdracht in de les in twee stappen:
- Eerst maak je samen met drie klasgenoten een lijst van taken die kinderen wat jou betreft mogen uitvoeren. Voor dit groepswerk krijg je drie kwartier de tijd.
- Daarna houdt je juf of meester een gesprek met de hele klas om samen een lijst van taken op te stellen die kinderen mogen doen. Die lijst heet ‘Protocol voor alle kinderarbeiders van de wereld’.
Voor dit klassengesprek ruimt je juf of meester twee tot drie kwartier in. Dat hangt af van hoeveel tijd er voor nodig is.
Eerst laat je juf of meester twee video's zien. Die gaan over kinderarbeid in Nederland en in een ontwikkelingsland.
Voor het groepswerk deelt je juf of meester de klas in groepen van vier in.
- Verdeel de bronnen onder elkaar.
- Lees de bron of bronnen die je hebt gekozen.
- Noteer alle werkzaamheden van kinderen die in je bron of bronnen worden genoemd. Je mag ook werkzaamheden opschrijven die daar niet in worden genoemd.
- Vertel elkaar na het lezen welke werkzaamheden je hebt opgeschreven. Stel een gezamenlijke lijst van deze werkzaamheden op.
- Geef bij elke werkzaamheid aan of kinderen in rijke en ontwikkelingslanden die mogen doen of niet.
- Geef bij elke werkzaamheid die kinderen mogen doen aan hoeveel tijd het ze mag kosten.
- De kunst is om per dag gemiddeld één uur in te ruimen voor die werkzaamheden en niet meer dan zeven uren per week.
- Nu wordt het tijd om met de hele klas een protocol voor alle kinderarbeiders wereldwijd op te stellen.
Je juf of meester vraagt iedere groep zijn lijst aan de klas te tonen van werkzaamheden die kinderen mogen doen. Stel aan de hand van die lijsten een klassikale lijst op van werkzaamheden die kinderen in rijke en ontwikkelingslanden mogen doen. Ook hier geldt dat die taken bij elkaar niet meer dan gemiddeld één uur per dag in beslag mogen nemen en niet meer dan zeven uur per week. Dit is dan het protocol voor alle kinderarbeiders waar ook ter wereld.