Kinderarbeid

 

In Nederland zie je geen kinderen van jullie leeftijd of jonger die hele dagen werken en niet naar school gaan. Het mag niet eens, want alle kinderen tussen 5 en 16 jaar moeten naar school en ook alle kinderen van 16 tot 18 jaar die nog hun diploma moeten halen.

Deze regels staan in de Nederlandse Leerplichtwet.

Wel mag je wat klussen thuis of ergens anders, maar niet onder schooltijd. Als je wat ouder bent geworden, mag je met klussen een beetje geld verdienen.

Maar in veel andere landen kom je wel degelijk kinderen van jullie leeftijd of jonger tegen die werken en niet naar school gaan, ook in landen met een eigen Leerplichtwet. Vooral in ontwikkelingslanden zijn veel kinderen aan het werk en niet op school. Men noemt deze kinderen ‘kindarbeiders’ en het werk dat ze doen ‘kinderarbeid’.

kinderarbeid

 



opdrachtWaarom werken die kinderen? Moet je daar iets aan doen om ze wel naar school te laten gaan? En zo ja, wat dan en waarom?
Of is het juist prima dat die kinderen arbeid verrichten, net als volwassenen? Wanneer is dat dan wel het geval?

Daar gaan jullie in deze les over nadenken.

Daarna maken jullie een ‘Protocol voor alle kinderarbeiders van de wereld’.

 



werkinuitvoeringVoor deze opdracht krijg je 5 tot 6 kwartier de tijd. Je doet de opdracht in de les in twee stappen:

  1. Eerst maak je samen met drie klasgenoten een lijst van taken die kinderen wat jou betreft mogen uitvoeren. Voor dit groepswerk krijg je drie kwartier de tijd.
  2. Daarna houdt je juf of meester een gesprek met de hele klas om samen een lijst van taken op te stellen die kinderen mogen doen. Die lijst heet ‘Protocol voor alle kinderarbeiders van de wereld’.

Voor dit klassengesprek ruimt je juf of meester twee tot drie kwartier in. Dat hangt af van hoeveel tijd er voor nodig is.

Eerst laat je juf of meester twee video's zien. Die gaan over kinderarbeid in Nederland en in een ontwikkelingsland.

Voor het groepswerk deelt je juf of meester de klas in groepen van vier in.

  • Verdeel de bronnen onder elkaar.
  • Lees de bron of bronnen die je hebt gekozen.
  • Noteer alle werkzaamheden van kinderen die in je bron of bronnen worden genoemd. Je mag ook werkzaamheden opschrijven die daar niet in worden genoemd.
  • Vertel elkaar na het lezen welke werkzaamheden je hebt opgeschreven. Stel een gezamenlijke lijst van deze werkzaamheden op.
  • Geef bij elke werkzaamheid aan of kinderen in rijke en ontwikkelingslanden die mogen doen of niet.
  • Geef bij elke werkzaamheid die kinderen mogen doen aan hoeveel tijd het ze mag kosten.
  • De kunst is om per dag gemiddeld één uur in te ruimen voor die werkzaamheden en niet meer dan zeven uren per week.
  • Nu wordt het tijd om met de hele klas een protocol voor alle kinderarbeiders wereldwijd op te stellen.

Je juf of meester vraagt iedere groep zijn lijst aan de klas te tonen van werkzaamheden die kinderen mogen doen. Stel aan de hand van die lijsten een klassikale lijst op van werkzaamheden die kinderen in rijke en ontwikkelingslanden mogen doen. Ook hier geldt dat die taken bij elkaar niet meer dan gemiddeld één uur per dag in beslag mogen nemen en niet meer dan zeven uur per week. Dit is dan het protocol voor alle kinderarbeiders waar ook ter wereld.

 



In Nederland en andere landen verrichten kinderen arbeid. In Nederland doen kinderen dat om wat bij te verdienen. Ze houden tijd genoeg over om naar school te gaan en te spelen. Maar hoe is het bijvoorbeeld in Afghanistan?

Dat zie je in de SchoolTV-film ’Kinderarbeid in Afghanistan’: 

kinderarbeid afghanistan


Ooit hebben kinderen in Nederland hele dagen gewerkt, waardoor ze niet naar school konden. Net als de jongen in de film.
Toen kon het in Nederland niet anders, maar nu mag het niet eens meer. Hoe dat komt, zie je in de
SchoolTV-film ‘Kinderarbeid in Nederland’: 

kinderarbeid nederland

 



rechtenvanhetkindKinderen hebben recht op vrije tijd. Die kunnen ze gebruiken om te spelen en te sporten, om naar een museum of een popconcert te gaan, enzovoort.

Ook hebben kinderen recht op bescherming tegen mensen die hen uitbuiten, oftewel geld aan hen verdienen. Ook mogen kinderen geen werk doen dat gevaarlijk of ongezond is of waardoor ze niet naar school kunnen gaan.

Alle kinderen wereldwijd hebben deze rechten. Je kunt die rechten terugvinden in het Verdrag Inzake de Rechten van het Kind van de Verenigde Naties. Lees meer over dit verdrag in ‘Wat doen de VN?’

Aan de hand van dit verdrag voeren mensen in rijke landen actie tegen kinderarbeid. Ze kopen bijvoorbeeld geen kleding, schoenen of andere producten die door kinderarbeiders zijn gemaakt. Die producten worden ‘eerlijk’ of ‘schoon’  genoemd.

 

 



Is het vandaag jouw beurt? Of hoef jij thuis niet te helpen met de afwas? Doe je wel eens boodschappen voor je moeder, help je soms in de tuin of was je af en toe voor je vader de auto in het weekend?

Als dat zo is, is er niemand die daar schande van spreekt. Als je straks leerling bent op een middelbare school, is er grote kans dat je een baantje zult hebben waarmee je geld verdient. Als vakkenvuller bij de supermarkt, als krantenbezorger of als oppas bijvoorbeeld.

kinderarbeidnederland

Sommige mensen vinden het prima als kinderen af en toe werken. Dat is niet alleen in rijke landen als Nederland zo, maar ook in ontwikkelingslanden. Je leert met andere mensen omgaan dan met je leeftijdgenoten in de klas en in je vriendenkring. Je krijgt de kans om te leren iets voor andere mensen over te hebben. Je leert beleefd te zijn. Misschien heb je zelf nog andere redenen waarom het prima is om af en toe te werken.

Toch zeggen we dat kinderarbeid in Nederland niet voorkomt. Wat jij straks doet, doe je voor een extra zakcentje voor die mooie smartphone, die nieuwe sportschoenen of omdat je in het weekend graag iets leuks wil gaan doen. Huishoudelijk werk en bijbaantjes rekenen we niet tot kinderarbeid.

Wat dan wél kinderarbeid is, heb je in de inleiding kunnen lezen.

 



Sommige kinderarbeiders in ontwikkelingslanden werken voor een baas of bazin in een fabriek, atelier of winkel. Of ze helpen thuis in het huishouden of op het landbouwbedrijf van hun ouders. En weer andere kinderarbeiders werken op straat, als zelfstandige zonder personeel of kortweg ZZP’er. Maar we noemen ze liever ‘straatkinderen’.

Deze kinderen kunnen vaak niet lezen en schrijven. Wel zijn ze vindingrijk als het gaat om manieren te vinden om geld te verdienen voor zichzelf en hun familie. Met dat geld helpen ze hun ouders om rond te komen. Ze wassen auto’s, poetsen schoenen, verkopen snoepjes, sigaretten en andere kleinigheden aan passanten. Of ze zoeken naar spullen op vuilnisbelten die kunnen worden hergebruikt, zoals oude metalen, en verkopen die.

kleinezzp

Niet alle straatkinderen blijven voor zichzelf werken. Rijke mensen nemen straatkinderen in dienst om werkjes te doen. Soms kunnen ze bij de familie een bediende worden. Meisjes en ook jongens werken ook als prostitué(e) in een bordeel. Ze gaan met klanten mee en laten zich betalen voor seks.

Alle kinderarbeiders hebben één ding gemeen: tijd om naar school te gaan hebben ze niet of nauwelijks. En ook geen tijd om te spelen.

 



"Kinderarbeid komt overal in de wereld voor," zegt Gopalan Balagopal van Unicef, het kinderfonds van de Verenigde Naties. "Maar ik moet er wel bij zeggen dat we niet alle soorten werk slecht vinden. Bepaalde soorten arbeid kunnen kinderen helpen bij hun ontwikkeling. Maar als een kind door het werk niet naar school kan of als het de gezondheid van het kind bedreigt, beschouwen we dat werk als een schending van de rechten van dat kind."

Hier heeft Balagopal een belangrijk punt. Sommige kinderarbeiders worden slecht behandeld, hebben te maken met geweld of worden geestelijk onder druk gezet. Meisjes zijn wat dit betreft nog kwetsbaarder dan jongens; zij lopen het risico dat ze worden gedwongen tot seks met hun bazen of collega's.

Het slechtst hebben volgens Balagopal de kinderarbeiders het die moeten vechten in legers, die terechtkomen in bordelen, worden verhandeld of werk moeten verrichten dat veel weg heeft van slavernij.

kindsoldaat

 



Veel werkende kinderen gaan niet naar school. Soms is er geen school in de buurt. Dan weer kun je wel naar school, maar is het onderwijs er zo slecht dat je amper iets kan leren. Maar vaker is er geen geld voor en geen tijd (omdat de kinderen de hele dag werken). Er zijn ook andere redenen waarom kinderen niet naar school gaan.

  • Het is niet de gewoonte om kinderen naar school te sturen of ouders vinden het niet belangrijk dat hun kinderen naar school gaan.
  • Men vindt het heel normaal dat ook kinderen werken en voor hun ouders de kost helpen verdienen. Soms kan een familie alleen rondkomen als ook de kinderen uit deze familie werken en geld verdienen.
  • In landen waar het onderwijs niet voor alle kinderen gratis is, zijn er scholen die geen kinderen uit arme families toelaten. Het bestuur van die scholen is bang dat de ouders van die kinderen de kosten van onderwijs niet (helemaal) kunnen betalen.

Wat de reden ook is dat kinderen werken en niet naar school gaan, de kinderen hebben grote kans dat ze vaak zwaar, gevaarlijk of vies werk moeten doen. En dat ze net zo arm worden als hun ouders, want voor goedbetaald werk hebben die ook niet doorgeleerd.

Bovendien kun je makkelijk worden bedrogen, als je niets hebt geleerd. Hoe weet je bijvoorbeeld of je genoeg loon krijgt als je niet kunt rekenen?

Kinderen die dankzij Unicef naar school gaan, leren daar meer dan alleen lezen, schrijven en rekenen. Ze leren bijvoorbeeld ook hoe belangrijk hygiëne is, om te voorkomen dat ze ziek worden. Daardoor kunnen ze beter voor zichzelf en anderen zorgen. Als je de hele dag moet werken, is het ook fijn om op school even plezier te maken. Lekker liedjes zingen met je klas.

school

 



De Verenigde Naties zetten zich in om kinderen die als kinderarbeiders werken, de kans te geven om naar school te gaan. Het gaat om kinderen van 15 jaar en jonger die hele dagen werken en daardoor niet (meer) naar school gaan.

Om te beginnen hebben de Verenigde Naties het Verdrag Inzake de Rechten van het Kind opgesteld en op 20 november 1989 aangenomen. Het is door bijna alle lidstaten van de VN ondertekend, ook door Nederland. Met dit verdrag krijgen kinderen voor het eerst rechten en plichten en worden ze als een aparte groep beschouwd. In dit verdrag staat dat jonge kinderen niet mogen werken. Dat kinderen geen gevaarlijk werk mogen doen. En dat er tijd moet zijn om naar school te kunnen gaan.

Verder voert de Internationale Arbeidsorganisatie ILO van de Verenigde Naties actie tegen kinderarbeid. Deze organisatie wil kinderarbeid helemaal de wereld uit helpen. Om aandacht te vragen voor de vele miljoenen kinderarbeiders wereldwijd, heeft de ILO 12 juni uitgeroepen tot de Dag van de Kinderarbeid.

Ook het VN-kinderfonds Unicef voert actie om kinderarbeid de wereld uit te helpen.

Hiertoe geeft Unicef kinderen overal in de wereld voorlichting over hun rechten. Want als je niet weet wat je rechten zijn, dan kun je er ook niet voor opkomen. Verder helpt Unicef meer (en betere) scholen op te richten, zodat er meer kinderen naar school kunnen.

unicef 

Er zijn landen die zo arm zijn dat kinderen zonder werk er soms niet kunnen overleven. Daar probeert Unicef ouders en bazen over te halen om kinderen onder werktijd een paar uur naar school te laten gaan. Sommige bazen zijn bereid om hun kleine werknemers op die manier te helpen. Maar uiteindelijk wil Unicef dat ook deze kinderen helemaal niet meer werken en dat ze voltijds naar school gaan.

Tot slot ziet Unicef erop toe dat regeringen van landen die het kinderrechtenverdrag hebben getekend, het verdrag ook nakomen.

 


 
Overal op de wereld zijn kinderen aan het werk. Wel maakt het uit of je als kind werkt in een rijk land of in een ontwikkelingsland. In rijke landen is werken een bijzaak die niet veel tijd hoeft te kosten, en het is meestal vrijwillig. Voor schoolbezoek en ontspanning blijft ruim voldoende tijd over.

In ontwikkelingslanden is het vaak een dagtaak uit bittere noodzaak die weinig of geen tijd over laat voor school en ontspanning. In Nederland en alle andere landen waar een leerplichtwet van kracht is, moeten kinderen naar school, of ze nou werken of niet. Dat is niet voor niets, want kinderen hebben er baat bij als ze minstens tot hun twaalfde naar school gaan. Stel je je bijvoorbeeld eens voor hoe het zou zijn als je niet kunt rekenen, lezen en schrijven.

Voor deze les trekt u vijf tot zes kwartier uit. U laat de leerlingen de opdracht in de les maken in groepjes van vier leerlingen.

Laat als inleiding van de les de twee SchoolTV-video’s.

De opdracht in de les bestaat uit twee gedeelten.

I: Groepswerk. drie kwartier
De leerlingen lezen in groepen van drie de bronteksten. Zaak is wel dat ze die teksten onder elkaar verdelen. Aan de hand van die teksten en eigen ervaringen schrijven ze alle werkzaamheden op die kinderen in rijke en ontwikkelingslanden uitvoeren.

Daarna geven ze bij iedere taak aan of kinderen in rijke en ontwikkelingslanden die wel of niet mogen uitvoeren.

Bij de taken die wel door kinderen mogen worden uitgevoerd, noteren ze hoeveel tijd er maximaal aan besteed mag worden.

Daarbij moeten ze erop letten dat die taken samen niet meer dan één uur per dag in beslag nemen en niet meer dan zeven uur per week.

II: Klassengesprek, twee tot drie kwartier
U vraagt iedere groep zijn lijst aan taken aan de klas te presenteren.

Stel daarna met de hele klas een lijst samen van taken die kinderen in rijke en ontwikkelingslanden mogen uitvoeren. Die taken mogen bij elkaar niet meer dan gemiddeld één uur per dag in beslag nemen en niet meer dan zeven uur per week.

Noem deze lijst ‘Protocol voor alle kinderarbeiders van de wereld’.

Extra informatie:
Kinderarbeid is: economische exploitatie en werk dat naar alle waarschijnlijkheid gevaarlijk is of het onderwijs van het kind zal hinderen, of schadelijk zal zijn voor de gezondheid of de lichamelijke, geestelijke, intellectuele, zedelijke of maatschappelijke ontwikkeling van het kind. (Conventie van de Rechten van het Kind, Artikel 32.1).

In Europa, de Verenigde Staten en Australië komt kinderarbeid weinig voor, in ontwikkelingslanden des temeer. Unicef schatte het aantal kinderen dat kinderarbeid verricht recentelijk op 152 miljoen. Van deze kinderen verrichtte bijna de helft gevaarlijk of ongezond werk.

Lees meer over kinderarbeid en de schadelijke gevolgen hiervan voor kinderen op https://www.unicef.nl/bescherming/kinderarbeid

Veel van deze kinderen gaan niet naar school, worden uitgebuit en lopen ernstige gezondheidsrisico’s. Deze kinderen krijgen niet de kans om te genieten van een zorgeloze jeugd en zich gezond te ontwikkelen. Zo houdt kinderarbeid de vicieuze cirkel van armoede en onwetendheid in stand.

Globale uitwerking:
Werkzaamheden die kinderen uitvoeren, moeten volgens het Verdrag Inzake de Rechten van het Kind en aanverwante afspraken aan de volgende criteria voldoen:

  •  Ze mogen niet zoveel tijd kosten dat er te weinig of geen tijd overblijft om naar school te gaan en te spelen.
  • Ze mogen niet ten koste gaan van de lichamelijke en geestelijke gezondheid van kinderen. Werken in een mijn, met giftige stoffen of in extreme hitte of kou bijvoorbeeld, is voor kinderen uit den boze. Werken in een bordeel is niet alleen geestelijk belastend, maar levert ook gevaar voor besmetting met geslachts- en andere ziekten op.
  • Werkzaamheden mogen voor kinderen niet het gevaar opleveren dat ze slachtoffer worden van geweld of ongelukken, zoals bijvoorbeeld kan gebeuren bij het meevechten in een leger. Kinderen die op straat werken, lopen ook soms gevaar. Ze kunnen te maken krijgen met geweld in buurten waar veel misdaad voorkomt (waar bijvoorbeeld veel mensen worden beroofd) of te maken krijgen met ongelukken door druk verkeer.


Deze les past bij:

  • Kerndoel 34: De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen.

 


 

  • De leerlingen kunnen uitleggen wat kinderarbeid is en wat kinderarbeiders zijn.
  • De leerlingen kunnen uitleggen waarom het werk dat kinderen in Nederland en andere rijke landen doen, niet valt onder de definitie van kinderarbeid.
  • De leerlingen kunnen aangeven waarom kinderen in rijke landen als Nederland soms werken.
  • De leerlingen kunnen aangeven waarom er in ontwikkelingslanden kinderen werken, die daardoor vaak niet de tijd hebben om naar school te gaan.
  • De leerlingen kunnen een of meer redenen bedenken waarom af en toe werken goed kan zijn voor hen.
  • De leerlingen kunnen uitleggen dat geen enkel kind onderwijs kan missen.
  • De leerlingen hebben aan de hand van wat ze geleerd hebben over werk door kinderen een eigen mening gevormd over wat voor werk kinderen wel of niet mogen doen.

 


 
De leerlingen hebben de opdracht in de les goed gemaakt, als ze een lijst van werkzaamheden hebben samengesteld die door kinderen mogen worden uitgevoerd, mits die voldoen aan de criteria die in ‘Globale uitwerking’ zijn vermeld en niet meer dan gemiddeld één uur aan tijd per dag kosten.

 

verwante lessen

Login Form