3 Open riool en slechte huizen
“Kijk eens hoe onze kinderen spelen in het vuil. Het water in de straat brengt allerlei infectieziektes mee, omdat er geen riolering is” (vrouw uit Bolivia).
Bewoners van kottenwijken hebben meestal geen goede wc in huis. Ze doen hun behoefte in een latrine (toilet buitenshuis). Maar vaak zijn er zo weinig latrines dat je lang in de rij moet staan voor je aan de beurt bent. Dat duurt soms te lang en dan poep of pies je maar op straat. Zo veranderen straten in open riolen, waar het vuil zich ophoopt en waar het vreselijk stinkt. Bovendien worden de straten broeinesten van ziektekiemen.
Hierdoor en omdat mensen dicht op elkaar wonen, breekt er makkelijk een besmettelijke ziekte uit. Cholera bijvoorbeeld en diarree.
In krottenwijken ontstaat makkelijk wateroverlast als het hard geregend heeft. Het water wordt niet afgevoerd door riolering, want die is er niet. In Indonesië liggen krottenwijken die aan een rivier liggen lager dan andere wijken in de stad. Die rivier brengt slib en afval uit die hoger gelegen wijken naar de krottenwijken. Als het hard regent, treedt de rivier buiten zijn oevers. Met het water komt ook dat afval de krottenwijken in.
In Afrika wonen sommige arme mensen in hutten van modder en bamboe. Ook wonen ze soms in gebieden waar een oorlog aan de gang is. Hierdoor moeten ze soms onverwacht alles achterlaten en ergens anders een veilig heenkomen zoeken.