Vrouwenrechten en religies


Een oude tekst waarin de positie van vrouwen is geregeld, komt uit Frankrijk. Deze tekst stamt uit 1791 en heet ‘Verklaring van de Rechten van de Vrouw en Burgeres’. De allereerste zin (artikel 1) van deze verklaring luidt:

“De vrouw is vrij geboren en heeft dezelfde rechten als de man.”

Ook in teksten van de Verenigde Naties kun je het een en ander over vrouwenrechten lezen. Die teksten gelden voor iedereen, waar ook ter wereld.

weegschaalMaar in werkelijkheid hebben nog steeds niet alle vrouwen dezelfde rechten als mannen, worden er vrouwen achtergesteld en krijgen vrouwen niet dezelfde kansen als mannen. Zo krijgen veel vrouwen voor hetzelfde werk minder betaald dan mannen. En in sommige landen gaan er minder meisjes naar school dan jongens.

Al deze zaken zijn het gevolg van tradities. Hierin speelt de plaats die de vrouw inneemt in de verschillende godsdiensten ook een belangrijke rol.

 


 

opdrachtJullie onderzoeken welke plaats de vrouw inneemt in de vijf wereldgodsdiensten. Deze godsdiensten zijn het boeddhisme, het christendom, het hindoeïsme, de islam en het jodendom. Jullie gaan na:

  • of, als er een stichter of profeet is die de godsdienst heeft verbreid, het een man of een vrouw is;
  • wat er in de heilige boeken van deze godsdiensten staat over meisjes en vrouwen;
  • hoe gelovige mannen in feite met vrouwen omgaan;
  • of de leer van een wereldgodsdienst gelijke behandeling van mannen en vrouwen aanmoedigt of juist ontmoedigt, en hoe dan;
  • of de god of goden in deze godsdienst mannelijk zijn, vrouwelijk of, als er meerdere goden zijn, allebei.

Het is niet de bedoeling dat je alle vijf wereldgodsdiensten gaat onderzoeken. Je krijgt een van de vijf teksten over een godsdienst te lezen.

Weet je iets over de godsdienst waar je over leest, en de rol van vrouwen daarin, en het staat niet in de tekst die je leest, schrijf het er dan bij.

Daarna leggen jullie de antwoorden die jullie op de vragen hebben gevonden, bij elkaar. Dan zie je wat de overeenkomsten en verschillen zijn tussen de wereldgodsdiensten, als je let op de plaats van de vrouw in een godsdienst.

 


 

werkinuitvoeringeenuurVoor deze opdracht krijg je 1 lesuur de tijd. De opdracht doe je in drie stappen. Per stap zie je hoeveel tijd je ervoor krijgt.

Stap 1: 10 minuten
Je leest in je eentje de bron ‘Wat doen de VN?’

Stap 2: 30 minuten
Je juf of meester deelt de klas in vijf groepen in. Zij of hij geeft iedere groep een tekst over een wereldgodsdienst. Lees de tekst en noteer je antwoorden op de vragen in ‘Opdracht’.

Stap 3: 20 minuten
Klassengesprek. Je juf of meester vraagt naar de antwoorden die je in Stap 2 hebt opgeschreven.

Daarna gaan jullie met de hele klas na wat de plaats van man en vrouw is in elk van de vijf godsdiensten.

Wat voor overeenkomsten tussen de godsdiensten zie je? Wat voor verschillen?

Wat zou er in elk van die godsdiensten moeten veranderen, opdat iedereen als gelijke wordt behandeld en niet wordt achtergesteld? Dat laatste is namelijk wat de Verenigde Naties willen.

 



In het boeddhisme zijn er vele stromingen. Elke stroming kijkt op een eigen manier aan tegen de heilige teksten van deze godsdienst. Maar in alle stromingen is het hoogste streven voor een boeddhist om verlicht te worden, oftewel: op te gaan in het nirwana. Dat is een eeuwigdurende staat van geluk zonder verlangens en zonder de pijn van dingen die je bent kwijtgeraakt.

Boeddhisten geloven ook in wedergeboorte door zielsverhuizing. Als je goed leeft, word je in een hogere levensvorm geboren, tot je uiteindelijk het nirwana bereikt. Maar als je slecht leeft, word je in een lagere levensvorm geboren, bijvoorbeeld als een dier en raak je verder van het nirwana weg.

Siddharta, de stichter van het Boeddhisme en de eerste Boeddha (= Verlichte), zou gezegd hebben dat mannen en vrouwen gelijk zijn. De meeste heilige teksten zijn door mannen geschreven, maar de Therigatha bijvoorbeeld is geschreven door een vrouw.

Dit zeggen heilige boeken van het boeddhisme over vrouwen

  • Zowel mannen als vrouwen kunnen (bedel)monnik worden. Dat is een manier om dichter bij het nirwana te komen. Beide kunnen volgens de heilige tekst Samyutaa-nikaya 1.33 het nirwana bereiken. Sommige vrouwen, zoals Dhammadinna, zijn op die manier een rolmodel geworden voor zowel mannen als vrouwen. Dhammadinna onderwijst haar echtgenoot en andere mannen in de boeddhistische leer.

    boeddistischenonBoeddhistische vrouwelijke monnik of non, evenals haar mannelijke
    soortgenoten kaalgeschoren als teken van het afzien van een mooi uiterlijk
    .

  • Maar er zijn ook heilige teksten die zeggen dat vrouwen alleen het nirwana kunnen bereiken, als ze zijn overleden en als man zijn wedergeboren. Daar moeten vrouwen wel goed voor leven.

  • In sommige heilige teksten staat dat geboren worden als vrouw een straf is voor zonden (zoals diefstal) die ze in een vorig leven hebben begaan.

  • Vrouwen kunnen mannen ook hinderen in hun weg naar het nirwana door hen te  betoveren met hun schoonheid en liefde:

    “Mannen, ik ken geen andere vorm die zo aanlokkelijk, zo bedwelmend, zo verblindend, zo afleidend, en zulk een hindernis is om de onevenaarbare vrede te verwerven als de vorm van een vrouw.”
    Anuguttara-nikaya, 5.6.55

    Op een vraag van zijn leerling Ananda waarom vrouwen geen belangrijke posities bekleden in de handel en de rechtspraak, antwoordt Boeddha:

    “Vrouwen zijn ongecontroleerd, Ananda. Vrouwen zijn jaloers, Ananda. Vrouwen zijn hebzuchtig, Ananda. Vrouwen zijn zwak in wijsheid, Ananda.”
    Anguttara-nikaya, 4.8.80

  • In westerse stromingen van het boeddhisme zijn man en vrouw wel gelijkwaardig en hebben ze ook gelijke capaciteiten.

 



Volgens de Bijbel, het heilige boek van de christenen, is er maar één God. Hij is almachtig en wordt in de Bijbel altijd als mannelijk aangemerkt.

Eerst schiep God het heelal en de aarde, daarna planten en dieren. Vervolgens schiep God de eerste mens, Adam. Om Adam gezelschap te geven, schiep God de eerste vrouw, Eva. 

Eva liet zich door een slang (= de duivel) verleiden om van de verboden vrucht van de Boom der Kennis te eten. Ook liet Eva Adam van deze vrucht eten. Dat maakte God zo boos dat Hij Adam en Eva uit het paradijs heeft verbannen. Adam en Eva werden hierdoor sterfelijk.

Vrouwen spelen een belangrijke rol in de verspreiding van het geloof. Maria, de moeder van Jezus Christus, is de eerste gelovige en wordt door rooms-katholieken vereerd. Jezus Christus, de zoon van Maria en de stichter van het christendom, is man. Maar in zijn gevolg waren naast de twaalf mannelijke apostelen ook enkele vrouwen. Dat waren onder meer Maria Magdalena en Suzanne. Voor die tijd was dat zeer uitzonderlijk. Vrouwen waren vooral verantwoordelijk voor het huishouden en voor het werk op het veld.

pausDe houding van Christus tegenover vrouwen is positief en hij roept vrouwen op om zich open te stellen voor zijn godsdienst.

Mannen en vrouwen kunnen het doopsel krijgen; daarmee wordt de gelijkheid van man en vrouw op godsdienstig gebied erkend.

Hier staat tegenover dat in het christendom mannen vaak belangrijke godsdienstige functies hebben. Alle apostelen (= boodschappers van God) waren mannen.

In de rooms-katholieke kerk zijn alle priesters ongehuwd en man. En alleen een man kan paus (zie rechts), de leider van de rooms-katholieke kerk, worden.

In een aantal protestantse stromingen kunnen ook vrouwen voorganger worden zoals rooms-katholieke priesters dat zijn. Wel noemen we voorgangers in protestantse kerken altijd dominee of predikant.

Volgens sommige teksten in de Bijbel is de man de baas over de vrouw. Paulus zegt hierover in zijn brief aan de Kolosezen (inwoners van de Griekse stad Kolosse): 'Vrouwen, weest uw man onderdanig, gelijk het betaamt in de Here'.

Hij zegt ook dat bij het bidden vrouwen hun hoofd moeten bedekken; mannen hoeven dat niet. De reden? Paulus:

“Een man hoeft zijn hoofd niet te bedekken, want hij is Gods evenbeeld en een afstraling van zijn heerlijkheid, terwijl een vrouw weer de glorie is van haar man.”
1 Kor. 11:3-10

 



Het christendom, de islam en het jodendom hebben maar één god. Het hindoeïsme heeft er velen. En sommige van deze wezens zijn vrouw, godinnen dus. Een vrouw staat volgens hindoes zelfs aan het begin van de schepping. De godin Vac is het scheppend woord dat aan de schepping van alles voorafgaat. Samen met de god Prajapati, de god van het offer, doet ze de schepping ontstaan door aan alles een naam te geven.

Andere belangrijke godinnen zijn Usas, de godin van de morgenstond; Ratri, de godin van de nacht en Sarasvati, de godin van de rivier van de hemelse oorsprong. Maar er zijn wel veel meer goden dan godinnen.

sarasvatiSarasvati

Hoe belangrijk de godinnen ook zijn, de godsdienstige kennis wordt door mannen onderwezen. De kennis wordt door priesters van vader op zoon overgedragen. Dat doen de priesters mondeling door middel van mantra’s (gebeden) en gezangen. Zonder een zoon kan de kennis niet worden overgedragen. Het krijgen van een zoon is zelfs een van de drie plichten van een goede hindoe. Een zoon wordt beschouwd als ‘een schip dat zijn vader naar het hiernamaals brengt’. De geboorte van een dochter wordt als een mindere zegen of zelfs als een vloek gezien.

Als een man geen zonen krijgt, wordt de oudste dochter putrika, ‘vrouwelijke zoon’, genoemd. Zij mag dan de begrafenisrituelen van haar vader uitvoeren, maar ze krijgt geen kennis van de Veda’s, de belangrijkste heilige boeken.

Alleen door te trouwen kan een vrouw deel gaan nemen aan het godsdienstige leven. De vader van de vrouw moet een bruidsschat betalen aan de vader van de man. De bruidsschat is een vergoeding voor de zorg voor de bruid die de familie van de bruidegom op zich neemt na het huwelijk. De vrouw gaat wonen bij de familie van de man en komt onder gezag van de schoonmoeder te staan. Pas als ze en zoon baart, verdient ze meer respect. Vrouwen blijven hun leven lang ondergeschikt aan een mannelijk persoon: als kind onder haar vader, als echtgenote onder haar man en als moeder onder haar zonen.

Een man moet wel gaan trouwen, omdat hij zonder een vrouw geen godsdienstige rituelen kan uitvoeren. In de rituele handboeken staat letterlijk dat een offer dat door een alleenstaande man wordt uitgevoerd waardeloos is.

Mannen en vrouwen worden in sommige heilige teksten als aanvulling op elkaar gezien:

“Wij zijn ieder als het ware slechts de helft.”
Brihadaranaka Upanishad 1.4.3

Maar in andere teksten wordt de vrouw geschapen als steun voor de man, aan wie ze ook ondergeschikt is:

 “Prajapati overwoog: ‘Kom laat ik hem een steunpunt bereiden’ en schiep de vrouw.”
Brihadaranaka Upanishad 6.4.2

 



Het heilige boek van de islam is de Koran. De Koran is door Allah (zo noemen moslims God) via zijn engel Gabriël aan de profeet Mohammed geopenbaard. De teksten in de Koran worden vooral door strenggelovige moslims letterlijk genomen.

Allah wordt als mannelijk voorgesteld. Mohammed, profeet en de eerste kalief (leider van de moslims) is een man. Ook alle kaliefen die hem hebben opgevolgd, zijn man. De Eerste Wereldoorlog betekende het einde van het Ottomaanse Rijk. Vanaf 1920 is er geen kalief meer.

Voor Allah zijn mannen en vrouwen gelijk. Ze zullen allebei worden gered als ze zich overgeven aan Allah (islam betekent letterlijk: onderwerping aan Allah).

“De mannen en vrouwen die zich aan God hebben overgegeven, de gelovige mannen en vrouwen, de onderdanige mannen en vrouwen, de oprechte mannen en vrouwen, de geduldig volhardende mannen en vrouwen, de deemoedige mannen en vrouwen, de mannen en vrouwen die aalmoezen geven, de mannen en vrouwen die vasten, de mannen en vrouwen die God veel gedenken, voor hen heeft God vergeving en een geweldig loon klaargemaakt.”
Soera 33:35

De eerste vrouw van Mohammed, Khadidja, was een welgestelde zakenvouw voor wie Mohammed als karavaandrijver werkte, tot hij met haar trouwde. Dat neemt niet weg dat de idee van gelijkheid van man en vrouw niet altijd in praktijk wordt gebracht binnen de islam. Daardoor kunnen niet alle moslima’s net als Khadidja een belangrijke positie innemen.

Binnen het huwelijk zijn er namelijk grote verschillen:

 “De mannen hebben een positie boven haar.”
Soera 2:228

Mannen mogen met vier vrouwen trouwen als hij ze alle vier kan onderhouden; vrouwen mogen maar met één man trouwen.

Binnen het huwelijk moet de vrouw onderdanig zijn aan de man. Vrouwen moeten hun man gehoorzamen en een man mag zijn vrouw slaan als ze ongehoorzaam is:

“De deugdzame vrouwen zijn onderdanig (…). Maar zij, van wie jullie ongezeglijkheid vrezen, vermaant haar, laat haar alleen in de rustplaatsen en slaat haar. Als zij jullie dan gehoorzamen, dan moeten jullie niet proberen haar nog iets aan te doen.”
Soera 4:34

Bij strenggelovige moslims moeten vrouwen bij voorkeur in huis blijven, en – als er gasten zijn - in aparte vrouwenvertrekken. Vrouwen mogen – bij strenggelovige moslims - geen contact hebben met vreemde mannen. Om geen last van de blikken van vreemde mannen te hebben, behoren vrouwen een sluier te dragen (zoals in Iran) en soms zelfs een kleed dat hun hele lichaam bedekt (een boerka, zoals in Afghanistan).

burka

Islamitische mannen mogen met vrouwen met een andere godsdienst trouwen (ook christelijke vrouwen bijvoorbeeld), maar islamitische vrouwen mogen alleen met islamitische mannen trouwen.

Ook in de rechtsprak worden mannen en vrouwen niet altijd gelijk behandeld. In landen met een islamitische rechtspraak (sharia) geldt de getuigenis van een vrouw half zo zwaar als die van een man. Als een man zijn vrouw ernstig mishandelt en hij ontkent dat voor de rechtbank, dan krijgt de man gelijk omdat zijn getuigenis twee keer zo zwaar telt.

In 1981 gaf de Islamitische Europese Raad de Universele Islamitische Verklaring van de Mensenrechten uit. Dat deed de raad, omdat die het niet eens was met alle artikelen van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de VN. In de verklaring van de raad staan aparte rechten van gehuwde vrouwen en wordt meermalen verwezen naar islamitische wetten.

 



Volgens de Thora, het eerste deel van de Hebreeuwse Bijbel en het heilige boek van het jodendom, is er maar één God. Hij wordt altijd Jahweh ('De naam van God') genoemd. Hij is almachtig en wordt in de Thora altijd als mannelijk aangemerkt.

aanwijstokBijschrift: Een Thorarol met Jad (aanwijsstokje)

Eerst schiep Jahweh het heelal en de aarde en daaarna alle levende wezens. Als laatste schiep Jahweh de mens, eerst een man (Adam) en daarna een vrouw, Eva, om de man gezelschap te geven. 

De Thora beschrijft verder hoe Jahweh zich openbaarde aan het Joodse volk, eerst via de aartsvaderen Abraham, Isaäk en Jacob, en daarna via Mozes. Dat waren allemaal mannen. Volgens de leer van de joden zal een Verlosser op aarde komen om het volk te bevrijden van de dood en hij zal hen naar het paradijs voeren. Deze Verlosser, die Messias genoemd wordt, zal ook een man zijn. 

In de Thora worden de vrouwelijke begrippen sophia en hokmah gebruikt als aanduiding voor goddelijke wijsheid. Deze wijsheid was er al vóór de schepping van de wereld:

“De wijsheid, de maakster van alles, heeft mij onderricht (…) zij is de ademtocht van Gods kracht.”
Wijsheid van Salomon 7:22-30

Joden zijn een door Jahweh uitverkoren volk. Zij zijn anders dan andere volken. Het onderscheid wordt gemaakt door de Joodse wetten, waar onder de reinheidsvoorschriften. Alles wat met de dood te maken heeft, bepaalde dieren, ziekte en bloed worden als onrein gezien. Omdat vrouwen eens per maand menstrueren, worden zij ook als onrein gezien. De week van de menstruatie en de week daarna (dus veertien dagen in totaal) zijn vrouwen onrein. Na veertien dagen kan ze weer rein worden door een ritueel bad te nemen, de mikveh.

“Iedereen die (een menstruerende vrouw) aanraakt, is tot de avond onrein; alles waarop zij tijdens haar onreinheid stapt, wordt onrein; alles waarop zij zit eveneens. Ieder die de plaats aanraakt waarop zij gezeten heeft, moet zijn kleren wassen en een bad nemen.”
Leviticus 15:19-28

Door haar onreinheid kan een vrouw niet dezelfde godsdienstige functies hebben als een man. Zij kan bijvoorbeeld geen rabbijn worden. In een synagoge mogen vrouwen zich niet onder de mannen begeven, maar moeten zij in een aparte ruimte blijven.

Volgens het joodse Scheppingsverhaal wordt Eva geschapen omdat Adam zich eenzaam voelt. Eva eet van een verboden vrucht van de boom der kennis. Ze haalt Adam over om dit ook te doen. De vrouw in het algemeen wordt daarom gezien als verleidster en als oorsprong van het kwaad en de zonde. Adam en Eva worden uit het paradijs verbannen. De man krijgt als straf dat hij hard moet werken op het land. Ook de vrouw krijgt straf:

“Zeer zwaar zal ik maken de lasten van uw zwangerschap: met pijn zult gij kinderen baren. Naar uw man zal uw begeerte uitgaan, hoewel hij over u heerst.”
Genesis 3:16

De rol van de vrouw bestaat volgens de Thora uit het krijgen van kinderen, liefst jongens, en de onderwerping aan de man. Een vrouw moet altijd toebehoren of onder het toezicht staan van een man (vader of echtgenoot); als ze een godsdienstige belofte wil doen (nazireaat), moet ze daarvoor toestemming van haar vader of man krijgen. Het huwelijk wordt gezien als een overdracht van eigendom. De vrouw behoort, net als een slaaf, rund of ezel, tot het eigendom van de man.

Ongehuwde en onafhankelijke vrouwen worden gezien als een bedreiging van de maatschappij en van het geloof.

In Spreuken 31:10-31 staat geschreven hoe een ideale vrouw zich hoort te gedragen:

“Zij brengt haar man geluk, geen ongeluk, alle dagen van haar leven. Ze zoekt zorgvuldig wol en linnen uit en doet daarmee wat haar handen aangenaam vinden. Ze staat op terwijl het nog nacht is en deelt leeftocht uit aan haar gezin. Ze gaat de gangen van haar gezin na en eet haar brood niet in ledigheid.”

Tegenwoordig zijn er richtingen binne het Joodse geloof die minder streng zijnvoor vroiuwen. In Westerse landen, ook in Israël, kunnen Joodse vrouwen meer geëmancipeerd zijn. Er zujn daar ook vrouwekijke rabbijnen.

 



In 1948 namen de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens aan. In Artikel 1 van die verklaring staat dat alle mensen gelijk zijn en op gelijke wijze moeten worden behandeld. In Artikel 2 staat dat iedereen recht heeft op álle rechten ongeacht of je jongen of meisje, man of vrouw bent.

In 1967 namen de Verenigde Naties een verklaring aan tegen achterstelling van vrouwen. Dat is de Verklaring voor de Uitbanning van Discriminatie van Vrouwen. Daarin staat onder meer dat achterstelling van vrouwen verboden is en vrouwen dezelfde rechten moeten hebben als mannen. In 1979 namen de Verenigde Naties het Verdrag Inzake de Uitbanning van Alle Vormen van Discriminatie van Vrouwen aan. Deze verklaring en dit verdrag vullen de VN-mensenrechtenverklaring aan.

Sinds 1978 houden de Verenigde Naties elk jaar op 8 maart de Internationale Vrouwendag. Of eigenlijk: de VN namen de Vrouwendag over. Die dag bestond namelijk al sinds 8 maart 1908. Op die dag gingen in New York voor het eerst in de wereld vrouwen in staking. Daarmee protesteerden ze tegen ongelijke behandeling van vrouwen en mannen.watdoendevnTen slotte houden de Verenigde Naties om de vijf jaar een bijeenkomst waarbij bekeken wordt wat er moet worden gedaan om het leven van vrouwen beter te maken.

Met dat beter maken van het leven van vrouwen is op verschillende manieren vooruitgang geboekt. Zo krijgen steeds meer vrouwen een (goedbetaalde) baan, bijvoorbeeld in het bestuur van een groot bedrijf. Ook hebben vrouwen nu vrijwel overal ter wereld kiesrecht, waar mannen dat ook hebben..

Maar van gelijke behandeling en gelijke kansen voor mannen en vrouwen is nog niet altijd sprake. Zo is nog maar een klein deel van de staatshoofden en regeringsleiders vrouw. Nederland bijvoorbeeld heeft nog nooit een vrouwelijke premier gehad. Groot-Brittannië heeft er tussen 1979 en 2019 al drie gehad, Margaret Thatcher, Theresa May en Liz Truss. En in sommige landen gaan nog steeds meer jongens dan meisjes naar school. Dat heeft meestal te maken met tradities en godsdienstige opvattinen in die landen.

 



Wat is de rol van vrouwen en mannen in de vijf wereldgodsdiensten boeddhisme, christendom, hindoeïsme, islam en jodendom? Wat zijn de idealen in die religies met betrekking tot (mannen en) vrouwen? Wat wordt er in elk van die godsdiensten verwacht aan deugden? Is er sprake van gelijkwaardigheid van vrouwen en mannen of juist niet? Leerlingen gaan dit alles na in deze les en vertellen elkaar en aan u wat ze te weten zijn gekomen.

Voor deze les trekt u 1 uur uit.

Plan van aanpak:
U laat alle leerlingen individueel de bron ‘Wat doen de VN?’ lezen. Trek er 10 minuten voor uit.

Dan wordt het tijd voor de groepsactiviteit. Trek er 30 minuten voor uit.

U maakt vijf groepen en geeft iedere groep een van de vijf leesbronnen over een wereldgodsdienst. Tijdens het lezen van de tekst noteren ze:

  • als er een stichter of profeet is die de godsdienst heeft verbreid, is het dan een man of een vrouw?;
  • wat er in de heilige boeken van deze godsdiensten staat over meisjes en vrouwen;
  • hoe gelovige mannen met vrouwen omgaan;
  • of de leer van de wereldgodsdiensten gelijke behandeling van mannen en vrouwen aanmoedigt of juist ontmoedigt, en hoe dan, en
  • of de god of goden in deze godsdienst mannelijk of vrouwelijk zijn. En als er meerdere goden zijn, of ze zowel mannelijk als vrouwelijk zijn.

Het resterende deel van de tijd besteedt u aan het klassikale gedeelte van de opdracht. U vraagt iedere groep wat voor antwoorden ze hebben gegeven op de vijf onderzoeksvragen uit ‘Opdracht’.

Bespreek dan met de klas welke overeenkomsten en verschillen er blijken te zijn tussen de vijf godsdiensten als het gaat om de plaats van vrouwen en mannen daarin.
De Verenigde Naties willen dat iedereen gelijk wordt gehandeld, ongeacht zijn of haar geslacht en dat niemand wordt gediscrimineerd omwille van het geslacht. Leg aan de klas de vraag voor wat er in elk van de vijf godsdiensten moet veranderen, opdat alle aanhangers elkaar als gelijke behandelden en niet discrimineren.

Uitwerking:
In het christendom, de islam en het jodendom is er één almachtige god die mannelijk is. In het boeddhisme en het hindoeïsme is dat niet zo. Het al of niet aanwezig zijn van een almachtige mannelijke god bepaalt mede de positie van meisjes en vrouwen in de godsdienst.

Verder hebben alle wereldgodsdiensten behalve het hindoeïsme met elkaar gemeen dat de stichter of profeet ervan een man is. Dat verklaart waarom in deze vier godsdiensten erediensten overwegend worden geleid door mannen, hoewel in protestantse kerken ook vrouwelijke voorgangers werkzaam zijn. Ook bij het hindoeïsme spelen mannen bij erediensten een hoofdrol en vrouwen een beperkte rol.

Over de positie van vrouwen en mannen is globaal het volgende te zeggen per godsdienst:

Boeddhisme: Volgens Boeddha zijn vrouwen en mannen gelijkwaardig. En inderdaad kunnen zowel vrouwen als mannen in een boeddhistische klooster intreden en zijn niet alle heilige teksten van deze godsdienst door een man geschreven. Maar volgens sommige heilige teksten hebben vrouwen een lagere statuur dan mannen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de opvatting zoals in een tekst verwoord dat een man als vrouw wedergeboren kan worden als hij niet goed heeft geleefd.

Christendom: Vrouw en man worden in de Bijbel niet bepaald als gelijkwaardig aan elkaar neergezet. Dat blijkt al uit het Scheppingsverhaal en uit andere teksten uit de Bijbel. De vrouw word voorgesteld als een afspiegeling van de man die op zijn beurt een afspiegeling is van de Schepper. Het Scheppingsverhaal vertelt hoe Eva Adam ertoe verleidt om ongehoorzaam te zijn tegenover God. Wel hebben enkele vrouwen een belangrijke rol gespeeld in de verbreiding van de godsdienst, om te beginnen Maria, de moeder van Jezus Christus.

Hindoeïsme: Deze godsdienst heeft meerdere goden, zowel vrouwelijke als mannelijke. De wereld is zelfs door een vrouwelijke god geschapen. Maar de positie van de vrouw in het hindoeïsme is al eeuwenlang een ondergeschikte. Een vrouw is als meisje gehoorzaamheid verschuldigd aan haar vader, later aan haar echtgenoot en tenslotte aan haar zoons. Verder wordt het doorgeven van kennis van de godsdienst alleen gedaan door vaders aan hun zoons. Ook is een gezin pas echt compleet als de ouders tenminste één zoon hebben. 

Islam: Voor Allah, de god van de moslims, zijn vrouwen en mannen gelijk. Maar aan de hand van de Koran zijn er allerlei regels inzake huwelijk en gedrag van vrouwen waar vooral strenggelovige moslims zich aan houden. De vrouw wordt geacht gehorzaam te zijn aan haar echtgenoot en zich min of meer afzijdig op te stellen van het openbare leven. Wat de keuze van een huwelijkspartner betreft hebben vrouwen minder vrijheid dan mannen. In de islamitische rechtspraak wegen getuigenissen van vrouwen minder zwaar dan die van mannen. In het erfrecht ontvangen zonen twee keer zoveel als dochters.

Jodendom: Vrouw en man worden in de Hebreeuwse Bijbel niet bepaald als gelijkwaardig aan elkaar neergezet. Dat blijkt al uit het scheppingsverhaal en uit andere teksten uit de Hebreewse Bijbel. De man werd eerste geschapen. Daarna maakte Jahweh (='De naam van God') uit een rib van de eerste man (Adam) de eerste vrouw (Eva). Jahweh had de bedoeling dat Eva de helper werd van Adam. Er wordt gezegd dat beiden als Gods evenbeeld werden geschapen, dat wil zeggen dat de twee mensen op God leken. Het scheppingsverhaal vertelt hoe Eva Adam ertoe verleidt om ongehoorzaam te zijn tegenover Jahweh. De positie van de vrouw wordt ook bepaald door het onderscheid tussen rein en onrein. Onrein is onder meer alles wat met bloed te maken heeft. Doordat vrouwen gedurende een groot deel van hun volwassen leven menstrueren, zijn ze iedere maand een aantal dagen lang onrein. Dat sluit uit ze rabbijn kunnnen worden en is ook een reden dat ze tijdens erediensten in een synagoge altijd apart moeten gaan zitten. Tenslotte wordt van de ideale joodse vrouw verwacht dat ze een gehoorzame en toegewijde echtgenote is en een toegewijde moeder, die liefst ook nog tenminste één zoon ter wereld heeft gebracht.

N.B.: De Hebreeuwse Bijbel is een verzameling van joodse heilige teksten. Deze Bijbel valt voor een groot deel samen met het eerste deel van de Christelijke Bijbel, die bij christenen Oude Testament wordt genoemd.


Deze les past bij:

  • Kerndoel 34: De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen.
  • Kerndoel 38: De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met verschillen in opvattingen van mensen.

 


 

  • De leerlingen kunnen alle vijf wereldgodsdiensten noemen.
  • De leerlingen kunnen enkele overeenkomsten en verschillen benoemen tussen de wereldgodsdiensten, waar het gaat om beeldvorming van de vrouwen.
  • De leerlingen kunnen enkele overeenkomsten en verschillen benoemen tussen de wereldgodsdiensten, waar het gaat om de rol die in het dagelijks leven wordt verwacht van vrouwen en mannen binnen die godsdiensten.
  • De leerlingen kunnen aanduiden wat voor verband er bestaat tussen het beeld dat van de god of goden en van de stichter of profeet van de wereldgodsdiensten bestaat en de rollen van vrouwen en mannen binnen die godsdiensten.
  • De leerlingen hebben gezien hoe de Verenigde Naties gelijkheid tussen vrouw en man en gelijke behandeling van vrouwen en mannen propageren.

 



De leerlingen hebben de opdracht in de les goed gemaakt als ze:

  • een globaal beeld hebben verkregen van de positie van de vrouw en van de man in elk van de vijf wereldgodsdiensten;
  • hebben nagedacht over de vraag hoe de leer van die godsdiensten kan worden toegesneden op notie van gelijke behandeling van vrouwen en mannen, zoals verwoord in de Mensenrechtenverklaring en het Vrouwenrechtenverdrag van de Verenigde Naties, hun standpunt hierover kenbaar hebben gemaakt;
  • in het klassengesprek hebben laten zien dat ze met respect met elkaar om zijn gegaan en dat ze respect hebben getoond voor elkaars standpunten.

 

verwante lessen

Login Form