Volgens de leer van het boeddhisme is het heelal met de aarde en alles wat leeft niet in een ver verleden ontstaan. Het is er altijd geweest en het zal er altijd zijn. Van een schepper die alles gemaakt heeft, is dus geen sprake.
Boeddhisten zien de aarde als een levend wezen met zorgzame eigenschappen. De aarde geeft ons een plek én wat nodig is om te leven, namelijk lucht, water en voedsel. Als wij als mensen goed met elkaar samenwerken, dan is de aarde gezond. Maar als we dat niet doen, wordt de aarde ziek en loopt ze zelfs kans om ten onder te gaan.
Er zijn volgens boeddhisten genoeg redenen om te zeggen dat de aarde op dit moment ziek is. Maar ze zeggen ook dat we genoeg mogelijkheden hebben om haar gezond te maken en te houden.
Boeddhisten zien zichzelf als onderdeel van de natuur. Mensen zijn slechts een draadje in het web van het leven. Andere belangrijke draden zijn de dieren en de planten. Als je draden van het web kapot maakt of vernielt, heeft dat invloed op de samenstelling van het web waar uiteindelijk je bestaan van afhangt. We dreigen het evenwicht en de harmonie in het web te vernielen en daarmee, uiteindelijk, onszelf.
Dit alles is een andere manier om het volgende te zeggen: We leven in een ecosysteem dat de hele aarde omvat. Een ecosysteem is een samenleving van soorten levende wezens die afhankelijk zijn van elkaar. Als er soorten planten of dieren bedreigd worden, raakt die samenleving verstoord. Daar ondervinden we dan de kwalijke gevolgen van.
Daarom moeten we altijd goed beseffen dat wij als mensen afhankelijk zijn van de lucht, de zon, de aarde en de regen. We moeten inzicht hebben in de relatie tussen de mensen en de planten, dieren en alle andere levende wezens. De mens kan zich niet gedragen alsof de aarde zijn eigendom is waarmee hij kan doen wat in hem opkomt.
Wij mensen zijn hier slechts op bezoek, net zoals de rest van de levende wezens. Boeddhisten wordt daarom aangeraden om met de natuur heel respectvol en voorzichtig om te gaan. Milieuvervuiling of op een andere manier schade toebrengen aan de natuur gaat in tegen de waarden van het boeddhisme. De natuur omvat alles wat groeit en bloeit. De natuur wordt vaak gebruikt als voorbeeld om moeilijke dingen uit te leggen. Kijk maar eens naar de lotusbloem: hij groeit vanuit de modder als een prachtige bloem naar het licht. Dat is volgens de boeddhisten wat er met mensen gebeurt, als ze de leer van Boeddha volgen.