Pagina 13 van 13
De leerlingen hebben de opdracht in de les goed gemaakt als:
- ze overeenkomsten en verschillen kunnen aanduiden tussen de vijf wereldgodsdiensten, waar het gaat om de kijk die de aanhangers van deze godsdiensten hebben op de natuur;
- ze voor zichzelf en met elkaar een mening hebben gevormd over de vraag of je persé een godsdienst moet aanhangen om voldoende respect op te kunnen brengen voor de levende natuur;
- ze op constructieve en respectvolle wijze hebben deelgenomen aan het klassengesprek, waarbij iedereen evenveel kans heeft gekregen om zijn of haar opvattingen over godsdienst en natuur aan bod te laten komen.