Als jongen geloofde Darwin, net als iedereen in die tijd, dat God de wereld, de planten, de dieren en de mens geschapen had. Maar hoe meer hij te weten kwam over dieren en planten, hoe meer hij aan deze zienswijze ging twijfelen. En al helemaal toen hij na zijn verblijf op de Galápagoseilanden zijn evolutieleer had opgesteld. Hij ging zich afvragen of ook de mens als soort door evolutie was ontstaan. Hij vermoedde dat mensen en apen wel eens dezelfde voorouders konden hebben, net als die soorten vinken op de Galápagoseilanden. Hij raakte er steeds meer van overtuigd dat ook de mens door de langzame ontwikkeling van soorten is ontstaan, van soorten apen in dit geval.
Toen hij dat in het openbaar zei, werd hij door de meeste mensen voor gek verklaard. Immers, destijds geloofde vrijwel iedereen dat God de aarde en al het leven op aarde had geschapen. Ze vonden Darwins vermoeden een belediging voor henzelf en de Schepper. Ze spotten met hem, zoals in de spotprent hiernaast is te zien.
Darwin hield voet bij stuk. Zijn aanhangers en navolgers gingen verder met het onderzoek naar de evolutie van het leven op aarde. Telkens weer vonden en vinden geleerden nieuwe stukjes in de legpuzzel van de evolutie die 4 miljard jaar omspant. Een van die stukjes in de puzzel was de vondst van Lucy in Oost-Afrika.
Kijk nu naar de evolutie van het leven op aarde vanaf het begin tot nu, verteld in een tekenstrip in 44 seconden in de YouTubefilm ‘Carl Sagan - COSMOS - Evolution’: