Ik en mijn prothese

 

prothese zwemmenJe schoenen aantrekken, even een sprintje trekken, je denkt er normaal niet bij na. Maar hoe is het als je door een ongeluk of ziekte een of meer ledematen moet missen? Zoiets overkomt veel mensen, ook kinderen, in gebieden waar tijdens een oorlog landmijnen zijn gelegd.

Goed, je krijgt dan een of meer protheses. Dat zijn onder meer kunstbenen, kunsthanden of -armen, zo nodig met gewrichten en motortjes. Maar je moet er wel mee leren omgaan. En ook is het maar de vraag of je er alles mee kunt wat je gewend was te doen, toen je alle ledematen nog had.

 

 



opdrachtIn deze les verplaats je je in het leven van iemand met een of meer protheses. Dat doe je door te lezen over mensen die een of meer protheses hebben en hoe ze ermee hebben leren leven.

Daarna bereidt je een interview voor met iemand die met een of meer protheses door het leven moet. Of met iemand die mensen helpt die een of meer ledematen zijn kwijtgeraakt en verder moeten met een of meer protheses.

Je juf of meester zal proberen iemand te vinden voor het interview.

Als dat niet lukt, schrijf dan een verhaal (1/4 A4-tje) over hoe het voor jezelf zou zijn, om voortaan aangewezen te zijn op een of meer protheses. Beschrijf hierin:

  • hoe je een of meer ledematen bent kwijtgeraakt;
  • wat de verschillen zijn met je leven voor het ongeluk of ziekte;
  • wat je opnieuw moest leren;
  • van wie je daar hulp bij kreeg of nog steeds krijgt, en wat voor hulp.

 


 

werkinuitvoeringeenuurVoor deze opdracht krijg je 1 lesuur de tijd. En als je juf og meester iemand weet te vinden voor een interview, nog eens 15 minuten.

Eerst zegt zij of hij of jullie vragen moeten gaan bedenken voor een interview met iemand die een of meer ledematen is kwijtgeraakt, of met iemand die mensen helpt die zoiets hebben meegemaakt. Of zij of hij vraagt jullie om een verhaal te schrijven over hoe het is om een of meer protheses te hebben.

Eerst laat zij of zij een video zien over iemand die slachtoffer is geworden van een landmijn.

Lees ‘Wat doen de VN?’. Dat doe je alleen en je krijgt er 10 minuten de tijd voor.

Je juf of meester deelt de klas in groepen van vier in.

Spreek met je groepsgenoten wie welke bron leest en lees de bron die je hebt gekozen. Je krijgt er 20 minuten de tijd voor.

Bedenk met je groepsgenoten vragen voor het interview. Je krijgt er 10 minuten de tijd voor.

Of je schrijft samen verhaal. Daar krijg je 30 minuten de tijd voor.

Lever je vragen of je verhaal in bij je juf of meester.

Met de klas neemt zij of hij de vragen door die jullie hebben bedacht.

 


 

Kijk naar de YouTube-video ‘Rode Kruis-Vlaanderen’: 

Toelichting: Inge Franki, een medewerkster van het Rode Kruis-Vlaanderen, verzorgt Thoyen Voeung. Hij verloor een arm en een been toen hij op een mijn stapte. Thoyen Voeung woont nog altijd aan de rand van een mijnenveld in Cambodja.


 

Kinderen spelen graag. In een land waar oorlog is geweest, kan dat gevaarlijk zijn,  met name als er tijdens die oorlog landmijnen zijn gelegd. Daar trappen kinderen makkelijk op, bijvoorbeeld als ze een bal achterna rennen die buiten het speelveld terechtkomt. Of ze zien een landmijn voor iets anders aan en pakken hem op.

Dat overkwam Abdi en Khadra. Ze zijn broer en zus. Hij is negen jaar oud, zij is veertien. Ze wonen in Dhubato, een klein dorp in Somalië (Oost-Afrika). Beide kinderen waren op de geiten bij het huis van hun ouders aan het passen. Khadra zag iets uit de grond steken. Ze dacht dat het een thermoskan was en riep haar broertje. Terwijl hij naar haar toe kwam lopen, raakte ze de ‘thermoskan’ aan en die ontplofte.

landmijn

Hun moeder hoorde de ontploffing en kwam naar buiten rennen. Met de hulp van enkele dorpelingen werden Abdi en Khadra snel naar het Berbera-ziekenhuis gebracht, enkele kilometers verderop. Khadra verloor beide armen en werd blind. Abdi verloor vier vingers en raakte zwaar gewond aan een van zijn ogen.

Kinderen worden ook slachtoffer van een landmijnen zonder er zelf op te staan of er een aan te raken. Dat ondervond een meisje dat in Colombia (Latijns Amerika) woont en Claudia heet.

Ze doet haar verhaal vijf jaar nadat ze haar vader verloren had en haar moeder en zijzelf gewond raakten. Ze kan het zich nog herinneren alsof het de dag tevoren gebeurd was. Ze was met haar vader en moeder naar de markt geweest. Ze wilden met de bus naar huis gaan. Maar ze hadden pech, want de bus reed die dag niet. Dus zijn ze naar huis gaan lopen. Haar moeder was bang om in de berm van de weg te lopen, omdat daar veel ongelukken gebeurden met mijnen. Ze drukte Claudia en haar vader daarom nog eens op het hart om op de weg te blijven. Toen opeens hoorde Claudia een vreselijke knal…  Het was een ontploffing en er was heel veel stof. 

Haar vader was bovenop een mijn gestapt. De moeder van Claudia was helemaal in paniek. En al snel bleek dat haar vader het ongeluk niet had overleefd. Claudia en haar moeder waren zo bedroefd dat zij hun eigen verwondingen niet eens voelden. Maar toen haar vader eenmaal begraven was voelden zij de pijn des te meer. Niet alleen van de wonden die inmiddels behandeld waren, maar ook van het gemis.


 

Stel je voor dat je leeft in een land waar een oorlog aan de gang is. Jemen bijvoorbeeld of Libië. Wereldwijd maken talloze kinderen zoiets mee. Van die kinderen raken er velen gewond door een landmijn. Daardoor raken ze voor hun leven verminkt. Die kinderen staan ineens voor veel uitdagingen. Niet alleen lichamelijk, ook geestelijk.

meisjemetprotheseDit meisje uit Afghanistan verloor haar rechterbeen toen ze op een landmijn stapte

We hebben er een aantal op een rijtje gezet:

  • Je moet een uitgebreide en vaak zeer pijnlijke behandeling ondergaan
  • Je moet je aanpassen aan een nieuw lichaam. Je kan een arm of been zijn verloren of doof of blind zijn geworden. Het beeld dat je van jezelf hebt verandert.
  • Je zult ermee moeten zien te leven.
  • Je kunt vaak niet aan een prothese komen, of aan een gehoorapparaat. Of aan een ander hulpmiddelen dat je na je ongeluk nodig hebt om je beperkingen te overwinnen. Want vaak is er een tekort aan zulke hulpmiddelen.
  • Met de hulpmiddelen die er zijn, kun je vaak niet goed overweg. Denk hierbij aan protheses die niet goed passen, rolstoelen die niet geschikt zijn, gehoorapparaten die niet passen of waarvoor in de buurt geen batterijen te krijgen zijn. 
  • Gevoelens van schuld en schaamte over het 'ongeluk'. Als je op een mijn bent gelopen in een gebied waar je eigenlijk niet mocht komen, kun je denken dat het ongeluk je eigen schuld is.
  • Je kunt gaan denken dat je door je lichamelijke beperkingen een last bent geworden voor je familie.
  • Je moet leren omgaan met gevoelens van verdriet en schuld als vrienden of familie van je bij hetzelfde ongeluk zijn omgekomen.
  • Je kunt last krijgen van geestelijke klachten, bijvoorbeeld niet meer naar buiten durven.
  • Je familie kan zich negatief gaan gedragen tegenover je of juist teveel gaan beschermen.
  • Je kunt achtergesteld worden vanwege je beperkingen. Je wordt dan bijvoorbeeld niet toegelaten op school, bij sportieve en andere groepsactiviteiten en kunt geen werk krijgen.
  • Je kunt je zorgen gaan maken over je toekomst. Zul je ooit kunnen trouwen, een gezin stichten, werk vinden en ten volle van het leven kunnen genieten?

 


 

De Zuid-Afrikaan Oscar Pistorius werd geboren met een afwijking aan zijn benen. Toen hij elf maanden was, werden zijn beide onderbenen afgezet. Sinds die tijd heeft hij twee kunstbenen. Die moesten natuurlijk om het half jaar vervangen worden zolang hij in de groei was.

Ondanks zijn twee kunstbenen deed hij in zijn jeugd heel veel aan sport. Zo deed hij aan rugby, waterpolo en tennis. Toen hij met rugby een knieblessure opliep, ging hij als onderdeel van zijn revalidatie (= herstellen van een verwonding) hardlopen. Daar bleek hij enorm veel talent voor te hebben. Op de Olympische Spelen voor gehandicapten van 2008 won hij veel medailles. Daarna mocht hij van de internationale atletiekbond IAAF meedoen aan het gewone WK atletiek van 2011 en de Olympische Spelen van 2012. Hij kwam op beide toernooien in actie. Eerder mocht dat niet omdat daar alleen atleten "zonder technische hulpmiddelen" aan mogen meedoen.

sportermettweeprotheses


 

misslandmijnEen opmerkelijk bericht in Dagblad De Pers 

“3 april 2008 - Een 31-jarige vrouw is woensdag in Angola tot mooiste overlevende van een landmijn gekozen. De vrouw raakte bij een mijnexplosie een deel van haar been kwijt.

De missverkiezing werd gehouden om de aandacht te vestigen op het lot van slachtoffers van landmijnen. De verkiezing, waaraan achttien vrouwen met een prothese meededen, werd uitgezonden door de televisie.

De winnares, Augusta Urica, kreeg niet alleen zestienhonderd euro, ook krijgt ze een op maat gemaakte prothese. De prijzen werden uitgereikt door de Angolese presidentsvrouw Ana Paula dos Santos. De schoonheidswedstrijd was een initiatief van de Noorse kunstenaar Morten Traavik, die zich het lot van slachtoffers van landmijnen in Angola heeft aangetrokken. De Europese Unie heeft geld gegeven voor de verkiezing.

In Angola kwam in 2002 na twintig jaar een eind aan een burgeroorlog, maar in het land liggen nog miljoenen landmijnen. Jaarlijks vallen er door mijnexplosies driehonderd doden en gewonden. Rond de tachtigduizend Angolezen missen een ledemaat. Minister van gezinszaken Candida Celeste zei dat de verkiezing ertoe zal bijdragen dat mensen die door de oorlog gehandicapt zijn geraakt hun gevoel van eigenwaarde terugkrijgen.“

De Miss Landmijn-verkiezing is sindsdien een jaarlijk evenement.


 

Volgens de Verenigde Naties vormen landmijnen een wereldwijd probleem. Niet alleen zitten er wereldwijd vele tientallen miljoenen landmijnen (en niet-ontplofte bommen, granaten e.d.) in de grond. Ook zijn in verschillende landen gebieden gevaarlijk door landmijnen. Vooral in die gebieden lopen mensen, vooral kinderen kans om een of meer ledematen kwijt te raken, blind te worden of ander blijvend letsel op te lopen door een ontploffende landmijn.

Volgens de Internationale Campagne voor Uitbanning van Landmijnen ICBL zijn er in vijg jaar tijd in 58 landen ongelukken gebeurd met landmijnen.

De meeste landmijnen zijn te vinden in voormalige oorlogsgebieden in Azië, Afrika en bijvoorbeeld ook in Colombia en Midden-Amerika. Maar er zijn ook plekken in Europa waar nog mijnen liggen, in het oosten van Oekraïne bijvoorbeeld.

Daarom proberen de Verenigde Naties landmijnen de wereld uit helpen.

Dat doen zij door geld uit te geven aan mijnenruimers en speurdieren, het helpen van de slachtoffers, het geven van voorlichting over het gevaar van landmijnen en het vernietigen van voorraden landmijnen. Bij dit alles spelen Blauwhelpen een belangrijke rol. Dat zijn soldaten uit lidstaten van de VN die de vrede helpen bewaren in landen waar een oorlog net is afgelopen.

Verder streeft de VN naar een verbod op het gebruik van landmijnen. Al deze activiteiten worden gecoördineerd door de UN Mine Action Service UNMAS.

unmas

Ten slotte hebben de Verenigde Naties 4 april uitgeroepen tot Internationale Landmijnen dag (eigenlijk: Internationale Dag Voor Aandacht Voor Mijnen En Hulp Bij Mijnenontmanteling). Op die dag worden alle mijnenruimers geëerd en slachtoffers van landmijnen herdacht. Vele slachtoffers missen een of meer ledematen of zijn op andere wijzen blijvend verminkt geraakt.


 
Het is moeilijk voor te stellen hoe het is om verminkt te zijn door een landmijn, tenzij je iemand kent die het heeft meegemaakt. Door een ongeluk of ziekte raken mensen een of meer ledematen kwijt en zijn ze voortaan aangewezen op een of meer protheses. Het vergt van hen veel vindingrijkheid en doorzettingsvermogen om daarna toch een min of meer normaal leven te leiden. Zelfs al krijgen ze daarbij hulp van specialisten op het gebied van revalidatie.

Wereldwijd zijn er gebieden waar veel mensen, vooral kinderen, zoiets overkomt. Want in die gebieden liggen landmijnen die zijn gelegd tijdens een oorlog die inmiddels voorbij is. Daar worden mensen nog steeds slachtoffer van. Met deze les laat u leerlingen zien hoe het is om met een of meer protheses te (leren) leven.

Plan van aanpak:
Kent u of kennen uw leerlingen iemand met een of meer protheses? Nodig hem of haar dan uit voor een interview met vragen, die leerlingen tevoren bedenken aan de hand van wat ze in deze les hebben geleerd. Het mag ook iemand zijn met een kunstheup of een kunstknie. Doe dat wel op basis van ‘graag of niet’.

Of kent u of kennen uw leerlingen misschien een gezondheidswerker die mensen leert omgaan met een of meer protheses die ze pas hebben gekregen? Nodig hem of haar uit voor een interview met vragen die leerlingen tevoren bedenken aan de hand van wat ze in deze les hebben geleerd.

Mocht het niet lukken om iemand te vinden voor een interview, dan laat u de leerlingen een verhaal schrijven over hoe het voor hen zou zijn als ze met een of meer protheses door het leven moeten.

Eerst laat u de YouTube-video ‘Rode Kruis-Vlaanderen’ zien. Daarna laat u de leerlingen aan de opdracht in de les werken.

De leerlingen lezen individueel de tekst ‘Wat doen de VN?’. Trek er 10 minuten voor uit.

Daarna deelt u de klas in groepen van vier in. De leerlingen van iedere groep spreken met elkaar af wie welke van de vier overige bronteksten leest. Geef de groepen hier 20 minuten de tijd voor.

Heeft u iemand gevonden voor het interview, laat de groepen dan vragen bedenken voor het interview. Geef ze er 20 minuten de tijd voor.

Daarna haalt u de vragen op. Trek 10 minuten uit om met de klas de vragen door te nemen die de groepen hebben bedacht. Aan de hand hiervan stelt u de vragen op die u tijdens het interview wil stellen.

Houd het interview in de klas en trek er 15 minuten voor uit. Kan er geen interview plaatsvinden, laat dan de groepen hun verhaal schrijven. Trek er 30 minuten voor uit. Wat er in het verhaal moet komen, staat in ‘Opdracht’. Het verhaal mag maximaal ¼ A4-tje lang zijn.

Als iedereen klaar is, haalt u de verhalen op en kijkt ze na.


Deze les past bij:

  • Kerndoel 34: De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen.

 


 

  • De leerlingen kunnen enkele oorzaken benoemen waarom mensen een of meer ledematen kwijtraken.
  • De leerlingen hebben aan de hand van voorbeelden gezien hoe mensen deze tegenslag te boven weten te komen.
  • De leerlingen kunnen uitleggen wat de Verenigde Naties doen om een van de oorzaken van het kwijtraken van ledematen, ongelukken met landmijnen, de wereld uit te helpen.

 


 
De leerlingen hebben de opdracht goed gemaakt als ze blijk hebben gegeven dat ze zich kunnen inleven in de positie van mensen die een of meer ledematen kwijt zijn geraakt en daardoor verder moeten leven met een of meer protheses.

 

verwante lessen

Login Form