Koloniën

 

In New York staat het hoofdgebouw van de Verenigde Naties. Daar komen de Algemene Vergadering en de Veiligheidsraad van deze internationale organisatie regelmatig bijeen. In de Algemene Vergadering hebben alle lidstaten van de Verenigde Naties een vertegenwoordiger. In de Veiligheidsraad zitten vertegenwoordigers van vijftien lidstaten.

hoofdkantoor vnHet hoofdkantoor van de VN

Maar wist je dat New York in 1624 gesticht werd door Nederlandse kolonisten? Dat was in de tijd dat vooral Nederland, het Verenigd Koninkrijk (dat bestaat uit Groot-Brittannië en Noord-Ierland), Frankrijk, Portugal en Spanje in gebieden buiten Europa koloniën stichtten.

Het zijn de Verenigde Naties die er aan hebben bijgedragen dat bijna al die koloniën zelfstandige landen zijn geworden.

 



opdrachtHoe kan het dat het hoofdgebouw van een verbond van landen dat koloniën zelfstandig heeft helpen maken, terecht is gekomen in een voormalige kolonie?

Hoe heeft dit verbond van landen er aan meegeholpen een eind te maken aan het tijdperk van de koloniën? Wat hebben België en Nederland hiervan gemerkt toen hun koloniën zelfstandig wilden worden?

In deze les zitten drie voorbeelden van koloniën die zelfstandig zijn geworden, met of zonder ingrijpen van de Verenigde Naties.

Maak bij een van die voorbeelden een tijdbalk op een groot tekenvel. Het mag horizontaal zijn. Laat daarin duidelijk zien hoe de kolonie zelfstandig is geworden.

Breng ook illustraties aan. Start de tijdbalk aan het einde van de Tweede Wereldoorlog en laat hem tot nu toe lopen.


 

werkinuitvoeringeenuurVoor deze opdracht krijg je 1 lesuur de tijd. Eerst laat je juf of meester zien hoe de kolonie Nederlands-Indië het zelfstandige land Indonesië werd.

Eerst lees je in je eentje de bonnen ‘Kolonisatie’, ‘Dekolonisatie’ en ‘Wat doen de VN?’. Je krijgt er een ½ uur de tijd voor.

Daarna deelt je juf of meester de klas in groepen van drie in. Elke groep krijgt van de juf of meester een van de koloniën Indonesië, Suriname en de Nederlandse Antillen, en Congo toegewezen.

Voor de kolonie die je hebt gekregen, maak je je tijdbalk. Daar krijg je een ½ uur de tijd voor.



Bekijk de SchoolTV-film ‘Nederlands-Indië wordt Indonesië’:

indonesie

 



Van de 16e tot en met de 19e eeuw werd een steeds groter deel van de wereld kolonie van een Europees land. Dit noemen we kolonisatie. Niet alleen Nederland verkreeg  koloniën, maar ook Frankrijk, België, Duitsland, Portugal en vooral het Verenigd Koninkrijk.

Vanaf 1624 was Nieuw-Amsterdam een kolonie van Nederland.

new amsterdamNieuw-Amsterdam

In 1667 stond Nederland Nieuw-Amsterdam af aan het Verenigd Koninklijk en gaf het VK er zijn kolonie Suriname voor terug. Nieuw-Amsterdam werd herdoopt tot New York.

Nederland had ook andere koloniën. Ook rond Kaap de Goede Hoop stichtten Nederlanders in 1652 een kolonie. Nederlandse koloniën bestonden mede uit een gebied in het noordoosten van Brazilië (waar nu de stad Fortaleza in ligt), eilanden in het Caribisch gebied en gebieden in Azië. Soms nam Nederland een kolonie over van een ander Europees land. Wat later Nederlands-Indië en daarna Indonesië werd, was eerst een Portugese kolonie. Ook de kolonie in Brazilië was eerst Portugees, maar die werd later weer Portugees eigendom.

 



Maar tijdens de periode van kolonisatie begon ook het omgekeerde te gebeuren: dekolonisatie. Om precies te zijn in 1776. Toen scheidden de koloniën van Frankrijk en Groot-Brittannië in Noord-Amerika zich van hun moederland af en stichtten samen de Verenigde Staten van Amerika.

4juliDe onafhankelijkheid van Amerika wordt elk jaar op 4 juli gevierd

Ook in andere koloniën groeide er verzet tegen het bestuur van hun moederland. Daardoor was er in de 19e eeuw een golf van dekolonisatie. De Portugese kolonie Brazilië werd zelfstandig. Dat werden ook Spaanse koloniën in Midden- en Zuid-Amerika.

Na de Tweede Wereldoorlog (1939-1945) kwam er een tweede golf van dekolonisatie plaats. Ditmaal vooral in Afrika en Azië. Daarbij kregen deze landen soms hulp van de Verenigde Naties, die in 1945 waren opgericht. Ook Nederland en België kregen te maken met dekolonisatie.

 



Op 15 augustus 1945 kwam in Azië een einde aan de Tweede Wereldoorlog. Daarmee kwam er ook een einde aan 3½ jaar van Japanse bezetting van wat toen nog Nederlands-Indië was.

Twee dagen later riep Mohammed Hatta de onafhankelijkheid uit van deze Nederlandse kolonie. De kolonie kreeg de naam Republiek Indonesië. Op die dag werd Achmed Soekarno president van deze republiek. Beide mannen hadden al vóór de Tweede Wereldoorlog verzet gepleegd tegen het Nederlandse bestuur van de kolonie. Na afloop van de oorlog en de Japanse bezetting zagen ze hun kans schoon om hun land zelfstandig te maken.

Althans, dat dachten ze te kunnen doen.

Zoals je in de video hebt gezien, probeerde de Nederlandse regering een einde te maken aan die Republiek Indonesië. Nederlandse troepen en Indonesische soldaten die trouw waren aan Nederland vochten tegen de aanhangers van Soekarno en Hatta. Nederland noemde dat toen ‘politionele acties’, omdat het geen echte oorlog zou zijn. Dat was het wel degelijk. Aan beide kanten samen sneuvelden meer dan 100.000 soldaten. Ook kwam een groot aantal burgers om het leven.

eerstepolitiekeactie

Deze oorlog bezorgde Nederland een slechte reputatie. Veel landen keurden het ingrijpen van Nederland in Indonesië af. Vooral de regering van de Verenigde Staten keerde zich tegen dat ingrijpen.

In 1948 kwam de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties bij elkaar om een einde aan de oorlog te helpen maken. De raad riep Nederland op te stoppen met vechten tegen de aanhangers van de regering-Soekarno. Ook riepen veel landen Nederland op om Indonesië als zelfstandig land te erkennen. In december 1949 deed Nederland dat.

Wel bleef een deel van Indonesië, de westelijke helft van het eiland Nieuw-Guinea onder Nederlands bestuur. Pas in 1963 droeg Nederland het bestuur over dit gebied over aan Indonesië. Dat gebeurde nadat Nederland en Indonesië ruzie hadden gekregen over wat er met dit gebied moest gebeuren. Nederland wilde het blijven besturen. Indonesië wilde het inlijven. De Verenigde Naties hielpen de ruzie bij te leggen. Wel moest Nederland alsnog het gebied overdragen aan Indonesië.

Bij die overdracht kreeg het gebied de naam Irian Jaya. In 2000 werd het  omgedoopt tot Papoea.

 



Toen Indonesië in 1949 zelfstandig werd, hield Nederland nog enkele koloniën over. Behalve westelijk Nieuw-Guinea (zie de bron ‘Indonesië’) waren dat Suriname en de Antillen.

Suriname ligt op het vasteland van Zuid-Amerika, ten noorden van Brazilië. De  Antillen bestaan uit:

  • de Bovenwindse eilanden Saba, Sint Eustatius en Sint-Maarten. Die liggen ten oosten van Puerto Rico;
  • de Benedenwindse eilanden Aruba, Curaçao en Bonaire. Die liggen ten noorden van Venezuela.

Van het eiland Sint-Maarten staat een deel onder Nederlands bestuur, het andere deel onder Frans bestuur.

In Suriname en op de Antillen wilden bewoners niet langer meer dat Nederland hun gebied als kolonie bestuurde. Die bewoners wilden in plaats daarvan zelfbestuur. Daar wilde de Nederlandse regering wel aan meewerken. Niet alleen om niet opnieuw een bloedige dekolonisatie mee te maken, maar ook omdat Nederland als lidstaat van de Verenigde Naties geen koloniën mag hebben (zie de bron ‘Wat doen de VN?’).

Daarom stelde men een wettekst op die Statuut heet. In het Statuut staat dat Suriname en de Antillen een eigen bestuur krijgen, maar wel deel blijven uitmaken van het Koninkrijk der Nederlanden. Het Statuut trad in 1954 in werking.

Volgens het Statuut werd Suriname een apart land binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Daar namen steeds meer Surinamers geen genoegen mee. Die wilden dat Suriname helemaal zelfstandig werd. Daar stemde de Nederlandse regering uiteindelijk mee in. Op 25 november 1975 werd Suriname onafhankelijk van Nederland.

surinameonafhankelijkSurinamers vieren de onafhankelijkheid

Bij het van kracht worden van het Statuut kregen de Antillen een nieuwe naam: Nederlandse Antillen. Ook werden ze samen een apart land binnen het koninkrijk. Dat bleven ze tot 1 januari 1986.

Toen kreeg Aruba net de status van apart land binnen het koninkrijk. Ook werd afgesproken dat Aruba op 1 januari 1996 helemaal onafhankelijk zou worden. Dat wilden de meeste Arubanen niet. In 1994 werd besloten dat het eiland als apart land deel zou blijven uitmaken van het koninkrijk.

Op 10 oktober 2010 werden ook Curaçao en Sint Maarten aparte landen binnen het koninkrijk en werden de Nederlandse Antillen opgeheven. Bonaire, Saba en Sint Eustatius werden een soort Nederlandse gemeente. Zoiets als Alkmaar of Maastricht of Enschede, maar dan aan de westkant van de Atlantische Oceaan.

 



Eerst had België geen grote koloniën zoals Engeland en Nederland. Daar bracht  Leopold II, koning van België van 1865 tot 1909 verandering in. Die wilde graag een kolonie voor zijn koninkrijk hebben.

In 1884 en 1885 hielden vijftien Europese landen en de Verenigde Staten een conferentie in Berlijn. Dat was de Congo- of West-Afrika-conferentie. Tijdens die conferentie werd Afrika opgedeeld door onder andere Engeland en Frankrijk. Ook België kreeg een gebied in Afrika toegewezen. Dat gebied heette toen Congo. Het ligt rond de evenaar in centraal Afrika.

belgischcongo

Leopold II maakte van Congo zijn privé-eigendom. Het land produceerde veel rubber. Daar verdiende de koning veel geld mee.

Onder Congolezen groeide verzet tegen hun Belgische bestuurders. In 1959 leidde dat tot gewelddadige protesten. In België groeide het besef dat het een kwestie was van wanneer en niet van áls dat Congo onafhankelijk werd. In België zat namelijk niemand te wachten op een jarenlange, bloedige oorlog tussen het moederland en de mensen die van de kolonie een zelfstandig land willen maken.

Op 30 juni 1960 werd Congo onafhankelijk. De eerste president van het land werd Joseph Kasavubu (1909-1969) en Patrice Lumumba (1925-1961) de eerste premier.

Daarmee was het geweld in Congo niet meteen afgelopen. Integendeel zelfs. Een deel van het leger van het nieuwe land kwam in opstand tegen de nieuwe regering. Die opstand werd geleid door Lumumba.

Het Congolese leger werd nog steeds geleid door Belgische officieren. Lumumba verving die officieren door Congolese. Daarop vluchtten veel Belgen het land uit. De regering van Kasavubu kwam ten val, waardoor Lumumba zelf aan de macht kwam. Ook verklaarde een rebellengroep in Katanga die tegen de regering van Congo vocht deze Congolese provincie onafhankelijk.

De Belgische regering stuurde soldaten naar Congo om de Belgen die nog in Congo waren en Belgische bedrijven in Congo te beschermen. Lumumba riep de hulp in van de Verenigde Naties tegen ingrijpen van België.

Hierop stuurden de Verenigde Naties zelf troepen naar Congo. Die moesten de orde herstellen. De Verenigde Staten wilden Lumumba uit zijn macht zetten, omdat hij een communist zou zijn en steun kreeg van de Sovjet-Unie.

Kasavubu probeerde Lumumba af te zetten om weer president van Congo te worden. Hij kreeg daarbij hulp van kolonel Joseph-Désiré Mobutu. In januari 1961 werd Lumumba door Mobutu en diens medestanders opgepakt en naar Katanga gebracht waar Lumumba vijanden had. Daarbij kreeg Mobutu hulp van de CIA, de geheime dienst van de Verenigde Staten. De Belgische minister van Afrikaanse Zaken had opdracht gegeven voor deze ontvoering. Kort na de ontvoering werd Lumumba vermoord.

Kasavubu werd weer president van Congo en Katanga werd weer een deel van Congo. Sindsdien is het land tweemaal omgedoopt, in 1973 tot Zaïre en in 1997 tot Democratische Republiek Congo.



In 1945 werden de Verenigde Naties opgericht. Elk land dat hier lid van wil worden, moet het Handvest van de Verenigd Naties tekenen, het huishoudelijk reglement van dit verbond van landen.

watdoendevnMet het zetten van een handtekening, worden de eerste 50 landenlidvan de VN.

Naast de Verenigde Staten waren ook Nederland en België bij de landen die de Verenigde Naties hielpen oprichten.

In het Handvest staat dat ieder volk recht heeft op zelfbeschikking. Dat betekent dat elk volk over zijn eigen lot mag beschikken. Ook zijn volgens het Handvest alle landen gelijkwaardig aan elkaar. Daarom mag geen enkel land dat lid is van de Verenigde Naties andere landen als kolonie besturen.

Sindsdien hebben de Verenigde Naties meegeholpen met de dekolonisatie van landen. Niet alleen bij die van Indonesië en Congo, maar ook bij die van andere kolonies van Europese landen. Ze ondersteunden de nieuwe staten die door dekolonisatie waren ontstaan.

In 1960 namen de Verenigde Naties een nieuwe verklaring aan over dekolonisatie. Ook hierin staat dat kolonialisme niet mag. Ook richtten ze in dat jaar een speciaal comité op voor dekolonisatie op. Het helpt landen die zelfstandig zijn geworden of willen worden. Het comité is een onderdeel van de Algemene Vergadering.



Deze les gaat over kolonisatie en dekolonisatie, twee processen die het aanzien van de wereld grondig hebben veranderd. Aan de hand van drie voorbeelden uit de Nederlandse en Belgische geschiedenis zien leerlingen dat dekolonisatie vreedzaam kan verlopen of juist gewelddadig. In het laatste geval spelen de Verenigde Naties een belangrijke rol om het proces tot een goed einde te brengen.

Voor deze les trekt u 1 uur uit.

Voor de opdracht in de les heeft u vellen papier nodig, bij voorkeur A3. Ook zijn nodig pennen, kleurpotloden of -stiften en een printer om afbeeldingen voor de opdracht af te drukken.

U laat de klas de SchoolTV-film ‘Nederlands-Indië wordt Indonesië’ kijken.

Dan laat u de leerlingen de bronnen ‘Kolonisatie’, ‘Dekolonistie’ en ‘Wat doen de VN?’ lezen. Geef ze er ½ uur de tijd voor.

Voor het tweede deel van de les, het tekenen van een tijdbalk trekt u een ½ uur uit

Deel de klas in groepen van drie in. Geef elke groep een van de drie voorbeelden van dekolonisatie. Dat zijn die van  Indonesië, Suriname en de Antillen, en van Congo. Dan zet u de leerlingen aan het werk.

Bij het tekenen van de tijdbalk laat u ze zelf tekeningen maken of afbeeldingen gebruiken die op internet te vinden zijn. Zeg ook dat ze extra informatie kunnen zoeken als ze vinden dat er iets ontbreekt in het verhaal van de dekolonisatie dat ze hebben gelezen.

Kijk, als iedereen klaar is, de tijdbalken na.

Uitwerking:
De tijdbalkopdracht is reproductief, maar biedt ook ruimte aan leerlingen om extra informatie in tekst en beeld te zoeken voor hun tijdbalk.


Deze les past bij:

  • Kerndoel 52: De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken: jagers en boeren; Grieken en Romeinen; monniken en ridders; steden en staten; ontdekkers en hervormers; regenten en vorsten; pruiken en revoluties; burgers en stoommachines; wereldoorlogen en holocaust; televisie en computer.
  • Kerndoel 53: De leerlingen leren over de belangrijkste historische personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die voorbeeldmatig verbinden met de wereldgeschiedenis.

 


 

  • De leerlingen kunnen aangeven wat kolonisatie en dekolonisatie zijn.
  • De leerlingen kunnen uitleggen waarom er zowel in de 19e eeuw als na de Tweede Wereldoorlog op uitgebreide schaal sprake is geweest van dekolonisatie.
  • De leerlingen kunnen uitleggen welke rol de Verenigde Naties na de Tweede Wereldoorlog hebben gespeeld bij dit proces.
  • De leerlingen kunnen beschrijven hoe de dekolonisatie is verlopen bij Indonesië, Suriname en de Nederlandse Antillen of de Democratische Republiek Congo en aangeven of en hoe de Verenigde Naties hierin een rol hebben gespeeld.

 



De leerlingen hebben de opdracht in de les goed gemaakt als:

  • hun tijdbalk alle belangrijke informatie bevat over de dekolonisatie van de kolonie die ze hebben onderzocht;
  • de gebeurtenissen in de tijdbalk in de juiste volgorde zijn vermeld;
  • de extra informatie die is toegevoegd correct is en de in de les geboden  informatie aanvult, en
  • de tijdbalk overzichtelijk is.

 

verwante lessen

Login Form