Van de Aarde is ongeveer driekwart bedekt met oceanen en zeeën.
Het grootste deel van het landoppervlak ligt hoog en droog. Maar in landen met een zeekust is dat niet overal zo. Daar kan een deel van het kustgebied onder water komen te staan als het stormt. Door de stormwind kan de waterspiegel voor de kust snel stijgen. De stormwind veroorzaakt ook hoge golven die het land op komen. De kuststrook en laaggelegen land daarachter kan daardoor onder water komen te staan.
De kans dat zoiets gebeurt neemt toe. Dat komt omdat de zeespiegel overal ter wereld aan het stijgen is. Die stijging zal gedurende deze eeuw doorgaan. Dat komt omdat landijs op Groenland, in het zuidpoolgebied en in hoge gebergten als de Alpen en de Himalaya afsmelt. Het smeltwater dat daarbij vrijkomt, stroomt de zee in. Het afsmelten van ijs is het gevolg van de opwarming van de aarde.
Hoe verdedigen kustlanden zich tegen overstromingen en het stijgende zeewater? En hoe kunnen we veilig zijn in een land dat nu al voor een groot deel beneden de zeespiegel ligt? En hoe kunnen we ons onder de nieuwe omstandigheden veilig voelen?
Dat gaan jullie ontdekken in deze les.
Je neemt twee verdedigingssystemen tegen water onder de loep:
- Een natuurlijk verdedigingssysteem.
- Een kunstmatig verdedigingssysteem.
Daarna schrijf je samen met enkele klasgenoten een artikel over een van die verdedigingswerken. Je zoekt er een afbeelding bij of je maakt er zelf een tekening van.
Voor deze opdracht krijg je 1 lesuur de tijd. Jullie werken samen in groepjes van vier. Samen maak je één artikel over verdediging tegen de zee.
Eerst kijken jullie naar een video zien over de Watersnoodramp van 1953.
Daarna deelt de juf of meester de klas in groepen van vier in.
Elk viertal vormt twee groepjes van twee.
- Groepje 1 leest de twee bronnen van 'Natuur' en kiest daar een van de verdedigingssystemen uit.
- Groepje 2 leest de twee bronnen van 'Kust' en kiest daar een van de verdedigingssystemen uit.
- Beide groepjes zoeken op internet een duidelijke afbeelding uit van het gekozen verdedigingssysteem. Of maak er zelf een tekening van.
- Ook schrijven beide groepjes een opstelletje van hooguit ½ A4-tje. Hierin leggen ze uit hoe het verdedigingssysteem werkt.
- Geef vervolgens een tip waar de lezers het verdedigingssysteem kunnen bekijken.
- Voeg de twee opstelletjes van je groep van vier samen tot één artikel. Doe er een korte inleiding bij, waarin je vertelt over welke verdedigingssystemen het artikel gaat.
Laat het artikel door je juf of meester lezen.
Kijk naar de video van SchoolTV over de Watersnoodramp van 1953.
Hier lees je over twee soorten natuurlijke verdedigingssystemen tegen water: duinen en mangrovebossen. Ze zijn ‘door de natuur gemaakt’. Maar ze hebben wel af en toe een helpende hand nodig. Zo moeten duinen worden onderhouden en soms verbreed. En worden hersteld als er tijdens een flinke storm veel zand van duinen is weggespoeld. Ook mangrovebossen kunnen niet altijd zonder die helpende hand. Niet omdat ze door wind en water beschadigd raken, maar omdat schade aangericht wordt door mensen.
Duinen:
De duinen langs de Noordzeekust dienen als waterkering. Ze zorgen ervoor dat de mensen achter de duinen droge voeten houden. Ook als het stormt en de waterspiegel voor de kust buitengewoon hoog is geworden door de storm.
Duinen bestaan uit zand dat door de eeuwen heen door het water vanuit de zee is aangevoerd. Dat zand wordt door de wind opgewaaid en hoopt zich tot duinen op. Vervolgens groeien er planten op de duinen. Met hun wortels houden ze het zand vast, zodat de wind het niet kan wegblazen.
Maar als het stormt, kunnen hoge golven de duinen wegslaan. Duinen kunnen ook ‘slijten’. Dat wil zeggen dat er meer zand door de zee wordt afgevoerd dan aangevoerd. Dan wordt de duinstrook steeds smaller.
Beschadigde en te smalle duinen bieden niet voldoende bescherming tegen het water. Daarom worden deze duinen hersteld en onderhouden. Dit onderhoud noemt men ‘zachte kustverdediging’. Dat gaat als volgt:
Een zeehopperzuiger spuit nieuw zand op het strand. Daarna schuiven bulldozers dit zand naar de plekken waar zand is weggespoeld. Ten slotte beplanten werklieden de herstelde plekken met helmgras. De wortels van het gras houden het zand vast, zodat het niet door wind wordt weggeblazen.
Duinen bieden niet alleen bescherming tegen de zee. Je kunt er ook van alles doen. Wandelen, van de natuur genieten, paardrijden. Of – vlak in de buurt op het strand - vliegeren of in de zon liggen.
Daarom trekken er veel mensen uit binnen- en buitenland naar de duingebieden, vooral als het mooi weer is.
Je vindt de duinen bij ons langs de kust en op de Waddeneilanden.
De toekomst:
Wetenschappers van het VN-klimaatbureau IPCC verwachten dat de zeespiegel tussen nu en 2100 met 26 tot 82 centimeter zal stijgen. Wat het IPCC is, leggen we uit in ‘Wat doen de VN?’ Die zeespiegelstijging komt omdat ijs van de poolkappen smelt, en ook het ijs van gletsjers in hoge gebergten. En dat komt weer omdat de aarde warmer wordt.
De verwachte temperatuurstijging lijkt niet veel. Toch is het maar de vraag of de duinen voldoende bescherming blijven bieden tegen de zee. In de jaren 2000 hebben ingenieursbureau Royal Haskoning en baggeraar Van Oord over deze vraag nagedacht en er een onderzoek naar verricht. Ze komen tot de conclusie dat de duinen niet voldoende bescherming blijven bieden. Ze hebben daarom voorgesteld om de kuststrook met drie kilometer te verbreden. Dan zouden mensen die vlakbij de kust wonen in 2100 toch nog goed beschermd zijn tegen de zee.
Maar het kan volgens andere deskundigen ook zijn dat de duinen hoger worden naarmate de zeespiegel stijgt. Gebeurt dat inderdaad, dan bieden ze ook in 2100 nog goede bescherming tegen het water.
Mangrovebossen:
Mangrovebossen vind je niet in Nederland. Ze komen wel voor in landen die aan zee liggen en een warm klimaat hebben. Ze zijn aan het verdwijnen, omdat bedrijven er bomen laten kappen. Dat doen ze om er plantages of kwekerijen van vis of garnalen aan te leggen.
Mensen die opkomen voor de natuur verzetten zich steeds meer tegen houtkap in mangrovebossen. Ook proberen ze steeds meer mangrovebossen te beschermen. Ze proberen door herbeplanting de schade aan die bossen te herstellen. Op Bali in Indonesië bijvoorbeeld is het Mangrove Forum hiermee bezig. Ook is deze actiegroep bezig mensen op Bali duidelijk te maken waarom ze deze bossen eigenlijk niet kunnen missen.
Maar wat zijn mangrovebossen eigenlijk? En waarom vinden mensen die opkomen voor natuur en milieu dat ze behouden moeten worden?
Verdedigingssysteem tegen het water en kraamkamer:
Mangrovebossen liggen op de lijn tussen water en land. Bij laagwater komen de wortels van de bomen bloot te liggen. Bij hoogwater zie je die wortels niet; de boomstammen rijzen op uit het water.
Mangrovebossen bieden bescherming tegen de kracht van tsunami (dit woord schrijf je hetzelfde in het enkelvoud en in het meervoud). Bij een tsunami ontstaan (hoge) golven door een aardbeving op de bodem van de oceaan. Dat kan een grote bedreiging zijn voor mensen die aan de kust wonen. Mangrovebossen bieden ook bescherming tijdens orkanen en andere stormen die het zeewater de kust opjagen. De wortels van mangrovebossen staan stevig in de modder. Daardoor kunnen de bomen de kracht van het opgezweepte water enigszins breken. Daardoor lopen gebieden achter de mangrovebossen minder kans om onder water te lopen.
Ook zijn mangrovebossen belangrijk voor vissen die bij de kust leven. Bij hoogwater kunnen jonge vissen zich makkelijk verschuilen tussen de bomen en hun wortels. Zo worden ze minder vaak opgegeten door andere vissen, voordat ze volwassen zijn geworden en zich voort kunnen planten. Daarom worden mangrovebossen wel kraamkamers van de zee genoemd.
Als mangrovebossen verdwijnen, verdwijnen niet alleen plekken waar jonge vissen min of meer ongestoord kunnen opgroeien. Ook lopen gebieden achter de bossen meer kans om overstroomd te worden door een stormvloed of een tsunami.
In 2004 bijvoorbeeld overspoelde een tsunami de kusten van Sumatra in Indonesië, Thailand, Sri Lanka en enkele andere Aziatische landen. Aan kusten waar nog mangrovebossen waren, richtte de tsunami minder schade aan dan aan kusten waar geen mangrovebossen (meer) te vinden waren.
Hier lees je over verdedigingssystemen tegen water die door mensen zijn aangelegd. Kunstmatige verdedigingssystemen dus. Je leest over twee types kunstmatige verdedigingssystemen die in Nederland voorkomen: dijken en de Deltawerken met zijn dammen en stormvloedkeringen. Zonder deze bouwwerken zou 55% van Nederland onder water staan. Die 55% van Nederland ligt namelijk tot wel zes meter onder de zeespiegel.
Dijken:
Nederland ligt aan de kust. En een groot gedeelte ligt onder de waterspiegel. Dat wil zeggen dat het land lager ligt dan het oppervlak van de zee. Toch voelen we ons veilig. Dat komt omdat de Nederlanders al eeuwen lang gewend zijn aan veel water om zich heen. En ze hebben manieren bedacht om veilig met water te leven. Voordat we dijken aanlegden, bouwden we onze boerderijen op terpen. Dit waren kunstmatige heuvels. Zo hielden de bewoners bij hoog water de voeten droog en was het vee veilig.
Rond 1200 begon men dijken te maken om grotere gebieden droog te houden. Tegenwoordig is een groot deel van Nederland door dijken tegen het water beschermd.
Hiernaast zie je kaart van Nederland als er geen dijken zouden zijn. Dijken hebben onderhoud nodig, omdat ze op verschillende kunnen manieren verzwakken.
Door uitdroging van materialen in de dijken (zoals zand) ontstaan er scheuren en andere zwakke plekken in de dijken. Daardoor kunnen de dijken breken als het water buiten de dijken hoog komt te staan en een te hoge druk op de dijken uitoefent. Hetzelfde gebeurt als er water onder de dijken door stroomt en materialen uit de dijken wegvoert. Dat water dat onder de dijken doorstroomt heet kwel of kwelwater. Daardoor worden de dijken te zwak om het water buiten de dijken tegen te houden.
Daarom worden de dijken af en toe goed nagekeken en zo nodig gerepareerd.
Als dat niet vaak en grondig genoeg gebeurt, kan het vreselijk misgaan als het stormt, hoge golven tegen de dijken beuken en het water in de zee buiten de dijken flink stijgt door de wind. Wat er dan gebeurt, heb je in de film over de watersnoodramp van 1953 kunnen zien.
De Deltawerken met zijn dammen en stormvloedkeringen
Na de Watersnoodramp van 1953 wilde de regering alles doen wat nodig is om een nieuwe overstromingsramp te voorkomen. Hiertoe stelde de regering het Deltaplan op. Dit plan bestond uit het verhogen van dijken en de aanleg van dammen en stormvloedkeringen. Al die dammen, waterkeringen en verhoogde dijken vormen samen de Deltawerken. Het is één groot verdedigingswerk tegen water.
In 1986 was dit hele verdedigingssystem klaar. Toen werd de waterkering in de Oosterschelde voltooid.
Vooral Zeeland en Zuid-Holland moesten op die manier beter tegen het water worden beschermd. Want juist deze provincies waren het zwaarst getroffen door de Watersnoodramp van 1953.
Enkele bekende onderdelen van de Deltawerken zijn:
- De Maaslandkering in de Nieuwe Waterweg. De twee bogen van deze waterkering zijn bij rustig weer ingeklapt. Bij hoog water kunnen ze worden gesloten. Omdat deze waterkering een knap staaltje techniek is, komen er veel mensen naar kijken.
- De Brouwersdam in de Grevelingen. Wat het verschil tussen een stormvloedkering en een dam is? Een dam is dicht, behalve op plekken waar sluizen zijn aangelegd. Dankzij die sluizen kunnen schepen deze dam passeren. Een stormvloedkering staat open en wordt alleen gesloten bij hoge waterstand.
- De reeds genoemde Oosterscheldekering. Daar is ook het Deltapark Neeltje Jans te vinden.
De toekomst:
Zijn de dijken en dammen hoog genoeg om ons ook in de toekomst tegen het water te beschermen? Waterbouwkundigen zijn er niet zeker van. Want wetenschappers van de VN-klimaatorganisatie IPCC verwachten dat de zeespiegel tussen nu en 2100 met 26 tot 82 centimeter zal stijgen. Wat het IPCC is, leggen we uit in ‘Wat doen de VN?’ Dat komt omdat het ijs van de poolkappen smelt en van gletsjers in hoge gebergten. En dat komt weer omdat de aarde warmer wordt. Het is best mogelijk dat de stormvloedkeringen vaker moeten worden gesloten. Ook zouden de dijken hoger en vooral breder moeten worden.
Opwarming van de aarde tegengaan:
Vanaf 1992 werken de landen van de Verenigde Naties samen om de opwarming van de aarde af te remmen. Hiertoe maakten ze bijvoorbeeld het Verdrag van Kyoto in 1997. In dat verdrag staat dat de lidstaten van de VN minder CO2 en andere broeikasgassen moeten gaan uitstoten. Deze gassen versterken namelijk het broeikaseffect van de dampkring van de aarde. Hierdoor wordt het op aarde warmer. Door die opwarming smelt er ijs af van de poolkappen en van gletsjers. Het smeltwater dat hierdoor vrijkomt, doet de zeespiegel stijgen. Hierdoor neemt de kans toe dat landen aan zee, zoals Nederland, meer gevaar lopen een overstroming te krijgen.
In 2015 beloven de meeste lidstaten van de wereld er aan te werken dat de aarde in 2100 niet meer dan anderhalve graad Celsius warmer zal zijn dan ze was in 1800. Die belofte staat in een nieuw klimaatverdrag, het Verdrag van Parijs.
Ook kwam er een speciale klimaatorganisatie, het Intergovernmental Panel on Climate Change IPCC (Internationaal Klimaatbureau).
Het IPCC onderzoekt hoe snel de aarde opwarmt. Het gaat ook na:
- welke kustgebieden steeds meer kans lopen op overstromingen, naarmate de zeespiegel stijgt;
- hoe snel de zeespiegel zal stijgen;
- wanneer dus mensen moeten verhuizen uit laaggelegen kustgebieden en van eilanden die nu al nauwelijks boven de zeespiegel uitkomen.
Het IPCC vertelt aan de lidstaten van de VN hoe ze de opwarming van de aarde kunnen afremmen.
De Verenigde Naties pakken de opwarming van de aarde ook aan via het United Nations Environment Program UNEP. De naam van dit programma is in het Nederlands ‘Milieuprogramma van de Verenigde Naties’. Daartoe is het Klimaatneutraal Netwerk opgezet. Hiermee willen de VN landen, steden, bedrijven en individuen helpen met het uitwisselen van ideeën hoe de opwarming van de aarde kan worden afgeremd.
Bescherming van de natuur:
De Verenigde Naties hebben geen apart plan om de mangrovebossen te beschermen. Maar ze hebben wel een verdrag gesloten om planten- en diersoorten tegen uitsterven te beschermen. Dit is het zogenaamde Biodiversiteitsverdrag. In dit verdrag staat dat de landen voorzichtig om moeten gaan met de natuur. UNEP geeft daarom richtlijnen voor een goed beheer. Herstel van mangrovebossen hoort daar ook bij.
Met deze les laat u de leerlingen ontdekken wat voor verdedigingssystemen de natuur opbouwt en in stand houdt die laaggelegen land tegen overstromingen uit zee beschermen. De les laat ook zien hoe mensen zulke systemen bouwen en onderhouden om laaggelegen gebieden tegen overstromingen uit zee te beschermen. Van die kunstmatige systemen komen er twee typen aan bod die in Nederland te vinden zijn. Van de natuurlijke systemen wordt in de les een type beschreven dat in Nederland te vinden is en een ander type dat voornamelijk in landen in de tropen of subtropen te vinden is. Dat zijn de mangrovebossen.
We laten mangrovebossen aan bod komen om aan te tonen dat deze natuurlijke systemen door ontwikkeling van commerciële projecten worden verzwakt en daarmee hun beschermende functie verliezen. Dit proces is aan de gang in vrijwel alle mangrovegebieden in de wereld.
Voor deze les trekt u 1 uur uit. Laat voor u aan de les begint een SchoolTV-video aan de klas zien over de Watersnoodramp in 1953.
Tip:
Zoek voor u aan de les begint een landkaart op van Nederland, zoals die er uitziet als er nergens in ons land dijken en dammen waren aangelegd. Houden de leerlingen droge voeten in de gemeente waar uw school staat, of niet?
Ga daarna met de leerlingen aan de slag.
U deelt de klas in groepen van vier in.
Van iedere groep:
- Lezen twee leerlingen de twee bronnen ‘Natuur’ en kiezen daar een van de verdedigingssystemen die in de bron worden beschreven, uit, en
- Lezen de twee andere leerlingen de twee bronnen ‘Kust’ en kiezen daar een van de verdedigingssystemen die in de bron worden beschreven.
Beide tweetallen van elke groep zoeken op internet een duidelijke afbeelding uit van het verdedigingssysteem of maken er zelf een tekening van.
Beide tweetallen van elke groep leggen in een opstel van hooguit een ½ A4-je uit hoe het verdedigingssysteem werkt.
Beide tweetallen van elke groep geven vervolgens een tip waar het verdedigingssysteem te bezichtigen is.
Beide tweetallen voegen hun opstelletjes en kijktips samen tot een artikel.
Als iedereen klaar is, leest en beoordeelt u de artikelen.
De opdracht past bij:
- kerndoel 48 Kinderen leren over de maatregelen die in Nederland genomen worden/werden om bewoning van door water bedreigde gebieden mogelijk te maken.
- De leerlingen kunnen een voorbeeld noemen en beschrijven van een kunstmatig verdedigingssysteem tegen water en de werking ervan uitleggen.
- De leerlingen kunnen een voorbeeld noemen en beschrijven van een natuurlijk verdedigingssysteem tegen water en de werking ervan uitleggen.
- De leerlingen kunnen aangeven hoe natuurlijke verdedigingssystemen door menselijk handelen of natuurgeweld hun beschermende functie kunnen kwijtraken.
- De leerlingen kunnen aangeven hoe kunstmatige verdedigingssystemen door menselijk handelen of natuurgeweld hun beschermende functie kunnen kwijtraken.
- De leerlingen kunnen aangeven hoe verdedigingswerken tegen water hun beschermende functie steeds meer kunnen verliezen als gevolg van de opwarming van de aarde.
- De leerlingen hebben een globaal beeld gekregen van hoe de Verenigde Naties de opwarming van de aarde het hoofd proberen te bieden.
De leerlingen hebben de opdracht in de les goed gemaakt als:
- hun artikel een duidelijk beeld schetst van hoe een natuurlijk en een kunstmatig verdedigingssysteem tegen water werkt en onderhouden wordt;
- de gezochte afbeeldingen en/of zelf gemaakte tekeningen goed aansluiten bij de tekst in het artikel;
- de tekst in het artikel helder is opgebouwd en in goed Nederlands is geschreven.