Ieder land probeert in zijn, vaak stijgende, behoefte aan energie te voorzien. Hiertoe maken beleidsmakers en bedrijven keuzes: hoeveel energie is nodig? Uit welke bronnen moet die komen? En hoeveel energie uit welke bron? Omdat elke energiebron zijn voor- en nadelen heeft, hebben de keuzes die worden gemaakt op termijn gevolgen voor het land zelf en voor de rest van de wereld. Soms moet het energiebeleid aan de hand hiervan worden bijgesteld en gebeurt dat ook. Maar soms gebeurt dat niet in voldoende mate of helemaal niet.
Dit alles gaan de leerlingen ontdekken aan de hand van de voorbeeldlanden Brazilië, China en Zuid-Afrika. Voor deze landen is gekozen, omdat de welvaart er de afgelopen tientallen jaren flink is toegenomen en daarmee ook het verbruik van energie.
Voor deze les trekt u 1¼ uur uit. Hiervan is het eerste kwartier bedoeld om aan de klas enkele films over energie te laten zien. Zie hiervoor ‘KIJK NAAR’. Vraag de leerlingen om puntsgewijs op te schrijven bij welke energiebronnen er voor- en/of nadelen worden genoemd.
Het resterende deel van de tijd besteedt u aan de opdracht in de les. U laat de leerlingen in tweetallen aan deze opdracht werken.
Voor dit deel van de les gaat u als volgt te werk:
Deel de klas in tweetallen in. Geef elk tweetal een tekst te lezen over Brazilië, China of Zuid-Afrika. Hierin lezen ze hoe het betreffende land in zijn almaar stijgende energiebehoefte voorziet en welke positieve en negatieve gevolgen dat heeft voor het land zelf en voor de rest van de wereld.
Ze stellen een energienota op voor het land. Hierin doen ze aanbevelingen om negatieve gevolgen van hun energiebeleid af te zwakken of te voorkomen.
Ten slotte leest en beoordeelt u de energienota’s.
Uitwerking
Brazilië
Huidige situatie.
Het aandeel van schone energiebronnen is groot. Met name waterkracht geldt als een schone energiebron. Voor biobrandstoffen geldt dat in mindere mate. Het telen van suikerriet voor het maken van biobrandstoffen en de aanleg van grote waterkrachtcentrales in rivieren legt veel beslag op de beschikbare ruimte. Dat gaat bij het telen van suikerriet ten koste van de natuur en de voedselproductie en bij het aanleggen van waterkrachtcentrales gaat het ten koste van woon- en natuurgebieden.
Na de vondst van grote aardolie- en aardgasvelden voor de zuidoostkust van het land neemt het aandeel van fossiele brandstoffen in het totale energiepakket van het land toe. Onder het bewind van Jaïr Bolsonaro, verkozen tot president in 2019, is niet te verwachten dat Brazilië een grote bijdrage zal leveren aan het afremmen van de opwarming van de aarde.
Verbeterpunten: het gebruik van fossiele brandstoffen moet zoveel mogelijk beperkt blijven ten gunste van de schone energiebronnen die nu al in gebruik zijn. Wel verdient het aanbeveling te letten op hoeveel ruimte je wil reserveren voor het gebruiken van die energiebronnen. Een groter gebruik van zonne-energie en kernenergie kan helpen om dat ruimtebeslag te beperken.
China
Huidige situatie: De economie van China is sterk afhankelijk van steenkool maar is in snel tempo bezig om over te schakelen op waterkracht en andere energiebronnen die niet bijdragen aan vervuiling en de opwarming van de aarde. Wel veroorzaakt de inzet van waterkracht, en met name de bouw van de Drieklovendam, dezelfde problemen als de aanleg van waterkrachtcentrales in Brazilië. Daar komt nog bij dat het stuwmeer bij de Drieklovendam vervuild raakt door lozingen van de zware en chemische industrie en steeds ondieper wordt door opeenhoping van slib op de bodem. Ten slotte is bij het vollopen van het stuwmeer veel cultureel erfgoed verloren gegaan. Chinese bedrijven bouwen kolencentrales in het buitenland en verplaatsen daarmee de problemen van vervuiling en bijdrage aan de opwarming van de aarde naar andere landen, terwijl die in China zelf worden aangepakt. Daar staat weer tegenover dat er steeds meer elektrische auto’s op de weg verschijnen. Die stoten geen broeikasgas CO2 uit, en geen vervuilende stoffen. Het helpt alleen tegen de opwarming van de aarde als de stroom, die de elektrische auto’s gebruiken, uit schone energiebronnen is opgewekt.
Verbeterpunten: De werkomstandigheden van mijnwerkers in Chinese kolenmijnen moeten worden verbeterd, zodat er minder dodelijke ongelukken gebeuren in de mijnen. Beter is nog om steenkool als energiebron steeds meer uit het totale energiepakket van China te halen ten gunste van schone energiebronnen. Dit wordt in China actief door de regering nagestreefd.
Zuid-Afrika
Huidige situatie: Het merendeel van de energie, die Zuid-Afrika opwekt en verbruikt, komt uit steenkool. Winning van steenkool schept veel werkgelegenheid, maar is ongezond, gevaarlijk en een bedreiging voor de drinkwatervoorziening. Het verbranden van steenkool draait bij aan het versterken van het broeikaseffect en dat versnelt de opwarming van de aarde.
Verbeterpunten: Het klimaat in Zuid-Afrika wordt in grote delen van het land gekenmerkt door zonnig weer. Hierdoor zijn er ruime mogelijkheden om stroom op te wekken uit zonne-energie in plaats van uit steenkool en andere fossiele brandstoffen. Het aanwenden van zonne-energie in huishoudens met behulp van zonneboilers is ook een mogelijkheid. De regering van het land en bedrijven kunnen ook inzetten op windenergie om het aandeel van schone energiebronnen in het totale energiepakket te vergroten. Een of meer kerncentrales erbij zou hierbij ook kunnen helpen.
Bronnen:
De gegevens over stroomopwekking in Brazilië, China en Zuid-Afrika zijn ontleend aan het CIA Factbook – The World Factbook op https://www.cia.gov/library/publications/the-world-factbook/geos/xx.html
De gegevens over aantallen werkende kerncentrales in deze drie landen zijn ontleend aan ‘Nuclear power by country’ op https://en.wikipedia.org/wiki/Nuclear_power_by_country
De opdracht past bij:
- Kerndoel 47 De leerlingen leren de ruimtelijke inrichting van de eigen omgeving te vergelijken met die in omgevingen elders, in binnen- en buitenland, vanuit de perspectieven landschap, wonen, werken, bestuur, verkeer, recreatie, welvaart, cultuur en levensbeschouwing. In ieder geval wordt daarbij aandacht besteed aan (…) een land in Azië, Afrika en Zuid-Amerika.