De aarde is overal bedekt met een dikke laag gassen die we ‘dampkring’ noemen. Het weer speelt zich af in de onderste laag van de dampkring die ‘troposfeer’ heet. Die laag reikt vanaf de begane grond tot 10 à 12 kilometer hoogte (vlakbij de evenaar nog enkele kilometers hoger).
Het weer van vandaag en morgen wordt vooral bepaald in de troposfeer. De zon is de grote gangmaker van het weer. De zon verwarmt de bodem. Daardoor wordt de lucht vlak boven de bodem warmer. Die warme lucht stijgt en laat als het ware een ‘gat’ achter. Dit is een gebied met lage luchtdruk. Dat wordt weer opgevuld door koude lucht. Zo krijg je luchtstroming, wind. Door warmte verdampt water in rivieren, meren en zeeën. De waterdamp stijgt mee met de warme lucht, koelt weer af in hoge luchtlagen en vormt daar druppels water, sneeuwvlokken of hagelkorrels. Die vallen weer terug naar de aarde. En zo gaat dat maar door, elke dag opnieuw.