Eeuwenlang waren er geen steden met meer dan één miljoen inwoners. Sterker nog, eeuwenlang waren er helemaal geen steden. De meeste mensen woonden toen in gehuchtjes en dorpen op het platteland. De eerste steden ontstond zo'n 13.000 jaar geleden in Mesopotamië. Het duurde lang voordat de wereld steden kreeg zoals we nu kennen in Amsterdam en Rotterdam.
Vooral vanaf de 18e eeuw zijn de steden gegroeid en zijn er veel nieuwe ontstaan. Steeds meer steden kregen meer dan een miljoen inwoners, of tegenwoordig zelfs meer dan tien miljoen.
Een steeds groter deel van de wereldbevolking woont in een stad en een steeds kleiner deel op het platteland. Sinds 2008 wonen er wereldwijd meer mensen in steden dan op het platteland.
De groei van steden zal ook de komende tientallen jaren doorgaan. Daardoor zal het aantal steden met tenminste een miljoen inwoners blijven stijgen.