Zoek een plek

 

We moeten meer windkracht en zonne-energie gebruiken om stroom op te wekken en minder aardgas, olie en steenkool. Dat willen de bestuurders van de Europese Unie. Want het is beter voor het milieu en het helpt de opwarming van de aarde af te remmen.

Hier zijn nog meer windmolens en zonnepanelen nodig. Maar waar zet je ze neer om er zo veel mogelijk stroom mee op te wekken? Een windmolen die uit de wind staat levert niet veel op, wel? En zonnepanelen die vaak in de schaduw staan, leveren minder stroom op. Je moet op zoek naar plekken waar het vaak waait (voor windmolens) of waar de zon vaak schijnt (voor zonnepanelen).

zonnepanelen

 



opdrachtJullie zoeken uit welke de beste plekken zijn in de Europese Unie om windmolens of zonnepanelen te plaatsen. Die plekken geven jullie aan op een blanco kaart van Europa.

 


 


werkinuitvoeringeenuurVoor deze opdracht krijg je 1 lesuur de tijd. Doe de opdracht alleen of samen met een andere leerling.

  • De meester of de juf hangt een kaart van de Europese Unie op of deelt de kaarten uit. Hebben jullie in de klas geen Grote Bosatlas 54e of 55e uitgave, dan geeft je juf of meester jullie ook kopieën van landkaarten uit deze atlassen.
  • Kijk naar de twee video's.
  • Maak een keuze voor windmolens of zonnepanelen


Heb je gekozen voor windmolens,

  • Zoek op in de Grote Bosatlas 54e uitgave landkaart 81F of in de Bosatlas 55e uitgave landkaart 83F .
  • Lees de bronteksten over windkracht.
  • Kies op landkaart 74-75 van de Grote Bosatlas 54e uitgave of 72-73 van de Grote Bosatlas 55e uitgave een stad of streek uit waar je volgens jou veel windmolens zou kunnen plaatsen. De stad of streek moet wel in een land van de Europese Unie liggen.
  • Schrijf de naam van die stad of de streek voor jezelf op en zet er ook bij in welk land het ligt.
  • Teken een windzak op de blanco landkaart van de Europese Unie op de plek die je hebt uitgekozen.


Heb je gekozen voor zonnepanelen,

  • Zoek op in de Grote Bosatlas 54e uitgave landkaart 81E of in de Bosatlas 55e uitgave landkaart  83E.
  • Lees de bronteksten over windkracht.
  • Kies op landkaart 74-75 van de Grote Bosatlas 54e uitgave of … van de Grote Bosatlas 55e uitgave een stad of streek uit waar je volgens jou veel windmolens zou kunnen plaatsen. De stad of streek moet wel in een land van de Europese Unie liggen.
  • Schrijf de naam van die stad of de streek voor jezelf op en zet er ook bij in welk land het ligt.
  • Teken een zonnetje op de blanco landkaart van de Europese Unie op de plek die je hebt uitgekozen.

Let op! In de bronnen worden allerlei plekken in de EU bij naam genoemd die geschikt zijn voor het plaatsen van windmolens en/of zonnepanelen. Probeer een plek te vinden die nergens in de bronnen wordt genoemd.

TIP: Je mag ook een plek aanwijzen in de Europese Unie waar je op vakantie bent geweest. Je weet vast wel wat voor weer het daar toen was en of de plek geschikt is. Maar let op! Die plek mag nergens al in de bronnen worden genoemd.

 


 

SchoolTV-film ‘De Schoonste – Zapp Your Planet: Power Check!’: 

de schoonste
'Dit wordt de grootste windmolen ter wereld – Z Business’:

 


 
Wil je er echt zeker van zijn dat het je niet aan zon ontbreekt op de plek waar je je vakantie wil doorbrengen? Dan moet je er een kiezen uit een lijst van tien plekken die de Consumentenbond in 2009 heeft gemaakt. Dat zijn de tien zonnigste in Europa.

Het gaat dan wel om plekken waar de zon vaak schijnt en ook nog makkelijk te doen zijn met de auto. Er zijn plekken waar de zon nóg vaker schijnt, maar die staan niet in deze lijst omdat ze verder weg liggen.

De allerzonnigste plek is Praia da Rocha in de Algarve, in Portugal. Daar schijnt de zon 3161 uren per jaar. Maar deze plek staat niet in de lijst van tien omdat het vanuit Nederland erg ver rijden is daar naartoe met de auto.

De top 10 van zonnige plekken die met de auto makkelijk te bereiken zijn:

  1. Locarno, Zwitserland. Zonuren: 2120. Afstand: 960 km
    locarno
  2. Nevers, Frankrijk. Zonuren: 2102. Afstand: 701
  3. Lienz, Oostenrijk. Zonuren: 1952. Afstand: 1013
  4. Halmstad, Zweden. Zonuren: 1928. Afstand: 921
  5. Bognor Regis, Engeland. Zonuren: 1902. Afstand: 514
  6. Bolzano, Italië. Zonuren: 1884. Afstand: 1008
  7. Zugspitze, Duitsland. Zonuren: 1846. Afstand: 841
  8. Kristiansand, Noorwegen. Zonuren: 1795. Afstand: 906
  9. Oostende, België. Zonuren: 1760. Afstand: 242
  10. Clervaux, Luxemburg. Zonuren: 1754. Afstand: 297

De zonnigste plek in Nederland is De Kooij op Texel. Daar schijnt de zon 1648,9 per jaar. Ook Vlissingen mag er zijn met ongeveer 1623 uren zon per jaar.

 


 

De Sierra Nevada (= in het Nederlands: Besneeuwde Bergketen), in het zuiden van Spanje, is  het skigebied met de meeste zonuren van Europa (op de voet gevolgd door het Bulgaarse Pamporovo).

Vanaf 3.300 meter hoogte, op de top van de Veleta, geniet je bij helder weer van een overweldigend uitzicht op de Middellandse Zee, tot in Afrika.

skien

Daarom is in dit gebergte een groot skigebied aangelegd, Solynieve. Die naam betekent zon en sneeuw. Wie daar zijn skivakantie wil doorbrengen, kan er ook makkelijk een zonvakantie aan vastknopen want de zonnige kusten van onder meer de Costa del Sol liggen er niet ver vandaan.

 


 
Zwitserse deskundigen zijn nagegaan waar in de Alpen je het beste zonnepanelen kunt plaatsen. Niet onderin valleien natuurlijk. Die plekken liggen vaak in de schaduw. Beter geschikt zijn hoger gelegen hellingen, en dan vooral hellingen met uitzicht op het zuiden. Zulke hellingen vind je in en rond  skigebieden.  Daar heb je minder last van schaduw.

zonnepaneleninsneeuw

Er is nóg een reden om zonnepanelen in en rond skigebieden te plaatsen. Onderin valleien is het vooral ’s winters vaak bewolkt of mistig of allebei. Op hooggelegen hellingen heb je er minder vaak last van als je stroom wil opwekken met zonnepanelen. Bewolking en mist komen vooral onderin valleien voor. Als het daar bewolkt of mistig is, schijnt hoger op de hellingen vaak de zon volop.

Naar: ‘Staan de Alpen straks vol zonnepanelen?’ op https://www.volkskrant.nl/wetenschap/staan-de-alpen-straks-vol-zonnepanelen~b3d50a90/

 


 
Soms is de luchtdruk boven en rond IJsland laag en boven en rond de Azoren hoog. Dan waait tussen IJsland en de Azoren een straffe westenwind. Die wind voert dagen of weken achtereen het ene lagedrukgebied na het andere over de Atlantische Oceaan naar Noordwest-Europa. Die brengen regen met zich mee en soms ook veel wind.

Deze westenwind blaast het hardst boven de oceaan en boven de Noordzee.

westenwind

Ook dringt de wind tot ver boven het vasteland van Europa want hij wordt nauwelijks door hoge bergen tegengehouden. Toch is het zo dat hoe verder je naar het oosten gaat, hoe minder vaak deze wind waait. Boven en rondom de Middellandse Zee is de luchtdruk 's zomers hoog. Daar kan de westelijke wind dan niet komen.

 


 
Rem Koolhaas is een Nederlandse architect. In 2008 heeft hij in opdracht van de Nederlandse Stichting voor Natuur en Milieu en de Coöperatieve Zeekracht het Masterplan Zeekracht opgesteld.

Wat houdt dat plan in?

Toen hij dat plan maakte, stonden er in de Noordzee al windmolens, onder meer voor de kust van Denemarken. Samen konden ze tot 4.000 Megawatt stroom opwekken. Koolhaas wilde er nog een groot aantal bij laten bouwen. Zie zouden in parken bij elkaar staan. Die parken moesten een ring vormen  langs de kust van de landen die aan de Noordzee liggen. Dat zijn Noorwegen (géén lid van de EU), Denemarken, Duitsland, Nederland, België, Frankrijk en Groot-Brittannië (vanaf 2020 geen lid meer van de EU). Deze parken zouden niet alleen stroom leven aan de landen rond de Noordzee. Ook andere landen van de EU zouden stroom krijgen uit die parken. Die parken zouden namelijk maximaal 13.400 Megawatt stroom leveren. Dat is te danken aan de harde westenwind die vaak boven de Noordzee blaast. (Ter vergelijking: met alle olie die in Koeweit, Irak, Iran en alle andere landen rond de Perzische Golf gewonnen wordt kan 11.300 Megawatt worden opgewekt.)

Voor het bouwen van de ring van windmolenparken moest volgens Koolhaas wel veertig jaar worden uitgetrokken. Ook zou het tientallen miljarden euro kosten om het plan uit te voeren. Het is een klus die niet door één land kan worden geklaard maar wel door een groep landen, of door de EU.

Of het hele plan wordt uitgevoerd, valt nog niet te zeggen. Wel zijn er na 2008 rond en op de Noordzee nieuwe windmolenparken gebouwd, waaronder het Prinses Amalia Windpark hieronder.

windpark

 


 
In Nederland waait het niet overal even hard. In het binnenland is de gemiddelde windsnelheid ruim 8 km/u, aan de kust 20 km/u. Dat komt omdat de wind boven zee geen obstakels tegenkomt en boven land wel.

Ook waait het door de dag heen niet altijd even hard. Gemiddeld waait in Nederland 2 à 3 uur na zonsopkomst de minste wind. Ongeveer 3 à 4 uur na de hoogste zonnestand is de wind het sterkst. Als het weer niet in korte tijd sterk verandert, wordt op een zomerdag rond 4 of 5 uur 's middags de sterkste wind verwacht. Dan waait het 's middags gemiddeld 50% harder dan vroeg in de ochtend, maar in de namiddag neemt de wind meestal weer af.

Ook blijkt de wind 's avonds vaak iets te draaien tegen de richting van de wijzers van de klok in.

In het algemeen waait het in het westen en het noorden van Nederland harder dan in het oosten en zuidoosten. Hierdoor is er  in de kustgebieden meer windenergie te winnen dan elders in het land. Ook voor andere landen die aan zee liggen geldt dat het aan en vlakbij de kust harder waait dan in het binnenland.

wandelenindewind

Gunstig voor windmolens zijn ook plekken die boven de omgeving uitsteken. Op die plekken waait het in het algemeen harder. Boven laaggelegen, vlakke stukken land neemt de windsnelheid toe met de hoogte. Daarom is er op de Maasvlakte een windmolen gebouwd van ruim 300 meter hoog!

 


 
De Europese Unie wil steeds meer schone bronnen gebruiken om energie op te wekken in plaats van fossiele brandstoffen en andere vervuilende energiebronnen.  Hiermee wil de EU vervuiling bestrijden. En ook de uitstoot van het broeikasgas CO2 verminderen, want dan warmt de aarde minder snel op.

Daarom tekenden de landen van de EU in 2015 het Klimaatverdrag van Parijs.

klimaatafspraken

In dat verdrag staat dat alle landen samen alles moeten doen om ervoor te zorgen dat het in 2100 wereldwijd hooguit 2 graden Celsius warmer zal zijn dan in 1800.

Om deze doelstelling te halen, moedigt de EU met subsidies en andere bijstand het gebruiken van wind- en zonne-energie aan (en ook van andere energiebronnen die bij gebruik weinig of geen CO2 doen ontstaan). Twee voorbeelden:

  • Het NER300-programma: Landen van de EU die nieuwe technieken voor het opwekken van schone energie willen uitvoeren., krijgen hier geld voor van de EU. De bedoeling is dat deze landen steeds meer in staat zijn om schone energiebronnen te gebruiken in plaats van bronnen die bijdragen aan de uitstoot van CO2.
  • ELENA: Niet alleen de regeringen van de EU-landen laten projecten uitvoeren om meer schone energiebronnen te gebruiken. Ook de besturen van steden, provincies en deelstaten doen dat. Maar niet altijd kunnen die besturen alle kosten van een project zelf opbrengen. Als een lokaal of regionaal bestuur een project wil uitvoeren dat meer dan 50 miljoen euro kost, kan het geld krijgen uit een subsidiepot die ELENA heet.

Naar: ‘Subsidies van de Europese Unie 2014-2020,’ op https://www.europa-nu.nl/id/vjasedzq2zym/subsidies_van_de_europese_unie_2014_2020#p10

 


 
Trek voor deze les 1 lesuur uit. U laat de leerlingen individueel of in tweetallen aan de opdracht werken.

N.B.: Voor deze les heeft u de volgende landkaarten nodig:

  • Landkaarten 74-75, 81E en F uit de Bosatlas 54e editie, of:
  • Landkaarten 72-73, 83E en F uit de Bosatlas 55e editie.

Heeft u niet de beschikking over een van deze Bosatlassen, maak dan voor elke leerling een kopie van elk van deze drie landkaarten. Deel deze kopieën in de klas uit na het vertonen van de twee video's.

Print exemplaren uit van een blanco landkaart van de Europese Unie uit (in een wat groter formaat te downloaden via https://imgur.com/t/europe/dLON8YE).

Kijk samen met de leerlingen naar de twee videobronnen.

Daarna maken de leerlingen de opdracht. Als iedere leerling een plek op de blanco landkaart van de Europese Unie heeft gemarkeerd met een zonnetje of een windzakje is op de landkaart te zien waar windmolens en zonnepanelen de meeste energie opleveren.

Uitwerking
Windmolens geven de meeste energie indien ze geplaatst zijn op of rondom de Noordzee en langs de Atlantische kusten van de Europese Unie. Of op hoog gelegen plekken, denk aan bergtoppen.

Zonnepanelen leveren de meeste energie op indien ze zijn geplaatst in Spanje en andere zuidelijke landen van de EU. Maar ook in andere EU-landen zijn plekken te vinden waar de zon vaak overvloedig schijnt.

 

Deze opdracht sluit aan bij

  • Kerndoel 43: de leerlingen leren hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind.

 


 

  • De leerlingen kunnen uitleggen waarom wind- en zonne-energie schoner zijn dan fossiele brandstoffen en kernenergie.
  • De leerlingen hebben gezien waarom aanwending van wind- en zonne-energie niet bijdraagt aan klimaatverandering door opwarming van de aarde.
  • De leerlingen kunnen aan de hand van plaatselijke geofysische omstandigheden (reliëf en klimaat) plekken in de Europese Unie aanwijzen waar windmolens en zonnepanelen het hoogste rendement hebben.

 


 
De opdracht is goed gemaakt als de leerlingen op de blanco landkaart van de Europese Unie alleen plekken hebben aangegeven waar  zonnepanelen het meest rendement opleveren en waar windmolens het meest rendement opleveren.

 

verwante lessen

Login Form