Veiligheid voor Roma - bron: roma in roemenië


"In heel Roemenië worden Roma tegen hun wil uit hun huis gezet. Daardoor verliezen ze niet alleen hun huis, maar ook hun werk, bezittingen, hun contacten en toegang tot overheidsdiensten," zegt Halya Gowan, hoofd van het Europa- en Centraal-Azië-programma van Amnesty International. "Mensen uit hun huis zetten zonder behoorlijk overleg, tijdige verwittiging en alternatieve huisvesting is een schending van de internationale verplichtingen van Roemenië. De overheid bevestigt met deze onwettige praktijk de discriminatie van Roma in het land."

Dit citaat van Gowan is ook van toepassing op Roma in Cluj-Napoca, waar meer dan 1200 Roma wonen. De meeste van die Roma wonen in de wijk Pata Rat. Die wijk ligt naast een grote vuilnisbelt van de gemeente. Sommige van deze Roma verdienen een karige kost door op de vuilnisbelt afval te zoeken en te verkopen dat nog bruikbaar is zoals koper.

cluj

Toen de communisten onder leiding van Ceaucescu de baas waren in Roemenië, werkten sommige Roma-bewoners van de wijk in een fabriek. Na de val van Ceaucuscu in 1989 sloot de fabriek en raakten deze Roma hun baan kwijt. In 2010 dwong het bestuur van de stad Roma die elders in de stad woonden, hun huizen te verlaten. Deze Roma verhuisden naar Pata Rat.

Tot in de jaren ’90 hadden de Roma in Pata Rat niet alleen te kampen met werkloosheid. Ze leden armoede en het stadsbestuur deed niets voor hen. Hun kinderen gingen vaak niet naar school omdat ze hun ouders moesten helpen met het verzamelen van bruikbaar afval op de vuilnisbelt. Ook moesten de Roma met bijeengescharrelde materialen hutjes bouwen als ze niet in de open lucht wilden slapen. Toen zag de plek in de wijk waar de Roma wonen er net zo uit als een sloppenwijk in Afrika of Zuid-Amerika.

In 1997 kwam de Nederlander Bert Looij met zijn vrouw Margriet in de wijk wonen. Ze gingen aan de slag om de Roma in de wijk te helpen. Vanaf 2006 doen ze dat samen met de Nederlandse stichting ProRomi. Ze zorgden ervoor dat steeds meer Roma-kinderen naar school gaan en bouwden een kleuterschool voor Roma-kinderen in de wijk. Ze hielpen Roma-families aan een woning. En nog belangrijker: het echtpaar en de stichting brachten geld bijeen om grond in de wijk op te kopen waarop Roma hun huis konden (laten) bouwen. Dat bouwen was verboden, maar de gemeente liet het oogluikend toe. Op die manier profiteerden de Looijen en de stichting van het feit dat de gemeente geen Roma meer mag verdrijven uit hun huizen als de grond waarop de huizen staan eigendom is van burgers.

Naar: ‘Zo ziet armoede in Europa eruit: Roma op de vuilnisbelt’, online geplaatst op 16 april 2015 en te vinden op https://www.oneworld.nl/achtergrond/zo-ziet-armoede-europa-eruit-roma-op-de-vuilnisbelt/

 

verwante lessen

Login Form