In de Europese Unie, en ook in Nederland, wonen leden van een rondzwervend volk met een eigen cultuur. Dat volk is de Roma. Deze naam betekent 'mensen'. Het enkelvoud is 'rom'. In Nederland zijn ze beter bekend onder de naam ‘zigeuners’.
De meeste Roma wonen in EU-landen in Oost-Europa. Juist in die landen worden Roma achtergesteld. krijgen dus niet dezelfde mogelijkheden om te werken, onderwijs te volgen, een goede woning te vinden als hun landgenoten. Of anders gezegd: ze worden gediscrimineerd. Ook is er in deze landen, en ook elders in de EU, wantrouwen en haat onder burgers tegen Roma.
De EU is dus niet bepaald een veilige plek voor Roma om er te wonen.
Maar zo hoeft het niet te blijven. En als je het reglement van de EU raadpleegt en ook het Europees mensenrechtenverdrag dat door alle EU-landen is getekend, zul je ontdekken dat het ook niet zo mág blijven. Net als alle andere EU-burgers hebben Roma het recht om te gaan wonen en werken in de EU, waar ze maar willen.
Daarom bedenken jullie ideeën om van de EU alsnog een veilige woonplek voor Roma te maken. Dat doen jullie aan de hand van de bronnen in deze les. Jullie verzamelen deze ideeën en maken er een petitie van die jullie namens de hele klas opsturen naar de Nederlandse leden van het Europees Parlement.
Voor deze les krijg je ruim 1 lesuur de tijd. Eerst werk je samen met enkele klasgenoten, daarna met je juf of meester en de hele klas.
- Lees de bronnen ‘Wat weten we van de Roma?’, ‘De feiten over de Roma’ en ‘EU-feiten’. Je krijgt er 25 minuten de tijd voor.
- Daarna deelt je juf of meester de klas in vijf groepen in. Zij of hij wijst voor iedere groep een bron aan over Roma in een bepaald land om te lezen.
- Lees de bron die je is toegewezen. Je krijgt er 10 minuten de tijd voor. Noteer wat er allemaal beter moet voor het leven van de Roma in het land waar de bron over gaat.
- Kies uit je groep iemand die de verbeterpunten aan de klas vertelt.
Intussen heeft je juf of de meester een inleiding gemaakt voor de petitie. De petitie vullen jullie aan met alle verbeterpunten die door jouw groep en de andere groepen zijn verzameld. Je juf of meester vraagt een leerling van iedere groep om die verbeterpunten aan te dragen. Die schrijft je juf of meester op in de petitie. Je juf of meester trekt hiervoor zoveel tijd als nodig is.
Er bestaan veel verhalen over Roma. En ook in strips en films komen Roma vaak voor. In sommige van die verhalen komen Roma er maar slecht van af. Ze stelen alles, zelfs kinderen, ze zijn vies en lui.
In andere verhalen lijkt het leven van Roma juist heel mooi. Ze kunnen prachtig muziek maken (vooral op viool en gitaar), reizen de hele wereld rond in een wagen en zijn zo vrij als een vogeltje.
Beide beelden kloppen meestal niet want ze slaan slechts op een deel van het leven van de Roma.
Wat iedere niet-Roma wel moet weten, is dat de Roma het woord 'zigeuner' beledigend vinden en het zelf niet gebruiken.
De Roma komen van oorsprong uit India. Waarom ze uit dat land zijn uitgezwermd over Azië en Europa, daar zijn verschillende verklaringen voor gegeven. Eén verklaring luidt aldus: Rond het jaar 1000 leefde er een volk in Noord-India. Dat werd overvallen door de Afghaanse heerser Mahmoud van Ghazna. Hij drong vaak Noord-India binnen en nam dan jongens en meisjes mee als slaven. Het volk sloeg op de vlucht om aan de aanvallen te ontkomen. Zo raakte het aan het zwerven. Langzamerhand verspreidden leden van het volk zich over het Midden-Oosten en Europa. Ze raakte bekend als het volk van de Roma. Nu wonen er vooral in Oost-Europa veel Roma, maar ook in Nederland wonen er Roma. Bij elkaar zijn er tussen de 10 en 12 miljoen Roma in de EU.
Eigenlijk gaat het om twee groepen binnen dit volk, de Sinti en de Roma. In deze les maken we het onderscheid tussen Roma en Sinti niet.
Aanvankelijk waren de Roma welvarend en verdienden ze hun kost met handel en allerlei ambachten (zoals metaalbewerking). Rond 1400 werden ze in Europa, dat toen al christelijk was, gezien als heidenen. Toen kwamen er allerlei vooroordelen in de wereld die nu nog steeds door veel mensen geloofd worden. Die vooroordelen leidden tot haat tegen Roma. Die haat uitte zich in vervolging van en geweld tegen Roma.
Tegenwoordig behoren de Roma tot de armsten van Europa. Ook worden ze, afhankelijk waar in Europa ze wonen, in meer of mindere mate gediscrimineerd. Het bestuur van de Europese Unie probeert daar paal en perk aan te stellen. Dat doet ook de mensenrechtenorganisatie Amnesty International.
Vanaf 1990 wordt op 8 april de Wereld Romadag gehouden, een feestdag voor alle Roma. De afbeelding hierboven laat de vlag van de Roma zien.
"In heel Roemenië worden Roma tegen hun wil uit hun huis gezet. Daardoor verliezen ze niet alleen hun huis, maar ook hun werk, bezittingen, hun contacten en toegang tot overheidsdiensten," zegt Halya Gowan, hoofd van het Europa- en Centraal-Azië-programma van Amnesty International. "Mensen uit hun huis zetten zonder behoorlijk overleg, tijdige verwittiging en alternatieve huisvesting is een schending van de internationale verplichtingen van Roemenië. De overheid bevestigt met deze onwettige praktijk de discriminatie van Roma in het land."
Dit citaat van Gowan is ook van toepassing op Roma in Cluj-Napoca, waar meer dan 1200 Roma wonen. De meeste van die Roma wonen in de wijk Pata Rat. Die wijk ligt naast een grote vuilnisbelt van de gemeente. Sommige van deze Roma verdienen een karige kost door op de vuilnisbelt afval te zoeken en te verkopen dat nog bruikbaar is zoals koper.
Toen de communisten onder leiding van Ceaucescu de baas waren in Roemenië, werkten sommige Roma-bewoners van de wijk in een fabriek. Na de val van Ceaucuscu in 1989 sloot de fabriek en raakten deze Roma hun baan kwijt. In 2010 dwong het bestuur van de stad Roma die elders in de stad woonden, hun huizen te verlaten. Deze Roma verhuisden naar Pata Rat.
Tot in de jaren ’90 hadden de Roma in Pata Rat niet alleen te kampen met werkloosheid. Ze leden armoede en het stadsbestuur deed niets voor hen. Hun kinderen gingen vaak niet naar school omdat ze hun ouders moesten helpen met het verzamelen van bruikbaar afval op de vuilnisbelt. Ook moesten de Roma met bijeengescharrelde materialen hutjes bouwen als ze niet in de open lucht wilden slapen. Toen zag de plek in de wijk waar de Roma wonen er net zo uit als een sloppenwijk in Afrika of Zuid-Amerika.
In 1997 kwam de Nederlander Bert Looij met zijn vrouw Margriet in de wijk wonen. Ze gingen aan de slag om de Roma in de wijk te helpen. Vanaf 2006 doen ze dat samen met de Nederlandse stichting ProRomi. Ze zorgden ervoor dat steeds meer Roma-kinderen naar school gaan en bouwden een kleuterschool voor Roma-kinderen in de wijk. Ze hielpen Roma-families aan een woning. En nog belangrijker: het echtpaar en de stichting brachten geld bijeen om grond in de wijk op te kopen waarop Roma hun huis konden (laten) bouwen. Dat bouwen was verboden, maar de gemeente liet het oogluikend toe. Op die manier profiteerden de Looijen en de stichting van het feit dat de gemeente geen Roma meer mag verdrijven uit hun huizen als de grond waarop de huizen staan eigendom is van burgers.
Naar: ‘Zo ziet armoede in Europa eruit: Roma op de vuilnisbelt’, online geplaatst op 16 april 2015 en te vinden op https://www.oneworld.nl/achtergrond/zo-ziet-armoede-europa-eruit-roma-op-de-vuilnisbelt/
Het Tsjechische meisje Sabrina was zes jaar toen ze in 1998 naar een school ging waar Roma-kinderen en andere kinderen op zaten. Deze school was bedoeld voor kinderen die niet goed kunnen leren. Volgens haar moeder besteedde de meester van Sabrina geen aandacht aan haar en moest ze in de hoek zitten terwijl de andere kinderen bezig waren met schoolwerk. Nooit was nagegaan of Sabrina wel goed kan leren voordat ze naar deze school werd gestuurd. Op haar vijftiende maakte ze haar opleiding op deze school af. Het enige wat ze daarna kon doen, was een vak leren.
Sabrina is een van duizenden Roma-kinderen in Tsjechië die naar een school werden gestuurd voor kinderen die niet goed kunnen leren, gewoon omdat ze Roma zijn. Net als Sabrina konden deze kinderen niet zo goed leren. Niet omdat ze dom waren, maar omdat ze geen goede lesstof kregen en de juffen en meesters zich niet zo voor hun Roma-leerlingen interesseerden. De Roma-kinderen gingen naar andere scholen dan de andere Tsjechische scholen.
Amnesty International riep de Tsjechische regering op een einde te maken aan deze behandeling van Roma-kinderen. Ook het bestuur van de Europese Unie heeft dat gedaan. En in 2007 veroordeelde het Europese Hof voor de Rechten van de Mens deze behandeling van Roma-kinderen en noemde die behandeling discriminatie.
Tot nu toe heeft dat weinig geholpen. Nog steeds gaan veel Roma-kinderen naar een school voor kinderen die niet goed kunnen leren of naar een school waar alleen Roma-kinderen op zitten. En nog steeds is het onderwijs op scholen voor Roma-kinderen minder goed dan het onderwijs op andere scholen.
Naar: ‘Roma-Kinderen in Tsjechië weerbaar maken, online geplaatst op 7 januari 2016 en te vinden op https://www.gzb.nl/nieuws/roma-kinderen-in-tsjechie-weerbaar-maken
Er wonen in Italië tussen de 130.000 en 170.000 Roma. Hiervan heeft ongeveer de helft de Italiaanse nationaliteit.
Tot rond 2010 hebben Roma in Italië het niet makkelijk gehad. Veel Italianen die niet van Roma-afkomst zijn, dachten dat Roma misdadigers zijn. Ook heeft de regering van Italië soms gedaan alsof Roma werkelijk allemaal misdadigers zijn. Daar heeft de Europese Unie de regering voor op de vingers getikt.
Zo wilde de regering vingerafdrukken laten maken van alle Roma in het land, dus ook van Roma-kinderen. Toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Roberto Maroni wilde dat onder meer doen om het bedelen op straat te bestrijden.
Maar sommige mensen noemden de voorgenomen maatregel een uiting van racisme. Ook Monica Frassoni, toen lid van het Europees Parlement en lid van Groene Partij, was fel tegen die maatregel. Ze zei hierover: "De Italiaanse overheid heeft een bevel uitgevaardigd waarin alle mensen die in kampen leven -maar al te vaak zigeuners- worden verplicht zich te laten registreren naar komaf en waar ze vandaan komen. Zelfs hun geloof moeten ze melden en dat is volgens de wet absoluut verboden. Het komt er simpelweg op neer dat je een database opzet gebaseerd op etnische afkomst. Dit is de reden dat we er zoveel ruchtbaarheid aan geven: het is in tegenspraak met Europese wetgeving."
Ook Juan de Dios Ramírez-Heredia, president van de Roma-organisatie in Spanje, is tegen de maatregel want het zou bedoeld zijn om de misdaad te bestrijden. "Berlusconi (toen de premier van Italië) won de verkiezingen door gebruik te maken van angstgevoelens over de groeiende onveiligheid in Italië", zegt hij. "Wij Roma kregen daar de schuld van, omdat we een onzichtbare minderheid zijn."
Wie dacht dat de Italiaanse regering de Roma nu beter behandelt dan vóór 2010 heeft het mis. In 2018 stelde Matteo Salvini, toen minister van Binnenlandse Zaken, voor om alle Roma te registreren. Zo wilde hij laten nagaan wie van de Roma een Italiaans paspoort hebben. Die mochten wat hem betreft in Italië blijven. De andere Roma moesten het land maar uit. Veel Italianen zouden dit idee hebben gesteund. Dat valt af te leiden uit de uitslag van een peiling in 2018 onder Italianen. Die peiling wees uit dat 86% van de Italianen een negatief beeld hebben van de Roma in hun land.
Naar: ‘Italiaanse regering wil Roma-telling en degenen zonder papieren uitzetten’, op https://nos.nl/artikel/2237183-italiaanse-minister-wil-roma-telling-en-degenen-zonder-papieren-uitzetten.html
In Frankrijk wonen Roma die Franse burgers zijn en Roma die vanuit Oost-Europa naar Frankrijk zijn verhuisd. Die komen vooral uit Roemenië en Bulgarije. Geliefd zijn ze nooit geweest. Soms slaan ze ergens in het land een kamp op om er te blijven wonen, zonder toestemming van de overheid. Toen Nicolas Sarkozy president van Frankrijk was, tussen 2007 en 2012, liet de Franse regering vaak zo’n illegaal kamp ontruimen. Wel kregen de bewoners van die kampen een vergoeding. Sarkozy wilde op die manier de misdaad in het land bestrijden. Ook werden vele duizenden Roma die geen Frans paspoort hebben, teruggestuurd naar het land waar ze vandaan zijn gekomen.
Voor deze ontruimingen kreeg de Franse regering kritiek. De Europese Commissie bijvoorbeeld wees de regering erop dat inwoners van de EU overal binnen de unie mogen reizen en wonen. Dat staat in het reglement van de EU.
Na 2012 trok Frankrijk zich weinig of niets van die kritiek aan. Nog steeds werden illegale kampen van Roma ontruimd. Dat gebeurde bijvoorbeeld in februari 2016. Toen werden Roma die bij de Boulevard Ney in Parijs hun kamp hadden ingericht, gedwongen weg te gaan. Voor sommige van hen was dat de tweede keer in een half jaar tijd. Die waren in de zomer van 2015 al verdreven toen hun illegale kamp in de Parijse voorstad Courneuve werd ontruimd.
Verhuizen is altijd een heftige gebeurtenis, en verhuizen omdat het plotseling moet al helemaal. Leonardo Lautauru kan erover meepraten. Hij was 24 jaar toen hij in het kamp bij Boulevard Ney woonde. Hij komt uit Filiasi, een kleine stad in Roemenië. Hij was uit Roemenië naar Italië verhuisd en kon daar de kost verdienen als arbeider in een pizzadeegfabriek. Daar merkte hij dat sommige Italianen Roma haten. Toen zijn huis werd vernield, besloot hij terug te taan naar Roemenië. Maar niet voorgoed. Hij trok met zijn ouders, ouderere broer en achtjarige zusje naar Parijs. En nu dit weer: “Ik vind het niet erg om weg te gaan, maar waar moet ik heen?” zei hij tegen een verslaggever die het kamp bezocht. “Mijn zusje gaat hier naar school, Soms helpen we onze vrienden en proberen wat geld te verdienen.” Nu moest hij het met zijn familie ergens anders zien te rooien. Alweer.
Dat in Frankrijk zo vaak een illegaal kamp van Roma wordt ontruimd heeft te maken met hoe Fransen tegen Roma aankijken. En tegen andere vreemdelingen met een cultuur die anders is dan die van de Fransen zelf. Veel Fransen wantrouwen vreemdelingen, en dus ook de Roma. Er wonen weinig Roma in Frankrijk, volgens een schatting uit 2013 20.000. Toch maken veel Fransen zich zorgen over hun aanwezigheid in hun land. Veel Fransen vinden het maar niets dat groepen Roma zomaar ergens zonder toestemming van de overheid bij elkaar in een kamp gaan wonen. Maar legaal ergens in een kamp wonen, dat vindt volgens een peiling uit 2013 44% van de Fransen goed. Maar de meeste Fransen willen geen kamp met Roma, legaal of niet, in hun buurt hebben. En wat hen betreft gaat het ontruimen van illegale Roma-kampen niet snel genoeg omdat Roma zelf en mensen die hen willen helpen, ontruimingen proberen tegen te houden. Volgens dezelfde peiling wil 86% van de Fransen geen Roma als naaste buren hebben. Die houding komt voort uit vooroordelen. Een klein deel van de Roma in Frankrijk houdt zich bezig met bedelen in groepen, met diefstal en andere zaken die tegen de wet ingaan. Toch denken Fransen dat alle Roma hieraan meedoen.
Naar: ‘De grootste sloppenwijk van Parijs wordt deze week ontruimd’ op https://www.vice.com/nl/article/exyy97/honderden-roma-gaan-uitzetting-van-grootste-sloppenwijk-in-parijs-tegemoetde-grootste-sloppenwijk-van-parijs-wordt-deze-week-ontruimd-101 en naar ‘De Franse obsessie met Roma’ op https://voxeurop.eu/nl/content/article/4178911-de-franse-obsessie-met-roma
In 2015 hield de Risbo, een onderzoeksbureau van de Erasmus Universiteit te Rotterdam, een enquête onder Roma in Nederland. Die kregen van het bureau vragen over onderwijs, gezondheidszorg, huisvesting en andere zaken uit hun dagelijks leven. Wat bleek uit de antwoorden die de ondervraagde Roma gaven?
- Roma zijn vaker ziek en hebben vaker andere problemen met hun gezondheid dan andere Nederlanders.
- Veel Roma wonen in huizen van slechte kwaliteit.
- Net als alle andere kinderen in Nederland moeten alle Roma-kinderen naar school. Dat moeten ze volgens de wet. Toch blijven Roma-kinderen vaker van school weg dan hun Nederlandse leeftijdgenoten.
- Van elke 100 Roma die van school komen, gaan er minder studeren dan van elke 100 van andere Nederlanders die van school komen.
- Veel Roma-meisjes trouwen voordat ze 20 jaar oud zijn geworden. Dat hoort bij de cultuur van de Roma. De meeste andere Nederlandse meisjes trouwen niet. Dat doen ze pas later als ze (allang) volwassen zijn.
- Sommige Roma-jongens en meisjes die wél gaan studeren, zijn bang om andere mensen te vertellen dat ze Roma zijn want ze zijn bang dat ze dan het mikpunt worden van discriminatie.
- Roma die solliciteren naar een baan of al een baan hebben, worden vaak het mikpunt van discriminatie. Daardoor hebben ze meer moeite om een baan te vinden of is hun werkplek niet prettig.
- De meeste Roma hebben geen betaald werk.
- Roma wantrouwen de overheid en voelen zich soms door de overheid in de steek gelaten.
Gaat het dan met alle Roma in Nederland dan zo slecht? Voor Roma die na 2004 vanuit Oost-Europa naar Nederland kwamen, is het antwoord ja. Het zijn bijna allemaal arbeiders die enkele maanden per jaar in Nederland werken, bijvoorbeeld op landbouwbedrijven. Ze wonen in slechte huizen terwijl ze in Nederland werken. Maar Roma die al eerder in Nederland zijn komen wonen, vergaat het geleidelijk aan beter. Roma-meisjes krijgen steeds meer vrijheid om te kiezen tussen een baan, het volgen van een opleiding en trouwen. Daardoor is het steeds minder vanzelfsprekend dat Roma-meisjes trouwen voor ze volwassen zijn. Ten slotte lijkt het erop dat Roma-kinderen minder vaak van school wegblijven.
Naar: ‘Hoe is de maatschappelijke positie van Roma en Sinti in Nederland?’op https://www.kis.nl/vraag-en-antwoord/hoe-de-maatschappelijke-positie-van-roma-en-sinti-nederland
In 2004 en 2007 werden Tsjechië, Roemenië en enkele andere landen in Oost-Europa lid van de Europese Unie. Voor het zover was, moesten deze landen beloven dat ze de Roma in hun land niet langer discrimineren. Deze belofte zijn deze landen veelal niet nagekomen. Wat ook is gebleven is haat tegen Roma onder andere burgers.
Dat accepteerde het bestuur van de EU niet. Het Europees Parlement nam in 2015 een document aan met een oproep aan de EU-staten om de Roma beter te behandelen.
Er moet een einde komen aan de haat tegen Roma die vaak leidt tot geweld tegen leden van dit volk. Het Europees Parlement wijst erop dat de cultuur van de Roma onderdeel is van de Europese cultuur. Ook beklemtoont het parlement dat haat tegen de Roma heeft geleid en nog steeds leidt tot geweld tegen leden van dit volk. Verder herinnert het parlement eraan dat er tijdens de Tweede Wereldoorlog talloze Roma zijn vermoord. Het parlement noemt dit zelfs genocide (= moord op een volk).
De landen van de EU- en de Europese Commissie moeten erkennen dat deze massamoord op Roma heeft plaatsgehad en die massamoord moeten blijven herdenken. Ten slotte eist het parlement dat de rechten die de Roma als burgers van de EU hebben net zo worden gerespecteerd als de rechten van andere burgers. Die rechten, zoals recht op een woning, op werk, op onderwijs en op alle zorg die je nodig hebt als je ziek bent, staan in een verdrag dat is getekend door alle landen van de Europese Raad (waar ook alle EU-landen lid van zijn). Dat verdrag is het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden. De Europese Commissie en de lidstaten van de EU moeten zich hiervoor blijven inspannen.
Naar: ‘Resolutie van het Europees Parlement van 15 april 2015 over de Internationale Dag van de Roma - zigeunerhaat en de erkenning door de EU van de herdenkingsdag van de genocide op Roma tijdens WO II (2015/2615(RSP))‘ op http://www.europarl.europa.eu/doceo/document/TA-8-2015-0095_NL.html
Voor deze opdracht is ruim 1 lesuur nodig.
Uitgangspunt is dat de maatschappelijke positie van Roma in de Europese Unie vanaf de eeuwwisseling steeds te wensen heeft overgelaten ondanks herhaalde oproepen van het Europees Parlement, de Europese Commissie en Amnesty International om die positie substantieel te verbeteren. Hiertoe richt u een oproep in de vorm van een petitie aan de Nederlandse leden van het Europees Parlement.
Plan van aanpak
- U laat alle leerlingen de bronnen ‘Wat weten we van de Roma?’, ‘De feiten over de Roma’ en ‘EU-feiten’. Trek er 25 minuten voor uit.
- Deel de klas in vijf groepen in. Wijs iedere groep een van de vijf bronnen uit die gaan over Roma in een bepaald land. De landen zijn Frankrijk, Italië, Nederland, Roemenië en Tsjechië. Trek voor het lezen van de bron 10 minuten uit. Gebruik de tijd die de leerlingen nodig hebben om bij elkaar drie bonnen te lezen om een inleiding op te stellen voor een petitie gericht aan de Nederlandse leden van het Europees Parlement.
- Ten slotte houdt u een klassengesprek. Trek er zoveel tijd voor uit als nodig blijkt te zijn. In dat klassengesprek laat u iedere groep vertellen aan welke punten moet worden gewekt om Roma in de EU op een waardige manier te laten leven waarbij ze profijt kunnen hebben van alle rechten die alle EU-burgers volgens het reglement van de unie (zoals vrij mogen reizen tussen EU-landen en wonen waar je wil in de EU) en volgens het Europees mensenrechtenverdrag (zoals recht op gelijke behandeling ongeacht ras, afkomst enzovoort.)
- De petitie stuurt u naar de leden van het Europees Parlement. De volledige lijst hiervan is te vinden op https://www.europa-nu.nl/id/vgkrh5f855ms/huidige_nederlandse_leden_van_het. Bij elk lid is na doorklikken op de naam het e-mailadres van het lid te vinden.
De opdracht sluit aan bij:
- Kerndoel 16: De leerlingen kunnen enkele aspecten van groepen in onze samenleving beschrijven waaronder in elk geval:
- enkele vormen van groepsgedrag en factoren die daarvoor bepalend zijn
- discriminatie en tolerantie
- De leerling weet wie Roma zijn.
- De leerling weet dat Roma de term 'zigeuner' beledigend vinden.
- De leerling heeft een globaal beeld gekregen van waarom de EU voor Roma geen prettige en veilige plek is om te wonen.
- De leerling kan aangeven wat kan worden gedaan om van de EU alsnog een veilige en prettige woonplek te maken voor Roma.
De leerlingen hebben de opdracht goed gemaakt als uit de aangedragen verbeterpunten voor het leven van Roma uit de EU blijkt dat de leerlingen de problematiek van racisme gericht tegen en achterstelling van dit volk goed in kaart hebben gebracht.