Godsdienst op school


Nederland heeft openbaar en bijzonder onderwijs. Scholen voor openbaar onderwijs staan open voor alle kinderen en het maakt niet uit welk geloof of levensbeschouwing een leerling heeft. Scholen voor bijzonder onderwijs werken meestal vanuit een godsdienst. Zo heb je protestantse, rooms-katholieke, joodse en islamitische scholen.

Een openbare school wordt bestuurd door de overheid, meestal door de gemeente. Bijzondere scholen hebben een eigen bestuur, een vereniging of stichting. Alle scholen krijgen hun geld van de overheid. En daarin is Nederland uniek. Er zijn meer landen met bijzonder onderwijs, maar in geen enkel land ter wereld wordt openbaar én bijzonder onderwijs helemaal door de overheid betaald.

In andere landen van de Europese Unie moeten ouders vaak zelf betalen als ze hun kinderen naar een bijzondere school willen sturen.

scodelft

 



opdrachtJe zoekt uit hoe dat zit in verschillende Europese landen. Kennen ze ook bijzonder onderwijs? Wat leer je daar in de godsdienstles?

En wat denk je er zelf van? Wat vind je van bijvoorbeeld een katholieke of islamitische school? Moeten zulke scholen alleen les geven over hun eigen godsdienst of over alle vijf grote godsdiensten van de wereld, namelijk: boeddhisme, christendom, hindoeïsme, islam en jodendom?

Denk er goed over na, omdat je met het antwoord dat je op deze vraag geeft aan de slag moet. En gebruik hierbij de kennis die je zelf hebt van een of meer van deze godsdiensten.

 



werkinuitvoeringeenuurVoor deze les trekt je juf of meester 1 lesuur uit.

Lees de bronnen, dat doe je alleen en je krijgt er 30 minuten de tijd voor.

Daarna deelt je juf of meester de klas in groepen van vier in.

Schrijf samen met drie klasgenoten een brief aan de minister van onderwijs van Nederland en aan de Europese Commissie. Je krijgt hier 20 minuten de tijd voor.

Ten slotte laat je iemand in je groep de brief voorlezen aan de klas.

Succes!



In Nederland sticht en bestuurt de overheid scholen. Die scholen worden ‘openbaar’ genoemd. In Artikel 23 van de Nederlandse grondwet staat dat elke groep mensen zijn eigen scholen mag oprichten. Als die scholen goed onderwijs geven betaalt de landelijke overheid de kosten. Daarom zijn er nu protestantse scholen, rooms-katholieke, joodse en islamitische scholen. Al deze scholen heten ‘bijzondere scholen’.

islamitischonderwijs

Je kunt het ook zó zeggen: Nederland kent openbaar en bijzonder onderwijs.
Bijzondere scholen mogen leerlingen en docenten weigeren die niet voldoen aan het geloof die de scholen willen uitdragen. Inderdaad zijn er scholen die dat wel eens doen. Dezelfde scholen hebben vaak strenge regels voor de kleding die leerlingen mogen en moeten dragen op school. Ook zijn er scholen waar jongens en meisjes gescheiden zijn; datr wil zeggen dat er aparte jongens- en meisjesklassen zijn.

De meeste scholen in Nederland hebben dit soort regels niet, laten ook iedere leerling en docent toe en je krijgt er les over verschillende godsdiensten.
Ook in België is er openbaar en bijzonder onderwijs. Wel wordt het openbaar onderwijs ‘officieel’ genoemd en het bijzonder onderwijs ‘vrij’.

 


 
Nederlanders denken soms dat er geen bijzonder onderwijs bestaat in Frankrijk. Dat is niet terecht. Bijzondere scholen zijn er wel degelijk. De meeste bijzondere scholen zijn katholiek, omdat de Fransen voor een groot deel rooms-katholiek.

In Frankrijk kunnen alle kinderen naar een openbare school. En dan liefst een school vlakbij hun woonplek. Toch doen niet alle kinderen dat. Ouders die dat per se willen, sturen hun kinderen naar een bijzondere school. Wel moeten ze daar veel  geld voor betalen, terwijl het openbaar onderwijs gratis is. Toch zijn bijzondere scholen in Frankrijk steeds populairder geworden. In Frankrijk zitten ongeveer 12 miljoen leerlingen op een basisschool of een school voor voortgezet onderwijs. Tussen 2010 en 2019 steeg het aantal leerlingen dat naar een bijzondere school ging met 100.000. In 2019 ging een op de zes leerlingen naar een bijzondere basisschool of bijzondere school voor voortgezet onderwijs. In hetzelfde jaar zat van alle leerlingen van scholen voor voortgezet onderwijs 22% op een katholieke school. In Parijs was dat zelfs 35%.

In de Parijse voorstad Poissy staat de Institut Notre Dame de Poissy. Op deze bijzondere basisschool wappert net als op alle andere Franse scholen de Franse vlag. Maar wie goed kijkt, ziet ook in een perkje onder een eikenboom op het terrein een beeld van de maagd Maria, de moeder van Jezus. Hieraan kun je zien dat het een rooms-katholieke basisschool is.

mariabeeld
Adam Sefnaj, 11 jaar komt uit een moslimgezin. Toch zit hij op deze school omdat die vlak bij zijn woonplaats staat en omdat zijn moeder dat wilde. Ze legt uit waarom. Na de lessen worden de kinderen op deze school goed beziggehouden, tot ze door hun ouders worden opgehaald. Ook vindt ze het belangrijk dat “kinderen zich netjes gedragen en geen straattaal gebruiken. Daar letten ze hier op.” Ook zorgen ze er volgens haar voor dat kinderen meer zelfvertrouwen krijgen. Dat het een rooms-katholieke school is, vindt ze helemaal niet erg, omdat de leerlingen geen catechisatie (lessen in de rooms-katholieke geloofsleer) hoeven te volgen. Wel moeten alle leerlingen kennis maken met de christelijke cultuur.

Krijgen leerlingen op Franse openbare scholen geen lessen in godsdienst? Zeker wel. Ze moeten allemaal kennismaken met het jodendom, het christendom en de islam. Dit zijn de drie godsdiensten die maar één god kennen.

Ook de kosten, ruim 2.000 euro per leerling per schooljaar, vinden de ouders van Adam niet bezwaarlijk, omdat de school rekening houdt met de wensen van de ouders van de leerlingen. “De klant is hier koning.”

Naar: ‘Frankrijk heeft ook bijzonder onderwijs, en het groeit’ op https://www.trouw.nl/buitenland/frankrijk-heeft-ook-bijzonder-onderwijs-en-het-groeit~b15b7ef3/


 
Hongarije had tot 1989 een communistische regering. Tot die tijd was bijzonder onderwijs met een godsdienst verboden. Alle scholen waren van de staat. Na 1989 gaf de regering van Hongarije scholen terug aan kerken die hen door de communistische regering waren ontnoment. Maar deze kerken hadden te weinig geld om schoolgebouwen op te knappen. Later kregen protestantse kerken in Hongarije geld van de Nederlandse Stichting Ondersteuning Gereformeerd Onderwijs in Oost-Europa of OGO. Met dit geld konden de schoolgebouwen worden opgeknapt. Ook kwam er steeds meer ondersteuning vanuit de Hongaarse staat.

Één van de scholen die de regering teruggaf is de Stefan Bocskaischool in Halasztelek, een dorp vlakbij Boedapest. Het is een middelbare school. Je kunt daar het gymnasium volgen of een beroepsopleiding voor land- en tuinbouw.

hongaarseschoolDe school krijgt een eigen sporthal, hier nog in opbouw

Naast de school staat een basisschool. "Alle ouders die dat willen, mogen hun kinderen bij de school laten inschrijven," vertelt dominee Cvövek, predikant van het dorp. "Het doet er niet toe of ze iets aan godsdienst doen of niet. Wel willen we dat hun kinderen 's zondags naar een kerk gaan. Dat wordt gecontroleerd met een boekje, waarin de kerk aantekeningen maakt. Ook moeten de leerlingen elke dinsdag een kerkdienst bijwonen. En ze krijgen godsdienstles, twee uur per week. Maar die lessen zijn niet voor iedereen hetzelfde." Op de school zitten ook rooms-katholieke leerlingen. Die krijgen godsdienstles van een rooms-katholieke leraar.

 


 
In Italië is onderwijs op staatsscholen (wij zouden ze ‘openbare scholen’ noemen) vrijwel gratis. Maar ouders die hun kinderen naar een bijzondere school sturen, moeten daar fors voor betalen. Deze scholen krijgen namelijk geen geld van de overheid. De meeste bijzondere scholen zijn rooms-katholiek.

Een van de rooms-katholieke scholen is de scholengemeenschap Scuola Paritaria Maria Ausiliatrice in Rome. Ongeveer de helft van de leerkrachten van de school is non. Zuster Angela Maria Maccioni is één van de leerkrachten. Ze vertelt dat de leerlingen van de school twee uur godsdienstles per week krijgen. Ook op andere bijzondere scholen is dat het geval. De leerlingen krijgen les over de rol van godsdiensten in de wereld, de geschiedenis van de rooms-katholieke kerk en wat geloof voor de mens betekent.

italiaansenonZuster Angela Maria Maccioni

Op staatsscholen krijgen leerlingen maar één uur godsdienstles per week. Die lessen zijn vooral bedoeld om leerlingen kennis te laten maken met verschillende wereldgodsdiensten zoals de islam.

logo italiaanseschoolDe Scuola Paritaria Maria Ausiliatrice laat niet alleen rooms-katholieke leerlingen toe, vertelt Zuster Maccione, maar ook joodse en moslimleerlingen. Die leerlingen moeten zich wel schikken naar de rooms-katholieke regels van de school. Ze volgen de godsdienstlessen, maar daarbij wordt wel rekening gehouden met hun feestdagen. "We hebben nog nooit problemen gehad. Zo is 31 januari Don Boscodag, waarop leerlingen brood en salami krijgen uitgereikt. Een moslim of jood krijgt dan bijvoorbeeld brood en kaas."


 
In 1950 hebben landen in Europa het "Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele (= belangrijkste) Vrijheden" aangenomen. Het verdrag is daarna nog aangevuld. Het is nu een deel van de regels van de Europese Unie. Ieder land dat toe wil treden tot de Europese Unie moet het verdrag hebben ondertekend.

Twee artikelen uit het verdrag hebben te maken met onderwijs en godsdienst.

Artikel 9: vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst
"Je mag je eigen gedachten hebben, je geweten volgen en je eigen godsdienst hebben. Je mag ook een andere godsdienst kiezen.
Je mag je eigen godsdienst belijden in je eigen kring en in het openbaar. Je mag onder meer andere mensen iets bijbrengen over je godsdienst."

kindbidden

Artikel 2 uit het eerste protocol uit 1952: recht op onderwijs
"Als iemand onderwijs wil volgen, mag niemand dat tegenhouden."

 


 
Voor deze les trekt u 1 lesuur uit.

In deze les laat u de leerlingen nadenken over de volgende vraag en laat hen daar hun antwoord op geven: "Moeten bijzondere scholen alleen lesgeven over hun eigen godsdienst of over alle vijf grote godsdiensten van de wereld, namelijk: boeddhisme, christendom, hindoeïsme, islam en jodendom?"

Wellicht zitten er leerlingen in de klas die een andere godsdienst hebben dan het christendom of de islam. Hun inbreng kan een verrijking zijn voor de uitkomst van de schrijfopdracht in de les.

Plan van aanpak

  • Eerst laat u de leerlingen de bronnen individueel lezen. Trek voor deze activiteit 30 minuten uit.
  • Daarna deelt u de klas in groepen van vier in voor de groepsactiviteit. Iedere groep schrijft een brief aan de Nederlandse minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en aan de Europese Commissie. Hun adressen staan onder deze instructie. Ruim voor dit gedeelte van de groepsactiviteit 20 minuten in.
  • Ten slotte laat u van iedere groep een leerling hun brief voorlezen.

De adressen:

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50
2515 XP Den Haag

Europese Commissie
Karel de Grotegebouw
Wetstraat 170
1040 Brussel
België

Tip:
U kunt de leerlingen na het lezen van de bronnen ook laten nadenken over de vraag of binnen de EU bijzondere scholen moeten worden afgeschaft of niet. Volg dan de aanpak, zoals hierboven uitgelegd. Hierbij zij wel bij opgemerkt dat een dergelijke maatregel ingaat tegen Artikel 23 van de Nederlandse grondwet en enkele artikelen uit het Europese mensenrechtenverdrag (zie bron: eu-feiten).

Deze opdracht sluit aan bij:

  • Kerndoel 38: De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met verschillen in opvattingen van mensen.

 


 

  • De leerling heeft gezien wat bijzonder en openbaar onderwijs is.
  • De leerling heeft het Nederlands systeem van openbaar en bijzonder onderwijs vergeleken met dat in enkele andere landen van de Europese Unie.
  • De leerling heeft nagedacht over de vraag of op bijzondere scholen les gegeven moet worden over de eigen godsdienst alleen of ook over andere godsdiensten.

 


 

De leerling heeft de opdracht goed gemaakt als:

  • hij of zij een duidelijk standpunt heeft gevormd over de vraag of leerlingen op bijzondere scholen alleen les moeten krijgen over de eigen godsdienst of ook over andere godsdiensten;
  • hij of zij dit standpunt met heldere en feitelijk juiste argumenten heeft onderbouwd.

 

verwante lessen

Login Form