Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) gebruikten de strijdende partijen tienduizend duiven om als postbodes papieren met berichten in kokertjes te versturen. Duiven die op die manier post vervoeren, noemt men postduiven. Één van de duiven die tijdens de oorlog als postduif werkten, heette Cher Ami. Die duif bezorgde 12 belangrijke boodschappen voor Amerikaanse legertroepen die bij Verdun in Frankrijk tegen Duitse troepen vochten. Tijdens een tocht in 1918 werd de duif door Duitse soldaten beschoten. Hij raakte daardoor gewond aan de borst en aan een pootje waar de koker aan zat. Toch wist hij zijn bestemming te bereiken. Het kokertje met het bericht bungelde nog net aan het kapot geschoten pootje. Daarna heeft de duif geen post meer bezorgd.
De boodschap die Cher Ami bezorgde, kwam van een Amerikaans legeronderdeel dat door de Duitsers werd beschoten. Het onderdeel had dus dringend hulp nodig van andere Amerikaanse soldaten. Cher Ami legde de veertig kilometer naar het Amerikaanse hoofdkwartier af in 25 minuten. Binnen enkele uren konden Amerikaanse soldaten het legeronderdeel bevrijden. Zo werden 194 levens gered.
Cher Ami werd onderscheiden met het Franse “Croix de Guerre avec Palmes” . Dat is de hoogste onderscheiding die Franse soldaten kunnen krijgen. Daarna werd hij naar New York gebracht voor een heldenontvangst. Hij stierf in 1919 als gevolg van zijn verwondingen en werd opgezet.
Voor alle postduiven die omkwamen tijdens de Eerste Wereldoorlog werd er in Brussel een standbeeld opgericht. Dat was een eerbetoon voor het belangrijke werk dat de duiven deden.