Kiezen in Europa


kiezenAls je 18 jaar bent of ouder, mag je in Nederland je stem uitbrengen tijdens verkiezingen voor de Tweede Kamer, de Provinciale Staten en de gemeenteraad van je woonplaats. En niet te vergeten voor de verkiezingen voor het Europees Parlement. Dat kon voor het laatst op 23 mei 2019. Deze verkiezingen vinden om de vijf jaar plaats. De volgende zijn dus in 2024.



opdrachtMaar wat is het Europees Parlement eigenlijk? Hoe is het ontstaan? Wat doet dat parlement eigenlijk? Waarom nemen sommige mensen de moeite om te gaan stemmen bij de verkiezingen voor het Europees Parlement? En waarom doen anderen dat niet?

Dat gaan jullie allemaal leren in deze lesbrief. En dan maak je een pamflet om mensen op te roepen te gaan stemmen bij de volgende verkiezingen voor het Europees Parlement. Je probeert duidelijk te maken waarom ze dat moeten doen. Of je roept mensen op om dan níet te gaan stemmen en maakt ze duidelijk waarom ze dat niet moeten doen.

Je moet dus eerst zelf kiezen: ben je voorstander van de verkiezingen of niet?



werkinuitvoeringeenuurVoor deze opdracht krijg je 1 lesuur de tijd. Doe de opdracht samen met een of twee klasgenoten.
Je krijgt van je meester of juf een leeg vel papier en kleurenstiften of kleurpotloden. Daar ga je je pamflet mee maken.

Laat het pamflet aan de klas zien en aan je juf of meester



Video: Het Europees Parlement


Video: Hoe komt een wet tot stand



Op 3 juni 2009 hield Hans-Gert Pöttering, die toen voorzitter was van het Europees Parlement, een toespraak. Dat was daags voor de verkiezingen voor het Europees Parlement van dat jaar. Hij riep burgers in de Europese Unie op te gaan stemmen tijdens die verkiezingen. In die toespraak spreekt hij over zaken die ook vaak in het nieuws zijn als je deze les doet. Hij spreekt onder meer over de komst van grote aantallen migranten naar Europa, over klimaatverandering en over de economie in de Europese Unie.

poettering
Hier volgt een ingekorte versie in eenvoudig Nederlands van zijn toespraak:

"De verkiezingen voor het Europees Parlement geven je een goede gelegenheid om met de Europese Unie een nieuwe start te maken. We kunnen de problemen van de burgers aanpakken.
Dat zijn onder meer de economie waar het slecht mee gaat, de werkloosheid, het klimaat dat verandert en de vraag wat we aan moeten met al die migranten die de Europese Unie binnenkomen.
Door te stemmen help je bepalen wie de komende vijf jaar in het Europees Parlement zitten. Van alle wetten en regels in de Europese Unie wordt driekwart gemaakt door het Europees Parlement samen met de Europese Raad. Dat is een raad waar de regeringsleiders van alle EU-landen in zitten. Dat al die Europese regels en wetten er zijn en dat er nieuwe bijkomen, merken we iedere dag.
Het Europees Parlement werkt aan zaken die burgers overal in de Europese Unie belangrijk vinden. Dat zijn de waardigheid van de mens, de rechten van de mens, vrede, vrijheid, democratie, gerechtigheid, het gezag van de wet en opkomen voor elkaar.
Door te stemmen help je uitmaken hoe de Europese Unie moet gaat werken en hoe je leven er uit gaat zien  in de unie. Laat deze gelegenheid niet voorbijgaan." 

Veel Nederlanders hebben deze raad niet opgevolgd. Maar 36,7% van de mensen die mochten stemmen, deden dat ook. Het was niet de eerste keer dat de opkomst in Nederland laag was tjdens verkiezingen voor het Europees Parlement.. Maar in 2014 en vooral in 2019 is de opkomst hoger geweest dan in 2009. Dat kun je zien in de tabel hieronder.

Jaar      opkomstpercentage

1979      58,1

1984      50,1

1989      47,5

1994      35,7

1999      29,9

2004      39,3

2009      36,7

2014      37,3

2019      41,2



Bekende personen en actiegroepen hebben allerlei redenen aangevoerd om niet te gaan stemmen tijdens de verkiezingen voor het Europees Parlement. Twee voorbeelden:

  1. In 2004 riep de actiegroep Eurodusnie Nederlanders op blanco te stemmen tijdens die verkiezingen omdat dit parlement weinig te vertellen zou hebben binnen de Europese Unie. De actiegroep noemde het parlement zelfs een “tandenloze tijger”. Het zouden vooral de Europese Commissie, de Europese Raad en grote bedrijven zijn die de dienst uitmaken.
  2. Op 14 januari 2019 zei premier Rutte in het TV-programma Buitenhof dat verkiezingen voor het Europees Parlement minder belangrijk zijn dan nationale verkiezingen zoals die in Nederland. En zeker minder belangrijk dan die in Frankrijk en Duitsland. Want die twee landen hebben het binnen de EU meer voor het zeggen dan Nederland. Wel zei Rutte dat het Europees Parlement wel degelijk nut heeft als onderdeel van het EU-bestuur.

Een andere reden die mensen aanvoeren om niet te gaan stemmen is  dat het parlement omslachtig te werk gaat en daardoor onnodig hoge kosten maakt. Als voorbeeld geven ze dit:

Een week per maand vergadert het parlement in Straatsburg. Daar vinden de zittingen met debatten en stemmingen plaats waar alle leden aan meedoen. En drie weken per maand worden in Brussel die debatten voorbereid, in commissies van ongeveer vijftig leden. Het parlement heeft ook een derde thuisstad: Luxemburg. Daar zitten vooral ambtenaren die de parlementsleden helpen. Daardoor verhuist het hele parlement twee maal per maand, van Brussel naar Straatsburg en dan terug. Dan nemen ze duizenden kisten vol documenten mee. Bij die verhuizingen reizen de parlementsleden met een een speciale hogesnelheidstrein. De extra kosten van al dat verhuizen en de drie thuisplekken zijn ongeveer 150 miljoen euro per jaar.

europeesparlementsgebouwHet Europees Parlement in Brussel

Daarom vinden Nederlandse Europarlementariërs het beter om alleen Brussel als vergaderlaats te gebruiken. Maar leden van het parlement uit andere landen willen dat het parlement ook in Straatsburg blijft vergaderen. Die leden zeggen dat Straatsburg een symbolische plek is. Want het ligt in een gebied waar tijdens de Frans-Duitse Oorlog (1870-’71), de Eerste en de Tweede Wereldoorlog hard is gevochten tussen Duitse en Franse soldaten. Bovendien staat er in het Verdrag van Amsterdam uit 1987 dat Straatsburg de zetel is van het parlement. Dat moet ook zo blijven, vindt men in Frankrijk.



Op 12 maart 1958 richtten de landen van de Europese Economische Gemeenschap, de EEG (voorloper van de Europese Unie) de Europese Parlementaire Assemblee op. De assemblee had 142 leden. Die waren allemaal lid van de nationale parlementen van de landen van de EEG. De leden werden benoemd, niet gekozen.

In 1962 werd de assemblee herdoopt tot Europees Parlement. Het parlement mocht alleen advies geven aan de Europese Raad, toen het bestuur van de EEG. Bovendien mocht die raad adviezen van het parlement naast zich neerleggen.

In december 1974 besloot het bestuur van wat inmiddels de Europese Gemeenschap of EG was geworden dat de leden van het Europees Parlement voortaan gekozen moeten worden. Alle burgers in de EG die stemrecht hadden, mochten aan deze verkiezingen meedoen. Ook mochten ze zich kandidaat stellen voor een zetel in het Europees Parlement. Ieder land van de EG mocht leden leveren aan het parlement. En je mocht stemmen op mensen die namens je land in het parlement wilden zitten.

In 1979 vonden de eerste verkiezingen voor het Europees Parlement plaats.

Het Europees Parlement kreeg steeds meer inspraak bij het bestuur van de EG en later de Europese Unie. Met name mochten leden van het parlement steeds meer helpen bij het maken van regels en wetten voor de Europese Unie. Daardoor ging het steeds meer lijken op het parlement van een democratisch land.

Naarmate meer landen lid werden van de EG en later de Europese Unie, kreeg Europees Parlement er steeds meer leden. Want elke land dat erbij kwam, mocht voortaan eigen leden aan het parlement leveren.  Nu telt het parlement 705 leden uit 27 landen (Nederland heeft 29 europarlementariërs). Dat had tot gevolg dat er in het Europees Parlement steeds meer verschillende talen werden gesproken. Bij de oprichting ervan waren het er vier. Nu zijn het er 24.

tolkinepEen tolk aan het werk in het Europees Parlement

 



Trek voor deze lesbrief 1 lesuur uit. Laat de leerlingen in groepen van twee of drie hun pamflet maken.

Eerst deelt u lege vellen papier en kleurpotloden of kleurenstiften uit aan de leerlingen. Dan laat u de leerlingen het filmpje over het Europees Parlement zien. Daarna kunnen de leerlingen aan de slag.
Loof een leuke prijs uit voor het leukste of origineelste pamflet.

Uitwerking:

Redenen om te stemmen tijdens de verkiezingen voor het Europees Parlement zijn:

Redenen om niet te gaan stemmen zijn:


Deze opdracht sluit aan bij:



Leerdoelen



De leerlingen hebben de opdracht goed uitgevoerd als:

verwante lessen