Aanslagen in de EU


Op 13 november 2015 schoten enkele mannen mensen dood in de concertzaal Bataclan in Parijs. Ook elders in de stad vonden die dag aanslagen plaats. Bij elkaar werden 131 mensen gedood.

Aanslag zaventemHulpverleners na de aanslag in Zaventem

Op 22 maart 2016 vonden in Brussel enkele aanslagen plaats, Hierbij werden 35 mensen gedood. De politie en de veiligheidsdiensten in de verschillende EU-landen hebben samengewerkt om de daders op te sporen en ook om nieuwe aanslagen te voorkomen. Hiervoor verzamelen ze allerlei informatie, nodig voor hun speurwerk.
Maar dat levert ook wel problemen op. Hoe kom je aan die informatie? Mag je hiervoor inbreuk maken op de privacy van burgers door hun brieven en e-mails te lezen, hun telefoongesprekken af te luisteren, te neuzen in hun tablet, PC of smartphone en door bij hen thuis naar binnen te kijken? Daar zullen we hier zelf eens uitzoeken.



opdrachtpetitieWanneer mag je de privacy van burgers aantasten omwille van onze veiligheid? Altijd of alleen als het nodig is of helemaal nooit? Onderzoek eerst hoe de opsporing van terroristen gevolgen heeft voor onze privacy. Bedenk wat je daarvan vindt: 'prima, het is voor onze veiligheid' of 'van onze privacy moet iedereen afblijven'.

Daarna maken jullie een petitie voor de Europese Commissie.



werkinuitvoeringDeze opdracht doe je met een klasgenoot. Je krijgt er 1 lesuur de tijd voor.eenuur

Als dat allemaal klaar is kun je de petitie aanbieden aan je juf of meester (Wel heel officieel doen. Dan lijkt het net of de juf meester de voorzitter is van het Europees Parlement).



Ook door alleen maar hard te schreeuwen kan iemand veel mensen bang maken en zelfs paniek veroorzaken.  
Kijk naar de film ‘4 Mei Damschreeuwer (2010)’  

 



terroristTerrorisme is angst en paniek zaaien onder burgers door het plegen van gewelddadige acties (zoals een aanslag op bezoekers van een concert) om een bepaald doel te bereiken. Mensen die zulke acties uitvoeren, noemt men terroristen.
Het doel dat terroristen nastreven kan bijvoorbeeld zijn:

Terroristen voeren hun acties meestal uit in kleine groepen of in hun eentje. Ze bereiden die acties zorgvuldig voor en kiezen welbewust hun doelwit. Een aanslag duurt meestal kort en treft maar één plaats, Toch zijn de gevolgen groot, er worden mensen gedood, een gebouw brandt af of ontploft, een bus of vliegtuig wordt gekaapt of opgeblazen. En het belangrijkst voor de terroristen is misschien wel dat ze veel angst en paniek zaaien met hun acties. En of ze nou verdwijnen of opgepakt worden of zelf de dood vinden, dat maakt niet veel uit. Er kan een nieuwe aanslag komen, uitgevoerd door andere terroristen. Dat maakt veel mensen bang. 



De aanslagen op 13 november 2015 in Parijs en op 22 maart 2016 zijn gepleegd door leden van een groep die zich Islamitische Staat noemt. Niet alleen maakt deze groep veel mensen bang door aanslagen te plegen waarbij ze meestal gewone burgers als doelwit kiezen. Ook hebben ze vanaf 2014 met een eigen leger een deel van Irak en Syrië veroverd. In dat deel stichtten ze een islamitische staat. Vandaar de naam van deze groep. De groep wil dat deze staat een wereldwijd islamitisch rijk wordt. Om dit voor elkaar te krijgen, ronselen ze mensen in de EU om voor hen te vechten of om aanslagen te plegen in hun woonomgeving.
In 2019 is het grondgebied van Islamitische Staat terugveroverd door Iraakse en Syrische soldaten.

IS is niet de eerste groep terroristen die de EU als doelwit hebben gekozen. Drie voorbeelden van terroristengroepen die dat al eerder hebben gedaan zijn:

  1. Al Qaïda. De naam van deze groep betekent: ‘De Basis’. Leden van deze groep pleegden op 11 maart 2004 enkele bomaanslagen in treinen in Madrid. Hierbij kwamen 193 mensen om het leven.Al Qaïda wilde toen en wil nog steeds een islamitisch wereldrijk stichten.

  2. Het Ierse Republikeinse Leger of IRA. Deze groep pleegde tussen 1968 en 1998 aanslagen in Noord-Ierland  en andere delen van Groot-Brittannië. Als doelwit koos de gjroep vaak Britse soldaten en politiemensen in Noord-Ierland en andere mensen die voor de Britse overheid in Noord-Ierland werken. In die tijd werd Noord-Ierland bestuurd door Britten.  Op 12 oktober 1984 bliezen IRA-leden in Brighton een hotel op. Daar logeerde de Britse premier Margaret Thatcher. Die kwam met de schrik vrij, maar vijf andere mensen vonden de dood. De IRA wilde met die aanslagen ervoor zorgen dat Noord-Ierland deel ging uitmaken van Ierland en niet langer van Groot-Brittannië.

    IRA mural Bogside panoramio

  3. De Revolutionaire Anti-Racistische Actie of RaRa was een groep in Nederland. Hoewel er bij acties nooit doden of gewonden vielen, haalde deze Nederlandse groep uitgebreid het nieuws en wist hij angst en paniek te zaaien. Eerst stichtte RaRa branden. Dat gebeurde voor het eerst op 17 september 1985. Doelwit was een vestiging van het bedrijf Makro in Amsterdam. Daarna staken leden van RaRa nog twee andere vestigingen van Makro in brand. Makro maakte deel uit van een groter bedrijf, de Steenkolen Handels Vereniging SHV. De SHV had enkele vestigingen van Makro in Zuid-Afrika. In dat land was het Apartheidsbewind aan de macht. RaRa was fel tegen dat bewind omdat ze zwarte en andere niet-blanke burgers in het land achterstelde en onderdruke. Met de brandstichtingen wilde RaRa de  SHV dwingen de Makro-vestigingen in Zuid-Afrika te sluiten. Zo wilde de groep het Apartheidsbewind treffen. De acties hadden succes: in 1987 besloot het bestuur van de SHV de vestigingen van Makro in Zuid-Afrika te sluiten.
    RaRa bleef nog actief tot 1993.


In Nederland is niet alleen het plegen van terroristische acties strafbaar. Gestraft wordt je ook als je zo’n actie voorbereidt, ook al kom je er aan niet toe om het uit te voeren. En je krijgt straf als je mensen helpt met het voorbereiden of uitvoeren van terroristische acties. aivd

In Nederland speuren de politie en de geheime dienst (AIVD) naar mensen die zich met terrorisme bezighouden. Komt deze dienst zo iemand op het spoor, dan houden medewerkers van de dienst hem in de gaten. Ze luisteren zijn telefoongesprekken af, onderscheppen en lezen de e-mails die hij ontvangt en verzendt, houden bij welke websites hij opzoekt op internet, houden bij wie bij hem thuis komt of bij wie hij op bezoek gaat en waar hij naartoe reist. Bovendien zoeken politie en veiligheidsdiensten naar websites met oproepen tot haat tegen bepaalde personen en groepen, oproepen tot het uitvoeren van terroristische acties en informatie voor mensen die een terroristische actie willen uitvoeren. Websites waar dergelijke boodschappen op staan worden van het internet gehaald.


 

In de EU houdt Europol zich bezig met het opsporen van mensen die aanslagen en andere gewelddadige acties voorbereiden (of al van die acties hebben uitgevoerd). Europol is een verbond van nationale politiekorpsen van de Europese Unie.

europol
Na de aanslag op de Twin Towers in de Verenigde Staten (11 september 2001) spraken de landen van de EU met elkaar af het terrorisme samen aan te pakken. Zo kwam er een veiligheidscoördinator van de EU, die de leiding kreeg over de bestrijding van terrorisme in de EU. Nu is dat de Belg Gilles de Kerchove. 

De EU bestrijdt het terrorisme op allerlei manieren. We noemen er drie die te maken hebben met privacy en de vrijheid van meningsuiting.

  1. Websites worden nagekeken om na te gaan of er oproepen op staan tot haat en het plegen van geweld. Websites met zulke boodschappen worden van het internet gehaald.
  2. Bij radio- en TV-stations wordt nagegaan of er in hun uitzendingen oproepen tot haat en geweld in zitten. Blijkt dat het geval te zijn, dan mogen deze stations niet meer uitzenden.
  3. Bij banken wordt nagegaan of die zaken doen met mensen die zich met terrorisme bezighouden.


Trek voor deze lesbrief  lesuur uit. Laat leerlingen in tweetallen de bronnen lezen en hun petitie opstellen.
Deel eerst vellen papier en pennen uit aan de leerlingen.
Deel ze in tweetallen in.

Toon de film over de Damschreeuwer. Hieruit kunnen leerlingen opmaken dat het niet nodig is om een gebouw of auto op te blazen en mensen dood te schieten om paniek te zaaien en de burgers het gevoel te geven dat de overheid hen niet goed kan beschermen.

Dan kunnen ze aan het werk met de overige bronnen en het opstellen van de petitie.

Als iedereen klaar is, neemt u als een echte politicus de petities in ontvangst. Zorg wel dat de leerlingen ze ook echt aanbieden en vermelden hoeveel steun ze hebben gekregen voor hun petitie.

Deze les sluit aan bij kerndoel 52:


 



De leerlingen hebben de opdracht goed gemaakt als:

verwante lessen