Trek voor deze les een uur uit. Laat de leerlingen in groepen van drie aan de opdracht werken.
Het gaat er in deze les om dat de leerling begrijpt dat een aantal lidstaten ook grondgebied buiten Europa heeft. In een aantal gevallen betreft het voormalige koloniale gebieden. De status van deze overzeese gebieden in relatie tot de Europese Unie is vastgelegd in het Verdrag van Rome uit 1957. Krachtens dit verdrag werd de Europese Economische Gemeenschap, de eerste voorloper van de Europese Unie opgericht.
De lesbrief gaat niet in op het complexe karakter van de grondgebieden overzee en de status die ze innemen binnen de Europese Unie.
Eerst geeft u elke groep leerlingen een exemplaar van de blanco wereldkaart en prints van de diverse afbeeldingen in de bronnen.
Eventueel kunnen ze informatie vinden bij Wikipedia (met name teksten in de bron 'Typische kenmerken' zijn in de diverse Wikipedia-teksten te vinden).
Uitwerking
Sinds de oprichting van de EEG in 1958 maken Saba, Sint-Maarten en Sint-Eustatius deel uit van lidstaat het Koninkrijk der Nederlanden en maken Tahiti, Bora Bora en Moorea deel uit van lidstaat Frankrijk.
Sinds de toetreding in 1986 tot wat dan inmiddels de Europese Gemeenschap is geworden maken de Canarische Eilanden, Ceuta en Melilla deel uit van lidstaat Spanje.
Er zijn tijdens het verdrag van Rome twee classificaties vastgesteld: de LGO's (Landen en gebieden overzee) en de UPR's (Ultraperifere regio's).
De voor deze opdracht geselecteerde gebieden en eilanden(groepen) behoren tot de LGO’s (Frankrijk en Nederland) en verwante EU-verdragen (Spanje).
De LGO's behoren grondwettelijk gezien bij de lidstaten en de onderdanen hebben de nationaliteit van de lidstaten waartoe ze behoren.
Het is echter niet zo dat de inwoners van de LGO's dezelfde rechten en plichten hebben als de inwoners van de lidstaten waartoe ze behoren. Die rechten en plichten worden in overleg met de lidstaat bepaald. Bij voorbeeld: de regering van Nederland verleende in 2008 het actieve kiesrecht voor de verkiezing van de leden van het Europees Parlement aan alle Nederlanders die in de Nederlandse Antillen en Aruba woonachtig zijn. Daarvoor hadden ze alleen passief kiesrecht.
Ook al zijn de LGO's geen direct lid van de Unie, er is wel degelijk overleg op EU-niveau. Zo bepaalt het Verdrag van Rome dat de inwoners van de LGO's burgers van de Unie zijn (unieburgers) en "moet de associatie in de eerste plaats de mogelijkheid scheppen de belangen en de voorspoed van de inwoners van die landen en gebieden te bevorderen, teneinde hen te brengen tot de economische, sociale en culturele ontwikkeling welke zij verwachten". In 2008 brengt de Commissie een Groenboek uit waarin ze haar wensen voor toekomstige betrekkingen met de LGO's uiteenzet.
Deze les sluit aan op de volgende kerndoelen:
kerndoel 50
- De leerlingen leren omgaan met kaart en atlas, beheersen de basistopografie van Nederland, Europa en de rest van de wereld en ontwikkelen een eigentijds geografisch wereldbeeld
kerndoel 51
- De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren
kerndoel 52
- De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken: jagers en boeren; Grieken en Romeinen; monniken en ridders; steden en staten; ontdekkers en hervormers; regenten en vorsten; pruiken en revoluties; burgers en stoommachines; wereldoorlogen en holocaust; televisie en computer