Leven zonder internet - voor de docent: info


Internet is in 1993 in zijn huidige vorm ontstaan, dus met het World Wide Web. De voorloper Arpanet is al in 1969 ontstaan. 1993: dat betekent dat geen van de leerlingen op de basisscholen de tijd hebben meegemaakt dat internet nog niet bestond. Dus ook uw leerlingen hebben die tijd niet meegemaakt

Maar er kunnen wel twee dingen gebeuren:

  • We kunnen een tijd lang meer dan ooit aangewezen zijn op internet, zoals tijdens de drie lockdowns, die we tussen maart 2020 en februari 2022 hebben meegemaakt, of
  • We moeten het een tijd lang stellen zónder internet. Dat dit ook kan gebeuren, ziet u in deze les aan de hand van een voorbeeld hiervan.

U daagt uw leerlingen uit om na te denken over de vraag: willen ze alles doen met alleen maar gebruik van het internet, willen ze alles doen zonder internet of willen ze kiezen voor iets ertussenin?

Plan van aanpak
Voor deze les trekt u 1 uur uit. 

Voor deze les hebben de leerlingen pen en papier nodig en een geprint exemplaar van Bron: Waarvoor gebruik je internet?

Neem eerst samen met de leerlingen deze bron door met daarin een video. Hiervoor trekt u 10 minuten uit.

Daarna laat u de leerlingen gedurende 30 minuten de andere drie bronnen in de les individueel lezen en de opdrachten in die bronnen maken. Bij die opdrachten moeten de leerlingen de antwoorden op schrift geven. Die hebben ze nodig voor het afsluitende deel van deze les, het klassengesprek. Voor dit klassengesprek ruimt u 20 minuten in.

Voor u hiermee begint, verdeelt u de klas in groepjes van twee of drie leerlingen. Elk groepje geeft antwoord op de volgende vraag:

  • Vind je het achteraf prettig genoeg om bijna alles via internet te blijven doen? Lessen volgen, contact met elkaar maken, noem maar op? Zoals dat tijdens de lockdowns een paar keer het geval was. Wil je juist het omgekeerde, dus helemaal geen internet meer? Of wil je iets daar tussen in?

Tijdens het gesprek brengen de leerlingen hun antwoord op deze keuzevraag in. Probeer tot een gezamenlijk standpunt te komen over de vraag in hoeverre je al of niet zonder internet kunt leven. 

Uitwerking
De leerlingen laten zien hoe ze met internet omgaan en ook welke andere diensten en middelen ze zouden kunnen gebruiken om datgene te doen wat ze met internet gewend zijn te doen, zoals berichten versturen, aankopen en betalingen doen, bronnen met informatie raadplegen.

Kerndoelen
35 De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument.

37 De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen.

 

verwante lessen

Login Form