Mensen die we vaak ‘zigeuners’ noemen, behoren tot twee volken, Roma en Sinti. Beide volken hebben een eigen geschiedenis, taal en cultuur. Maar omdat de meeste mensen weinig of niets over leden van deze volken weten, bestaan er allerlei vooroordelen en andere misvattingen jegens hen en hebben ze een slechte reputatie. Daarom heeft het woord ‘zigeuner’ een negatieve bijklank en wordt het als scheldwoord gebruikt.
Daarom kunt u met deze les leerlingen de gelegenheid bieden om nader kennis te maken met deze volken.
Plan van aanpak
Voor deze les trekt u 1 uur uit.
U begint de les met een startactiviteit met de leerlingen. Daar ruimt u 15 minuten voor in. U vraagt alle leerlingen op te schrijven wat ze denken te weten over mensen die ‘zigeuner’ worden genoemd. Daarna vraagt u leerlingen wat ze hebben opgeschreven. Dat houdt u bij door het op te schrijven op het schoolbord.
Laat vervolgens de video zien. Daarna nemen de leerlingen de andere bronnen van de les door.
Ten slotte vraagt u of jullie door deze les een ander beeld hebben gekregen van zigeuners en vraagt u de leerlingen na te gaan of dat wat er aan ideeën over zigeuners op het bord staat waar is of vooral berust op vooroordelen over zigeuners. Ook dat noteert hij of zij op het schoolbord.
Uitwerking
De naam ‘zigeuner’ is een verzamelnaam voor twee volken, de Roma en de Sint. Het wordt vaak ook gebruikt als een scheldnaam.
Roma en Sinti zijn twee volken met een eigen geschiedenis, cultuur en taal. Net als de Koerden hebben ze geen eigen land. Dat hebben ze wel gehad tot ze in de 4e eeuw v. Chr. wegtrokken uit hun woongebied in India. Vandaaruit trokken ze geleidelijk aan naar het noorden en westen. Daarbij woonden ze een tijdlang op een bepaalde plek en verhuisden dan naar een andere en woonden daar een tijdlang, enzovoort. De meeste Roma en Sinti kwamen op die manier in Europa terecht via de Balkan en Noord-Afrika.
Ook in Nederland kwamen er Roma en Sinti wonen. Die vormen hier nu een kleine groep. In landen in Oost- en Midden-Europa zoals Roemenië wonen veel meer Rome en Sinti dan in Nederland.
Dat trekken van woonplek naar woonplek deden ze niet vanwege de romantiek ervan, maar om werk te vinden. Overal waar behoefte was aan smeden en andere vaklieden, landarbeiders die helpen bij het binnenhalen van de oogst en muzikanten om bruiloften en andere feesten luister bij te zetten, vonden ze werk waarmee ze de kost konden verdienen en waren ze welkom waar ze ook maar terechtkwamen.
Maar naarmate de mogelijkheden om al rondtrekkend werk te vinden afnamen, werden Roma en Sinti steeds meer in de marge van de maatschappij gedrukt. Uiteindelijk werden ze zelfs vervolgd vanwege hun etniciteit en omdat ze er door hun Aziatische herkomst geen blanke huidskleur hadden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn er vele tienduizenden Roma en Sinti omgebracht in Duitse concentratie- en vernietigingskampen en ook uit Nederland werden enkele honderden Roma en Sinti weggevoerd en omgebracht in een Duits kamp.
Ook na de Tweede Wereldoorlog bleven discriminatie en onderdrukking voor Roma en Sinti een dagelijkse realiteit. Maar dat is aan het veranderen naarmate Europese landen steeds meer met elkaar samenwerken. Die samenwerking kreeg gestalte door de oprichting van en uitbreiding van wat nu de Europese Unie is. Landen die zich bij deze unie wilden aansluiten, moesten als een van de voorwaarden hiertoe etnische groepen gelijke kansen geven en mochten dus geen enkele groep min of meer uitsluiten, dus ook de Roma en de Sinti niet. Daarom werden deze etnische groepen in landen als Roemenië beter behandeld nadat die landen lid waren geworden van de Europese Unie. Een andere factor is dat de meeste Europese landen het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens hebben getekend. Dit verdrag verbiedt discriminatie en vervolging van mensen op grond van onder meer ras en etnische afkomst.
Daar kwam nog bij dat Roma en Sinti in Europa steeds nadrukkelijker opkomen voor hun rechten. Dat laten ze vanaf 1990 blijken tijdens de Wereld Roma-dag op 8 april.
Discriminatie en onderdrukking komen voort uit misvattingen over Roma en Sinti. Veel mensen denken dat alle Roma en Sinti in woonwagens wonen en dat alle woonwagenbewoners Roma en Sinti zijn. Dat is niet waar; de meesten wonen in een huis of appartement. Toch hebben ze vaak officieel geen vaste verblijfplaats.
Een andere misvatting is dat alle Roma en Sinti stelen of aan oplichting doen en soms zelfs in de drugshandel en andere vormen van georganiseerde misdaad zitten. Dat is een misplaatste generalisatie. Wel is het zo dat armoede voor Roma en Sinti een reden kan zijn om bijvoorbeeld in drugs te gaan handelen. Maar dat geldt ook voor andere burgers.
Kerndoelen
47 De leerlingen leren de ruimtelijke inrichting van de eigen omgeving te vergelijken met die in omgevingen elders, in binnen- en buitenland, vanuit de perspectieven landschap, wonen, werken, bestuur, verkeer, recreatie, welvaart, cultuur en levensbeschouwing. In ieder geval wordt daarbij aandacht besteed aan twee lidstaten van de Europese Unie en twee landen die in 2004 lid werden, de Verenigde Staten en een land in Azië, Afrika en Zuid-Amerika.
50 De leerlingen leren omgaan met kaart en atlas, beheersen de basistopografie van Nederland, Europa en de rest van de wereld en ontwikkelen een eigentijds geografisch wereldbeeld.