Plastic is er overal, in auto’s, meubels, huishoudelijke apparaten, kleding, noem maar op. Het wordt ook gebruikt om er artikelen in te verpakken, zoals voedingswaren. Dat komt omdat plastic makkelijk te bewerken is, niet stukgaat, licht van gewicht is en niet snel vergaat.
Maar dat laatste wordt juist een nadeel, als we plastic na gebruik willen wegdoen. En zeker als we dat zomaar ergens weggooien.
Op die manier is plastic, juist omdat het niet snel vergaat en in steeds kleinere stukjes uiteenvalt, een groeiende bedreiging voor alles wat leeft, vooral in zee, maar ook voor onszelf.
Hoe dat zit en hoe we dit afvalprobleem kunnen aanpakken, is het onderwerp van deze les.
Plan van aanpak
Voor u deze les in de klas brengt, vraagt u enkele leerlingen om onderweg naar school (schoon) plastic afval op te rapen dat ze op straat zien liggen, en mee te brengen naar het klaslokaal. Doe dat ook zelf. U legt dit afval neer op een plek in het lokaal waar iedereen het goed kan zien.
Doe na afloop van de les het plastic afval weg in een zak of container voor plastic afval.
U laat eerst de leerlingen de film zien in Bron: Zoveel plastic om me heen. Hierin zien ze het antwoord op de vraag hoe we het afvalprobleem kunnen aanpakken. Trek daar enkele minuten voor uit.
Verdeel de klas in tweetallen. Ieder tweetal neemt de andere bronnen in de les door. Ruim daar 40 minuten voor in.
Daarna laat u elk tweetal een opstel van hooguit ¼ velletje A4 schrijven over een stuk afval dat naar het klaslokaal is gebracht. Hierin beschrijven ze wat er met dat stuk afval zou zijn gebeurd als het niet door hen was opgeraapt. Ze mogen daarbij kiezen tussen twee mogelijkheden: of het stuk afval is blijven liggen, of iemand anders heeft het opgeraapt en in een afvalzak of container gedaan. Ruim voor het schrijven van het opstel 15 minuten in.
Verdeel de stukken afval die zijn meegebracht over de tweetallen. Daarna gaan de leerlingen aan het werk.
Haal de opstellen op en kijk ze na. Beloon de leukste en origineelste opstellen met een prijs.
Uitwerking
Plastic afval dat wordt weggegooid, komt via sloten, kanalen en rivieren in zee terecht. Daar blijft het drijven en wordt het door zeestromen naar allerlei plekken gevoerd. Op enkele plekken in de oceanen verzamelt zich steeds meer afval dat door zeestromen wordt aangevoerd. Na verloop van tijd vallen stukken plastic afval in steeds kleinere stukjes uiteen. Eerst krijgen grote zeedieren grote stukken plastic binnen, worden er ziek van en gaan er soms zelfs aan dood. Daarna krijgen ook steeds kleinere dieren die kleine stukjes plastic binnen.
Daar komt nog bij dat plastic afval zich door de voedselketen verplaatst naar steeds andere, grotere dieren en uiteindelijk ook naar de mens via vissen en andere zeedieren die hij eet.
Het plastic afval in zee wordt ook wel aangeduid als plastic soep en ook wel als linke soep, omdat dit afval schade toebrengt aan de gezondheid van het zeeleven, en uiteindelijk ook aan die van de mens.
Plastic afval dat gescheiden van ander afval is ingezameld, gaat naar fabrieken waar het wordt gesorteerd, gereinigd en verwerkt tot nieuwe producten van plastic. Plastic afval dat samen met ander afval is ingezameld, gaat naar een vuilverbrandingsoven of een vuilnisbelt.
Als alternatief voor plastic worden kunststoffen gemaakt die dezelfde eigenschappen hebben als plastic, behalve dan dat ze wel degelijk snel afbreekbaar zijn. Deze kunststoffen worden gemaakt van plantaardig materiaal, zoals aardappelen.
Ten slotte kunnen we allerlei plastic voorwerpen voor dagelijks gebruik vervangen door dezelfde voorwerpen die zijn gemaakt om lang mee te gaan, zoals drinkbekers van hout of porselein in plaats van plastic bekers.
Ook is er een verbod op gebruik van steeds meer voorwerpen van plastic voor eenmalig gebruik, zoals roerstaafjes, wattenstokjes en drinkrietjes. Verder is het vaak niet per se nodig om iets in plastic te verpakken, zoals verse groenten en vers fruit. Ook kun je in een winkel of supermarkt kiezen voor artikelen die met weinig plastic materialen verpakt zijn. In sommige pakjes koekjes van karton zitten bijvoorbeeld kleinere pakjes waar plastic omheen zit. Ten slotte is er statiegeld ingevoerd op plastic drankflessen.
Kerndoelen
44 De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik.
47 De leerlingen leren de ruimtelijke inrichting van de eigen omgeving te vergelijken met die in omgevingen elders, in binnen- en buitenland, vanuit de perspectieven landschap, wonen, werken, bestuur, verkeer, recreatie, welvaart, cultuur en levensbeschouwing. In ieder geval wordt daarbij aandacht besteed aan twee lidstaten van de Europese Unie en twee landen die in 2004 lid werden, de Verenigde Staten en een land in Azië, Afrika en Zuid-Amerika.