De zomer van 1976 was uitzonderlijk droog. Althans, dat vond men in die tijd zeker. 42 jaar later (in 2018) was er weer zo’n warme en droge zomer en daarna in 2019 en vooral 2022 weer. Driemaal kort na elkaar dus. Tegelijk is er de afgelopen jaren steeds vaker sprake geweest van wateroverlast door zware regenbuien.
Klimaatwetenschappers zien dit als aanwijzingen dat de hoeveelheid neerslag die jaarlijks in Nederland valt steeds grilliger over het jaar verdeeld raakt.
Deze les laat zien hoe we in huis en bij de ruimtelijke ordening in Nederland op deze twee trends in kunnen spelen en ook hoe we de grondoorzaak van deze trends, opwarming van de aarde, kunnen helpen afremmen.
Plan van aanpak
Voor deze les trekt u 1 uur uit.
Eerst laat u de video zien in Bron: Drinkwater. Daar trekt u 5 minuten voor uit. Daarna laat u de leerlingen in tweetallen de andere bronnen in de les doornemen. Ruim daar 40 minuten voor in.
Na die tijd stelt u enkele leerlingen vragen over wat er in de bronnen staat. Bijvoorbeeld: waar komt het water uit de kraan vandaan? En: Waarom mochten landbouwers in sommige delen van Nederland in 2022 een tijdlang hun akkers en weiden niet besproeien met water uit sloten e.d.?
Daarna sluit u de les af met een klassengesprek. Trek er 20 minuten voor uit.
Tijdens dit gesprek laat u leerlingen ideeën aandragen om zuiniger om te gaan met drinkwater en, als dat tegelijk kan, met energie. Dat laatste helpt namelijk om de klimaatverandering van de aarde af te remmen, de grondoorzaak van de steeds grilligere verdeling van neerslag over het jaar in Nederland en de daardoor steeds terugkerende periodes met waterschaarste.
Uitwerking
Ons drinkwater komt als grondwater uit de bodem en uit oppervlaktewateren. Sommige mensen gebruiken tanks of regentonnen om regenwater in op te vangen en te bewaren voor later gebruik.
De hoeveelheid beschikbaar water in de bodem en in de rivieren en meren is wisselend. Dat hangt af van hoeveel drinkwater we gebruiken en van de hoeveelheid water die beschikbaar komt door neerslag en door rivieren. Tijdens langdurige droogte in Nederland en bovenstrooms langs de Rijn, de Eems en de Maas neemt de aanvoer van water uit het buitenland af. Ook zakt dan het peil van het grondwater in Nederland. Dat gebeurt vooral als een groot deel van het regenwater door hoge temperaturen verdampt, voordat het de bodem kan inzakken.
Als het gebruik van water in Nederland ook dan nog hoog is of zelfs toeneemt, ontstaat er waterschaarste. Dat gebeurde in 1976 en daarna driemaal kort na elkaar, in 2018, 2019 en 2022. In 2022 moest de landbouw in delen van Nederland die het meest te kampen hadden met droogte, zijn gebruik van water beperken. In dat jaar kregen huishoudens overal in Nederland het advies van de overheid om minder water te gebruiken. Anders zouden waterbedrijven niet langer kunnen garanderen dat ze al hun klanten van ak het water kunnen voorzien dat ze nodig hebben.
Tevens is er steeds vaker sprake van wateroverlast door zware regenbuien in Nederland en/of elders in het stroomgebied van de Rijn, de Maas en de Eems. In juli 2021 bijvoorbeeld gebeurde dat in België en Duitsland, waardoor Zuid-Limburg en delen van Noord-Brabant te kampen kregen met een roverstroming van een rivier.
Dat er steeds vaker sprake is van waterschaarste en wateroverlast hangt samen met een steeds meer onregelmatige verdeling van de neerslag die jaarlijks in Nederland en de landen eromheen valt. Die meer grillige verdeling is het gevolg van de opwarming van de aarde door het versterkte broeikaseffect. Die versterking van het broeikaseffect is weer het gevolg van een toenemend gehalte van koolstofdioxide, methaan en andere broeikasgassen in de dampkring van de aarde. Het winnen en verstoken van fossiele brandstoffen zorgt voor de extra hoeveelheid koolstofdioxide.
Juist daar is het mogelijk om iets te doen aan de herhaaldelijk optredende waterschaarste en wateroverlast in Nederland. Althans, we kunnen er aan meehelpen te voorkomen dat we er nog veel vaker mee te maken krijgen.
Intussen kunnen we zodanig leren omgaan met water dat de gevolgen van droogte minder worden en het risico van overstromingen kleiner wordt. De waterschappen doen dat al. Meer hierover op Droogte en verdroging - Informatiepunt Leefomgeving (iplo.nl).
Ook alle burgers kunnen hieraan meedoen. Bijvoorbeeld door regenwater op te vangen en te gebruiken als aanvulling op het water dat ze van een waterbedrijf aangeleverd krijgen. Of door een deel van hun tuin onbetegeld te laten, zodat regenwater de bodem inzakt en niet in het riool verdwijnt. En niet te vergeten door minder water te gebruiken, waar dat maar kan. Er zijn manieren voor te bedenken waarbij soms ook het energieverbruik vermindert, zoals:
- Je auto wassen met water uit een emmer en niet met een tuinslang en een pomp die het water onder hoge druk op de auto spuit;
- Vooral de was doen als je de trommel van je wasmachine helemaal kunt vullen met vuile was;
- Een douche nemen en niet in bad gaan;
- Korter douchen en liefst nog met een zuiniger douchekop.
Kerndoelen
44 De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik
47 De leerlingen leren de ruimtelijke inrichting van de eigen omgeving te vergelijken met die in omgevingen elders, in binnen- en buitenland, vanuit de perspectieven landschap, wonen, werken, bestuur, verkeer, recreatie, welvaart, cultuur en levensbeschouwing. In ieder geval wordt daarbij aandacht besteed aan twee lidstaten van de Europese Unie en twee landen die in 2004 lid werden, de Verenigde Staten en een land in Azië, Afrika en Zuid-Amerika.