Het verhaal van de broers Joop en Vincent Hoffmans begint op 6 juni 1944, ook wel bekend als D(ecision) Day. Op die dag openen de Geallieerden de aanval op de Duitse troepen in West-Europa. Dat gebeurt op de stranden van Normandië.
D-Day is succesvol, maar de opmars van de Geallieerden naar het noorden en oosten verloopt langzaam. Toch weten ze op zondag 3 september Brussel te veroveren op de Duitse troepen en de dag daarop Antwerpen. Dan rekent iedereen in Nederland erop dat op 5 september Rotterdam zal worden bevrijd en Utrecht en Amsterdam op 6 september.
Op dinsdag 5 september gonst het van de geruchten. Zuid-Nederland zou al bevrijd zijn. In Rotterdam wordt verteld dat de geallieerden al geland zijn in Moerdijk. In Amsterdam weet men zeker dat Rotterdam en Den Haag al bevrijd zijn. De geruchten worden versterkt door een onjuist Brits radiobericht dat Breda al bevrijd is. Vlaggen en oranje vaandels worden overal tevoorschijn gehaald en iedereen wacht op straat op de komst van de Geallieerden. Onder de Duitsers en NSB’ers in Nederland breekt paniek uit. Ze vernietigen allerlei papieren en velen slaan op de vlucht.
Zo raakte dinsdag 5 september 1944 bekend als 'Dolle Dinsdag'.
Spotgedicht over Dolle Dinsdag
Op die dag ontvoeren leden van de verzetsgroep Ordedienst in Waalwijk twee landwachters, denkend dat de oorlog binnenkort afgelopen zal zijn. De dag daarna, op woensdag 6 september, komt een groep SS-ers (Duitsers en Nederlanders) onderweg te fiets van Veenendaal naar Antwerpen door Waalwijk. De vrouw en de verloofde van de twee ontvoerde landwachters spreken de SS-ers aan en vertellen dat iemand van de familie Hoffmans vermoedelijk achter de overval zou zitten. De SS-ers arresteren 's ochtends om 10 uur de twee broers Vincent en Joop Hoffmans, de burgemeester van het dorp en een arts. De SS-ers dreigen de vier dood te schieten als de twee landwachters niet om 13 uur terug zouden zijn…