Voor deze opdracht krijg je 2 lesuren de tijd. Je doet deze opdracht met z'n tweeën of drieën.
Eerst kijkt iedereen naar de documentaire bij de bron 'Mijn naam is Max'.
Daarna komen er acht bronnen met de interviews die ontleend zijn aan het project 'Herinneringen aan mijn Amsterdamse zusje/broertje'. We verdelen de klas in acht groepen. Elke groep kijkt naar één interview. De meeste interviews gaan over één joods kind. Als er meer zijn, dan kies je voor je dagboek het joodse kind waarover je het meeste te weten krijgt.
Bij de documentaire en de interviews stellen we enkele vragen die je helpen om te weten wat de joodse ondergedoken kinderen zoal hebben meegemaakt. De meeste kinderen kunnen we om allerlei redenen (overleden, verhuisd of onbekend waar ze nu wonen) niet interviewen, dus je zult het moeten halen uit de documentaire en de interviews met de kinderen van de pleegouders die een joods kind in huis hebben genomen.
Lever alles wat je het gedaan bij je meester of juf in, zodat die kan nakijken wat jullie gedaan hebben.
Hulpvragen bij video's
(allen) Bron: Mijn naam is Max
Vraag: Hoe zijn de joodse kinderen vanuit Amsterdam in Tienray terechtgekomen?
Vraag: Met welke smoes werden de joodse kinderen in Tienray ondergebracht?
Vraag: Wat waren de eerste twee dingen die voor de ondergebrachte kinderen werden geregeld?
Vraag: Wat deden de kinderen om zich thuis te voelen in Limburg?
Vraag: Welke redenen hadden de pleegouders om een joods kind in huis te nemen?
Vraag: De kinderen werd niet altijd (eerlijk) verteld waarom de pleegkinderen bij hen in huis kwamen. Waarom zou dat zijn?
Vraag: Wat bedoel een van de geïnterviewden met surrogaatkoffie en surrogaatthee?
Vraag: Hoe ervoer de twaalfjarige Tom zijn verblijf in Tienray?
Vraag: Verschillende geïnterviewden geven aan dat hun ouders geen geld kregen voor hun pleegkinderen. Wat vinden ze daarvan?
Vraag: Hoe is het uiteindelijk met de joodse kinderen en haar pleegouders afgelopen?
Vraag: Een van de verraden kinderen kwam weer vrij. Waardoor kwam dat?
(groep 1) Hulpvragen bij interview met Maria van de Rijt-Geffen:
Vraag: Hoe ervoer mevrouw van de Rijt-Geffen de aanwezigheid van haar pleegzusje Floortje?
Vraag: Waarom zegt mevrouw van de Rijt-Geffen "Geen gekke naam" over Floortjes naam?
(groep 2) Hulpvragen bij interview met Harry Dietz
Vraag: Wat vind de heer Dietz van zijn joodse onderduikers?
Vraag: Waarom kwam de razzia in Tienray als een verrassing?
(groep 3) Hulpvragen bij interview met Truus Mooren-Poels
Vraag: Hoe ging de pastoor om met het pleegkind?
Vraag: Waaruit bleek dat Sarah op dezelfde manier werd behandelen als de eigen kinderen van haar pleegouders?
(groep 4) Hulpvragen bij interview met Bets Küppers
Vraag: Waaruit blijkt hoe gevaarlijk het was voor onderduiker Tom?
Vraag: Hoe heeft Tom de familie Küppers bedankt?
(groep 5) Hulpvragen bij het interview met Joos Baten
Vraag: Welk verschil is er in de oorlog tussen de stad en het platteland, zoals de heer baten aangeeft?
Vraag: Verderop noemt de heer Baten nog een tweede reden om mensen van de stad naar het platteland te laten gaan.
(groep 6) Hulpvragen bij het interview met Anny Bindsbergen
Vraag: Waarom schrikt Zilli van het uniform van de vader van mevrouw Bindsbergen?
Vraag: Waaruit blijkt hoe graag de familie Bindsbergen Zilli mocht?
(groep 7) Hulpvragen bij interview met broer en zus Bartels
Vraag: Waarvoor was Elly de hele tijd dat ze daar was bang?
Vraag: Waarom protesteerde de familie Bartels niet tegen het wegnemen van de pannen met eten de klaar stonden?
(groep 8) Hulpvragen bij interview met Annet Gommans-Verstappen
Vraag: Waarom kon Lohre niet op haar eerste onderduikadres blijven?
Vraag: Hoe probeerde Lohre te ontsnappen?