De Tweede Wereldoorlog in Nederland duurt van 10 mei 1940 tot 5 mei 1945. De Duitse bezetters maakten hun boodschap vooral via affiches en pamfletten bekend. De televisie bestond nog niet. De radio was het belangrijkste medium, maar op mei/juni 1943 moesten alle radio's worden ingeleverd en viel dat middel om je boodschap over te brengen weg.
Een van de eerste pamfletten die de Duitsers hebben laten verschenen, is van 24 mei 1940. Na het bombardement van Rotterdam op 14 mei 1940 legt het Nederlandse leger de wapens neer en op 15 mei capituleert Nederland. Vanaf dat moment hebben de Duitse bezetters het voor het zeggen in Nederland. Al na 9 dagen verschijnt een van de eerste pamfletten met als onderwerp: het verbod om te colporteren. Er volgden er snel veel...
Voor de opdracht krijg je een set van 18 pamfletten in chronologische volgorde. Je gaat onderzoeken hoe het dagelijkse leven door de Tweede Wereldoorlog aan de hand van de pamfletten veranderde.
Wat werd er anders door de oorlog?
Wat kon je door de oorlog niet meer (makkelijk) doen?
Hoe beïnvloedde de oorlog het dagelijkse leven in het algemeen en je dagelijkse maaltijd in het bijzonder?
Welke maatregelen hadden een niet-verplichtend karakter en welke wel?
Tot slot ontwerpen jullie zelf een pamflet.
Voor deze opdracht krijg je 2 lesuren de tijd.
Voor het eerste deel van de opdracht kijken jullie goed naar de 18 pamfletten in de Bronnen: Pamfletten 1-9 en 10-18.
Jullie geeft antwoord op een onderstaande vragen. Geef aan welke pamfletten jullie kunnen helpen voor jullie antwoorden:
- Als je kijkt naar de datum van de 18 pamfletten. wat valt je daarbij op? Zou je daar een verklaring voor kunnen bedenken?
- Stel je gaat boodschappen doen. Welke drie stappen moest je doen voordat je met bijvoorbeeld bloem (= ongezeefd meel) thuis zou kunnen komen?
- Wat moet je doen om een warme maaltijd te bereiden? In de oorlog werd dat steeds moeilijker. Waaruit blijkt dat?
- De Duitse bezetters vaardigden enkele waarschuwingen en oproepen uit, waarbij het niet verplicht die maatregelen op te volgen. Noem er minstens drie.
- Schrijf (minstens) vijf maatregelen op die iedereen verplicht moest opvolgen en geef aan welke straffen er stonden op het niet-naleven van die maatregelen.
- Welke maatregel hakt volgens jou er het hardste in op de gang van het dagelijks leven tijdens de Tweede Wereldoorlog?
Voor het tweede deel van de opdracht gaan jullie zelf een oorlogspamflet opstellen. Je mag kiezen uit de volgende onderwerpen:
- Distributiestamkaarten
- Er is een groot tekort aan elektriciteit
- Een product dat je graag gebruikt gaat op de bon
- Alle radio's moeten worden ingeleverd
- De burgemeester maakt in opdracht van de Weermachtcommandant bekend (thema is vrij).
Tip
* Wanneer je een pamflet ontwerpt, moet je over een paar zaken goed nadenken: Voor wie is je pamflet bedoeld? Voor iedereen of een bepaalde groep mensen?
* Waar gaat je pamflet over? Dit lijkt een makkelijke vraag, maar het is vaak juist heel moeilijk om precies te zeggen wat het probleem is. De lezer moet het in één oogopslag begrijpen.
* Wat wil je met je pamflet bereiken? Moeten de burgers iets doen of iets juist niet doen of nalaten (en wat dan)? Wil je mensen alleen maar waarschuwen of zijn hardere maatregelen 'nodig'? Denk daar goed over na en wees heel duidelijk in je pamflet.
* Zorg dat je je pamflet simpel houdt en dat je je richt op de kern van je boodschap. Dat doe je zo:
- Wees feitelijk en informatief, geen kletsverhalen
- Houd je zinnen kort en begrijpelijk
- Gebruik vetgedrukte koppen om je standpunt te onderstrepen (zie pamflet 03: 'Laatste waarschuwing gasverbruik', 'grote afname' en 'met afsluiting zonder pardon'
vallen meteen op) maar het hoeft niet per se op die manier: pamflet 16 heeft één lange tekst met overal dezelfde lettergrootte; als jullie maar bewust kiezen voor jullie layout (= opmaak)) - Prop het pamflet niet helemaal vol, maar laat veel witruimte in en om de tekst zodat het gemakkelijk te lezen is
- Vermeld, als het kan, de vijf W’s: Wie? Wat? Waar? Waarom Wanneer?
- Controleer goed of er geen fouten op je pamflet staan (b.v. verkeerde datum, verkeerde tijd of plaats). Let ook op de spelling.
- Laat ook altijd anderen kritisch naar de tekst en het ontwerp kijken.
Hieronder vind je 9 kleine pamfletten. Als je op een pamflet klikt, krijg je een grotere afbeelding te zien.
Pamflet 1 - 5 november 1940
Pamflet 2 - 27 februari 1941
Pamflet 3 - 20 maart 1942
Pamflet 4 - 4 november 1942
Pamflet 5 - 1943
Pamflet 6 - 1943
Pamflet 7 - 1943
Pamflet 8 - 7 september 1944
Pamflet 9 - 8 september 1944
Hieronder vind je nog eens 9 kleine pamfletten. Als je op een pamflet klikt, krijg je een grotere afbeelding te zien.
Pamflet 10 - 9 september 1944
Pamflet 11 - 11 september 1944
Pamflet 12 - 9 oktober 1944
Pamflet 13 - 18 oktober 1944
Pamflet 14 - 24 november 1944
Pamflet 15 - 5 december 1944
Pamflet 16 - 12 december 1944
Pamflet 17 - 2 januari 1945
Pamflet 18 - 24 april 1945
Het Regionaal Archief Alkmaar heeft een grote collectie oorlogsdocumentatie van de Tweede Wereldoorlog in beheer. Onlangs is de collectie gedigitaliseerd. Uniek materiaal als kaarten van de Atlantikwall of juist persoonlijke memoires wordt op de themasite WOII van het Noord-Hollands Archief uitgelicht. Naast de collectie WOII zijn verder interviews met oud-verzetsstrijders te beluisteren, filmpjes en afbeeldingen te bekijken, kranten te lezen en leestips te vinden over de regio.
Een nog niet genoemde grote collectie die eveneens in het Regionaal Archief Alkmaar te vinden is zijn de ongeveer 150 oorlogsaffiches en -pamfletten in het depot en gedigitaliseerd. CMO heeft uit die collecte 18 pamfletten eruit gelicht voor een lesbrief van twee lesuren voor de bovenbouw van het basisonderwijs in het kader van het project Erfgoed van de Oorlog in opdracht van het Ministerie van VWS.
Plan van aanpak
Verdeel de klas in groepjes van twee.
Lees de opdracht voor en beantwoord eventuele vragen van leerlingen.
Zorg dat binnen de groepjes het werk eerlijk wordt verdeeld.
Help leerlingen als ze moeilijke woorden niet begrijpen.
Bespreek op het eind van het lesuur de resultaten met de leerlingen.
Antwoorden op de vragen:
1) Als je kijkt naar de datum van de 18 pamfletten. wat valt je daarbij op? Zou je daar een verklaring voor kunnen bedenken?
1940: 1 pamflet van de 18
1941: 1 pamflet van de 18
1942: 2 pamfletten van de 18
1943: 3 pamfletten van de 18
1944: 9 pamfletten van de 18
1945 (vier maanden): 2 pamfletten van de 18
De 18 pamfletten (van de ongeveer 145 pamfletten in het Regionaal Archief) vormen geen respresentatieve steekproef, maar het is geen toeval dat meer dan de helft (11 van de 18 pamfletten in de periode september 1944-april 1945) verscheen, ná de landing in Normandië en alles in het laatste oorlogsjaar steeds nijpender werd.
2) Stel je gaat boodschappen doen. Welke drie stappen moest je doen voordat je met bloem of meel thuis zou kunnen komen?
Stap 1) Je moet ervoor zorgen dat je een (distributie)stamkaart hebt (genoemd op pamfletten 01, 06 en 17)
Stap 2) Met die stamkaart kun je bloemkaarten ophalen.
Stap 3) Met een bloemkaart kun je in de winkel bloem kopen.
Zie pamflet 01, maar ook pamflet 05, 06, 12, 15 en 17.
3) Wat moet je doen om een warme maaltijd te bereiden? In de oorlog werd dat steeds moeilijker. Waaruit blijkt dat?
Om een warme maaltijd te kunnen bereiden heb je water nodig voor in de pannen en gas om het eten te kunnen koken. Het gas ging op rantsoen (pamflet 03 en 09) en de watervoorziening werd beperkt (pamflet 18). Bovendien werden de levensmiddelen zelf gerantsoeneerd tot 1 kg. aardappelen per week (pamflet 15) en 1,75 liter melk per week (pamflet 17)
4) De Duitse bezetters vaardigden enkele waarschuwingen en oproepen uit, waarbij het niet verplicht was die maatregelen op te volgen. Noem er minstens drie.
a) Waarschuwing om niet te veel gas te gebruiken (pamflet 03), maar deze waarschuwing heeft ook een verplichtend karakter (want je kon bij controle gestraft worden met afsluiting).
b) Oproep om kinderen vanaf 1 jaar te laten inenten tegen difterie en roodvonk (pamflet 04)
c) Om spijsolie-verkoop vlot te doen verlopen werd je geadviseerd om bonnen thuis al af te knippen en olie in pannen en niet in flessen mee te nemen (pamflet 05)
d) Pas er op dat je bonnen niet worden gestolen (pamflet 06)
e) De beperking van gastoevoer had ook een waarschuwing voor gevaar door ontsnappend gas (dus sluit de kranen in de uren dat je ze niet gebruikt) (pamflet 09)
f) Wees zuining met water en graaf een gat voor closetdoorspoeling in je tuin (pamflet 18).
5) Schrijf minstens vijf maatregelen op die iedereen verplicht moest opvolgen en geef aan welke straffen er stonden op het niet na-leven van die maatregelen.
a) Verboden 's avonds na 08.30 uur op straat te zijn (pamflet 02) - geen straf op niet-naleving aangegeven.
b) Je moet vuurwapens e.d. inleveren (pamflet 07) - bij overtreding: zware straffen en zelfs de doodstraf is mogelijk.
c) Waarschuwing voor gasverbruik (pamflet 03); wie bij controle meer gas verbruikt boven het rantsoen, wordt zonder pardon afgesloten.
d) Mannen tussen 18 en 50 jaar moeten hoofdverkeerswegen bewaken, aan te wijzen door de politie (pamflet 08) - bij sabotage kunnen willekeurige burgers worden standrechtelijk gevonnist (= gedood).
e) Mannen tussen 18 en 45 jaar moesten langs de 'dekkingsgaten' (open stukken straat) wachtdiensten houden, scherpe voorwerpen (als spijkers en gasscherven) van de straat halen en het verkeer waarschuwen voor obstakels op de weg (pamflet 11) - bij niet goed uitvoeren van deze taken konden de huizen in de as worden gelegd.
f) Wie zijn (heren)fiets niet inleverde (pamflet 13) werd dienoverkomstig gestraft.
g) Verboden om bomen en hout te vellen, te beschadigen of weg te nemen (pamflet 14) - als je betrapt werd, werd er op je geschoten.
h) Alle mannen van 17 tot 40 jaar moesten zich melden voor arbeidsinzet (pamflet 16) - als je je niet meldde en je betrapt werd, werden je bezittingen geconfisceerd en naar speciale arbeidskampen verzonden.
6) Welke maatregel hakt volgens jou er het hardste in op de gang van het dagelijks leven tijdens de Tweede Wereldoorlog?
Naar de mening van de leerlingen zelf. Een mooie opzet voor een klasdiscussie?
Kerndoelen
51 De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.
52 De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken: jagers en boeren; Grieken en Romeinen; monniken en ridders; steden en staten; ontdekkers en hervormers; regenten en vorsten; pruiken en revoluties; burgers en stoommachines; wereldoorlogen en holocaust; televisie en computer.
- De leerlingen hebben gezien waarom de bestuurders van Nederland tijdens de Duitse bezetting pamfletten gebruikten om boodschappen aan de burgers door te geven.
- De leerlingen hebben zich aan de hand van voorbeelden van pamfletten uit de bezettingstijd een beeld gevormdd van het dagelijks leven in Nederland in die tijd.
- De leerlingen kunnen aan de hand van die voorbeelden enkele veranderingen benoemen in het dagelijks leven in Nederland gedurende de bezettingstijd.
- De leerlingen kunnen uitleggen waarom de landsbestuurders na 1943 meer verschillende pamfletten lieten aanbrengen op openbare plaatsen dan tot en met 1943.
Wanneer is de opdracht goed afgerond?
Staan er geen taal- of spelfouten in de teksten?
Hebben de leerlingen goed samengewerkt en het werk goed verdeeld?
Hebben ze de antwoorden bij de bronnen 'Pamfletten 1-9 en 10-12' kunnen beantwoorden en daarbij een onderscheid weten te maken tussen pamfletten die verplicht opgevolgd moesten worden en pamfletten waarbij het niet verplicht was ze op te volgen?
Hebben de leerlingen een goed eigen oorlogspamflet ontworpen ?
Dan heb ze de opdracht prima uitgevoerd.