Tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië van 1942 tot 1945 en de oorlog rond de dekolonisatie van dit gebied tussen 1945 en 1949 zijn er vele honderden concentratiekampen geweest in dit gebied. Men noemt ze ‘Indische kampen’.
Deze kampen hadden met elkaar gemeen dat het niet prettig was om er in te wonen.. Maar verder waren er grote verschillen tussen deze kampen. Dat ontdekken de leerlingen als u deze les in de klas behandelt.
Plan van aanpak
Voor deze les trekt u twee uur uit. U laat de leerlingen de opdracht in de les in groepen van vier maken.
Voor u aan de les begint, print u zoveel exemplaren uit van het pdf-bestand 'Overzicht-leerlingen' als u groepen van vier kunt maken van de klas.
Een volledig overzicht vindt u als het pdf-bestand 'Overzicht-docent'.
De opdracht bestaat uit twee delen. Voor deel I trekt u 1 uur uit, voor deel II ½ uur.
Deel I
Binnen elke groep kiest iedere leerling een brontekst uit over een soort Indisch kamp om te lezen. Let erop dat in iedere groep alle vier de bronteksten over kampen gelezen worden.
Tijdens het lezen vullen de groepen de lege vakken in op hun exemplaar van het pdf-bestand. Het is de bedoeling dat iedere leerling de lege vakken invult naast de naam van het soort kamp waar zij/hij over leest.
Als iedereen hiermee klaar is, neemt u de ingevulde overzichtsbladen in en bespreekt u met de klas wat er op deze bladen is ingevuld.
Trek voor die bespreking een kwartier uit.
Deel II
U laat iedere groep een gedenktekst maken bij een van de vier in de bronnen beschreven soorten Indische kampen. Let er wel op dat ieder soort kamp tenminste éénmaal aan bod komt.
Als iedereen hiermee klaar is, neemt u de gedenkteksten in en beoordeelt ze.
Kerndoelen
51 De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.
52 De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken: jagers en boeren; Grieken en Romeinen; monniken en ridders; steden en staten; ontdekkers en hervormers; regenten en vorsten; pruiken en revoluties; burgers en stoommachines; wereldoorlogen en holocaust; televisie en computer.