Na het bombardement laat kolonel Scharroo aan Duitse officieren weten dat Rotterdam zich overgeeft. Bij deze overgave is ook burgemeester Oud van Rotterdam (op de foto rechts) aanwezig. De officieren aanvaarden de overgave. Maar ze eisen van Oud dat die een proclamatie (bekendmaking) verspreidt onder de Rotterdamse burgers. In die proclamatie staat dat Oud door de Duitsers zal worden gespaard als de Nederlandse soldaten in Rotterdam niet meer tegen de Duitse invallers vechten. Ook moet het rustig blijven in de stad. In de proclamatie staat ook dat het geen zin meer heeft zich te verzetten tegen de Duitse bezetting van de stad. Ten slotte bevat de proclamatie een oproep aan burgers om voor zover mogelijk ‘aan zijn gewone werk [te] gaan’. Als niet aan al deze eisen wordt voldaan, zal Oud worden gedood.
De Duitse officieren eisen ook dat Oud erkent dat de Duitsers als vrienden zijn gekomen. Daar wil Oud niets van weten. Wel wordt er gemeld dat de Duitsers op bevel van hun commandant zich ‘welwillend’ moeten gedragen tegenover de Rotterdammers.
Omdat in de stad de stroom is uitgevallen, gaat de verspreiding van de proclamatie niet makkelijk. Om er voldoende exemplaren van te drukken kan alleen een handpers worden gebruikt. Dat gaat veel langzamer dan met een drukpers die op stroom loopt.