Toen gaandeweg duidelijk werd dat Duitsland de oorlog tegen de Sovjet-Unie, de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en de andere Geallieerden zou gaan verliezen en dat Duitsland door Geallieerde troepen zou worden bezet, besloot de Duitse regering zoveel mogelijk de sporen te wissen van de concentratiekampen die ze had ingericht. Anders zouden de oprukkende Geallieerden manschappen steeds meer kampen ontdekken.
Daartoe liet de regering de gevangenen die nog in de kampen waren, wegvoeren. Bewaakt door gewapende soldaten maakten de gevangenen lange tochten naar een ander kamp dat voorlopig nog geen kans liep door Geallieerde troepen te worden ontdekt, naar de kust van de Oostzee of zomaar ergens heen. Steeds was het de bedoeling dat zo weinig mogelijk gevangenen zo’n tocht overleefden. Daarom raakten deze gedwongen tochten bekend als ‘dodenmarsen’.
Deze les laat de getuigenis zien van een Nederlandse vrouw die een dodenmars heeft overleefd.
Plan van aanpak
Voor deze opdracht trekt u een uur uit. Na het lezen van de bron 'Buchenwald' en de bijbehorende video verdeelt u de klas in zeven groepen. Elke groep krijgt één etappe van de reis van Verstijlen toegewezen. De leerlingen maken bij hun video enkele tekeningen. Deze bundelt u tot een stripverhaal.
Beschrijving van de tocht van Madelon Verstijlen
Madelon Verstijlen, haar broer Erik en haar vriendin Guigui Daendels zaten gevangen in concentratiekamp Buchenwald. Op 9 april 1945 werden mannelijke gevangenen door gewapende SS’ers met honden weggevoerd uit het kamp. Ze werden gedwongen om mee te doen aan een dodenmars. Dat is een mars waarbij het de bedoeling is dat zoveel mogelijk deelnemers onderweg omkomen door uitputting, honger of ziekte. Ook uit concentratiekampen elders in Duitsland werden gevangenen weggevoerd en gedwongen om aan een dodenmars mee te doen.
De Duitse regering liet gevangenen van deze concentratiekampen wegvoeren omdat troepen uit de Sovjet-Unie vanuit het oosten steeds verder Duitsland binnentrokken en Amerikaanse troepen steeds verder vanuit het westen. Zo wilde de regering alle concentratiekampen doen verdwijnen voordat Amerikaanse of Sovjet-soldaten ze in handen kregen.
Op 14 april 1945 werden Verstijlen, Daendels en nog vijfduizend andere vrouwelijke gevangenen uit Buchenwald weggevoerd in een dodenmars. Onderweg zagen ze langs de weg talloze dode of stervende mannelijke gevangenen liggen die vijf dagen eerder uit Buchenwald waren weggevoerd.
Nadat Verstijlen met haar lotgenoten Oschatz was gepasseerd, wist ze samen met Daendelsi en zeven andere vrouwen te ontsnappen uit de dodenmars. Ze besloten samen naar het westen te trekken, de oprukkende Amerikaanse troepen tegemoet. Ze kregen hulp van Joegoslavische krijgsgevangenen die op een boerderij werkten. Ze mochten overnachten bij een Duitse boer, in een herberg en bij een graaf en gravin in hun kasteel. In dat kasteel waren ook Nederlandse kinderen ondergebracht wier ouders lid waren van de NSB. De graaf gaf de negen vrouwen midden in de nacht de raad om er snel vandoor te gaan omdat de Duitse politie een inval in het kasteel ging doen.
Tijdens de tocht door gebied dat nog niet door Amerikanen of Sovjet-soldaten was bezet moest Verstijlen bij elk dorp dat de groep aandeed toestemming vragen om door te reizen. Daarvoor moest ze naar een post van Duitse soldaten of naar de burgemeester van het dorp waar de groep was aangekomen. Ook raakte de groep verzeild in een bombardement door Amerikaanse vliegtuigen. De negen vrouwen hielden zich schuil terwijl de vliegtuigen overal om hen heen dood en verderf zaaiden.
De groep bereikte een snelstromende rivier die Mulde heet. Daar mocht Verstijlen onder toezicht van drie officieren een groep van twintig soldaten inspecteren die veertien of vijftien jaar oud waren. Ze mocht het doen omdat de officieren zich verveelden. Via een kapotte brug wist de groep de Mulde over te steken.
Aan de overkant werden de negen vrouwen beschoten door sluipschutters. Daarna werden ze opgepikt door twee Amerikaanse soldaten in een jeep. Ze kregen onderdak in een huis dat door Amerikaanse soldaten was gevorderd.
Na enige tijd mocht de groep mee met een trein die ontheemden uit Duitsland naar Parijs zou brengen. Die trein was geregeld door het Franse Rode Kruis. De negen vrouwen mochten samen in één coupé reizen. De trein reed langzaam en stopte veelvuldig, mede omdat veel spoorbruggen op de route van de trein kapot waren.
Verstijlen vond de reis te langzaam gaan en besloot op haar eentje te voet verder te reizen naar Nederland. Onderweg kreeg ze hulp en onderdak van Amerikaanse soldaten en van mensen die op het platteland woonden. Ze kreeg onder meer een paar schoenen waar ze goed op kon lopen.
Via Maastricht kwam ze Nederland binnen en werd ze op krenkende wijze gecontroleerd door de douane. Ze werd opgevangen en voor de nacht ondergebracht in een klooster vlakbin Maastricht. Daarna liep ze naar Nijmegen. Daar kreeg ze een lift tot in Den Haag, waar haar ouders woonden. Het was geen onverdeeld feestelijke hereniging. Haar moeder vertelde dat Erik was gestorven. Toch beklonken ze haar thuiskomst door met zijn drieën een fles champagne leeg te drinken. Het is dan halverwege augustus 1945. Over de hele tocht vanaf Buchenwald heeft Verstijlen vier maanden gedaan.
Kerndoelen
50 De leerlingen leren omgaan met kaart en atlas, beheersen de basistopografie van Nederland, Europa en de rest van de wereld en ontwikkelen een eigentijds, geografisch wereldbeeld.
51 De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.
52 De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken: jagers en boeren; Grieken en Romeinen; monniken en ridders; steden en staten; ontdekkers en hervormers; regenten en vorsten; pruiken en revoluties; burgers en stoommachines; wereldoorlogen en holocaust; televisie en computer.