Op 27 mei 1942 begint de beloofde reis naar Barcelona. Vanuit Toulouse reizen Grisnigt, Hoekman en bijna dertig andere Engelandvaarders met de trein via Perpignan naar Portbou. Daar brengen ze de macht door. De volgende dag reizen ze door naar Barcelona. In de haven van deze stad ligt de Cabo de Buena Esperanza klaar, een Spaans vrachtschip dat ook plaats biedt aan passagiers. Het schip zou via Curaçao naar Zuid-Amerika varen.
Grisnigt en Hoekman gaan aan boord van het schip en krijgen een plek in het tussenruim. Op 1 juni vaart het schip uit. Twee dagen later komt het bij Gibraltar aan. Daar wil Grisnigt aan land gaan. Maar het schip meert niet aan in de haven van Gibraltar. Wel mogen enkele Engelandvaarders van boord. Ze mogen meevaren met een Brits oorlogsschip dat in de haven van Gibraltar ligt. Grisnigt en andere Engelandvaarders mogen niet mee met het oorlogsschip. Van deze onfortuinlijke Engelandvaarders springen er twee van de Cabo de Buena Esperanza af om naar het oorlogsschip te zwemmen. Die hopen te worden opgepikt door bemanningsleden van dat schip. Maar het schip vaart snel weg en de twee Engelandvaarders verdwijnen spoorloos. Later hoort Grisnigt dat ze verdronken zijn.
Grisnigt vaart op de Cabo de Buena Esperanza door naar Cadiz en dan naar Lissabon. Daar mag hij wel van boord. Eindelijk is hij in een land dat niet meedoet aan de Tweede Wereldoorlog. Dat viert hij met zijn reisgenoten.
Daarna reist hij met de Cabo de Buena Esperanza naar Trinidad. Daar wordt hij voor het eerst door Engelse officieren verhoord. Alle Engelandvaarders worden door Engelse officieren opgevangen en verhoord voordat ze door mogen reizen.
Van Trinidad vaart Grisnigt door naar Curaçao. Daar moet hij blijven om voor de marine te werken, als klerk. Een onderwijsinspecteur raadt hem aan om de Handelsschool in Curaçao af te maken. Maar hij wil samen met Hoekman verder reizen naar Groot-Brittannië. Dat vindt de marine goed. Op 21 augustus monstert Grisnigt als matroos aan op de Rotterdam, een tanker van Shell. Drie dagen later vaart de tanker uit en voegt zich bij een konvooi van schepen dat naar Amerika gaat. Vrachtschepen varen in konvooien om zich tegen aanvallen van Duitse onderzeeërs te beschermen. Hoekman blijft achter in Curaçao en gaat later met een ander schip naar New York.