Klim naar de vrijheid - bron: belgië en bezet frankrijk

 
De reis begint voorspoedig. Bij Baarle-Nassau steken Grisnigt en Van Delft ongezien de grens met België over. Ze brengen de eerste nacht van hun reis buiten door. Ze fietsen door België naar Waveren aan de Franse grens. Daar logeren ze bij een boer. De volgende dag weten ze ongezien de Franse grens over te steken. Van daaruit fietsen ze naar het zuiden over rechte wegen waar geen eind aan lijk te komen. De tocht duurt dagen en Grisnigt en Van Delft overnachten bij boeren of slapen in een hooiberg.

In die tijd is het noorden van Frankrijk door de Duitsers bezet, het overige deel niet. Daartussenin loopt een zwaarbewaakte grens. Dat weten Grisnigt en Van Delft maar al te goed. Maar nu pas komen ze erachter dat er ten noorden van die grens nog een andere grens door Frankrijk loopt. Die grens loopt van de rivier de Aisne en de rivier de Saône. Als ze aan de grens een brug overgaan, worden ze door Duitse bewakers aangehouden. Ze maken de bewakers wijs dat ze naar het noorden willen rijden, maar de weg niet goed weten en honger hebben. De bewakers geven hen te eten en een kaart van Frankrijk en laten hen gaan. Met die kaart kunnen ze hun route uitstippelen naar de grens met niet-bezet Frankrijk.

demorcatielijn

Maar eerst moesten ze de linie tussen de Aisne en de Saône over. Een boer die in de buurt woont, wijst een plek aan waar ze dat kunnen doen. Het is een bos waar echter ook veel schrikkeldraad is. Een boer brengt de fietsen van Grisnigt en Van Delft verborgen in een kar over de linie. De reizigers lopen door het bos. Ze hebben geen last van schrikkeldraad.

In Savières raken ze door hun geld heen. Ze verkopen hun fietsen en kopen treinkaartjes voor een reis naar Troyes. Dat ligt ten noorden van de grens tussen bezet en niet-bezet Frankrijk. Bij deze grens waarschuwen plattelandsbewoners hen voor landmijnen die langs de grens zijn gelegd. Ze zouden de grens alleen veilig over kunnen als een gids hen een plek wijst waar geen landmijnen liggen. Toch weten Grisnigt en Van Delft zonder hulp de grens heelhuids over te komen. Er zijn namelijk weilanden langs de grens waar koeien rondlopen of waar boeren aan het werk zijn. Daar kunnen dus geen landmijnen liggen. Grisnigt en Van Delft weten een van die weilanden te vinden en steken daar veilig de grens over.

 

verwante lessen

Login Form