Tijdens de bezettingsjaren vluchtten ongeveer 1700 Nederlanders naar Groot-Brittannië. Ze werden en worden nog steeds Engelandvaarders genoemd. Van daar uit wilden ze vechten tegen het Duitsland van Hitler. Sommige Engelandvaarders reisden via België, Frankrijk, Zwitserland en Spanje naar Engeland. Ze kregen daarbij hulp van de families Van Niftrik en Van Tricht. Leden van die families gaven hen vervalste reispapieren, nuttige reisadviezen en begeleiding onderweg van contactpersonen. Daarom kreeg de vluchtroute via België, enzovoort de naam Ontsnappingslijn Van Niftrik-Van Tricht.
Als Duitse soldaten op 10 mei 1940 Nederland binnenvallen, woont Bram Grisnigt (rechts) in Den Haag. Hij zit op de Handelsschool in Den Haag en is 17 jaar oud. Rond Pasen 1941 besluit hij om samen met zijn vriend Dick van Delft te vluchten. Hij wil naar Marseille en vandaar uit naar Nederlands-Indië.
Van de Ontsnappingslijn Van Niftrik-Van Tricht weten hij en Van Delft niets. Ze kennen niemand die de route al heeft gevolgd. Ze hebben geen geldig paspoort. Ze weten niet dat ze hulp kunnen krijgen van mensen die vluchtelingen ongezien over een landsgrens helpen glippen. Kortom: ze zijn slecht voorbereid als ze op 28 mei 1941 de reis aanvangen.