Hongertochten - bron: dag 5

 
"De onderwijzeressen hadden een handkar en ze boden ons aan om als we aardappels kochten, de zakken op hun kar te laden en om beurten te duwen.

terugreis

Mijn moeder had een andere oplossing. Als we een schipper konden vinden die naar Amsterdam voer dan konden we hem de aardappels meegeven en dan konden wij op de fiets naar huis. 

De boer gaf ons een adres waar we aardappels konden kopen en hij wist ook een schipper die op Amsterdam voer. Eerst dan maar de aardappels gekocht. We kochten zoveel als in de jute zakken ging en liepen met ieder een zak tussen het frame van de fiets weer terug naar de boerderij.

Onderweg kwamen we een boerenarbeider tegen. Hij maakte een praatje met ons en zo kwamen we er achter dat hij op de Dam in Amsterdam aan de bestrating had gewerkt. Hij nodigde ons uit bij hem thuis te komen eten, “want bij die boer waar jullie zijn krijgen jullie toch niets. Die is zo gierig”, zei hij. We konden dan ook blijven slapen. Nou, dat was wel fijn vonden wij.
Hij woonde in Zuidwolde, ongeveer tien kilometer van Dedemsvaart. Het was nu zaterdag en we zouden zondagavond naar Zuidwolde komen en de volgende dag van daaruit weer naar huis rijden. Toen we met de aardappels aankwamen bij de boerderij waar we nog een nacht zouden slapen. (…)

Nadat we thuisgekomen waren, kregen we ongeveer een week later een briefkaart van de schipper dat hij in de haven lag en dat we onze aardappels konden afhalen."

 

verwante lessen

Login Form