De Jodenvervolging door de Nazi's in Duitsland begon al ruim voor de Tweede Wereldoorlog. Al in 1935 werden er wetten aangenomen waarmee de Joden het leven zuur werd gemaakt. Het werd erger toen de oorlog uitbrak en grote delen van Europa door nazi-Duitsland werden bezet. De Duitsers besloten zelfs in 1941 of begin 1942 om alle Joden in Europa te vermoorden. Dat was hun oplossing van hun 'jodenprobleem'. Ze noemden het de 'Endlösung', de definitieve oplossing. Op verschillende plekken werden concentratiekampen gebouwd en vanuit alle bezette gebieden werden joden naar die kampen gebracht. De meesten werden er in de gaskamers vermoord. Zo'n 60% van alle Europese joden is daar omgekomen.
De openingspoort van het werk- en vernietigingskamp Auschwitz toont de spreuk: Arbeit Macht Frei (=Arbeid maakt je vrij).
In werkelijkheid is er niet één gevangene door (hard) te werken ooit door de Duitsers vrijgelaten.
Jullie gaan antwoord geven op de vraag: Waar werden de meeste joden in Europa vermoord en waarom juist daar?
Het antwoord kun je achterhalen door gegevens in de beschikbare bronnen slim met elkaar te verbinden.
Let op: Er zijn meer redenen te bedenken waarom de Duitsers juist die plek in Europa kozen voor hun 'definitieve oplossing'.
Jullie werken in tweetallen en je hebt een uur voor de opdracht.
Lees 'Bron: Concentratiekampen' en 'Bron: Aantallen slachtoffers'.
Geef antwoord op de volgende vragen:
- Wat zijn concentratiekampen?
- Welke drie soorten concentratiekampen waren er in Europa tijdens de Tweede Wereldoorlog?
- Welke van die drie soorten concentratiekampen lag bijna alleen in één bepaald Europees land?
- Welk land was dat?
- Waarom was het juist dat land (daar zijn twee redenen voor geweest)?
- Kun je nu verklaren waarom in deze kampen de meeste joden werden vermoord terwijl in veel meer kampen joden opgesloten zijn geweest?
Schrijf een kort artikel (hooguit ½ A4-tje) voor de schoolkrant of als Facebookpagina waarin je de antwoorden op deze vragen geeft. Bedenk er een titel bij die duidelijk maakt waar het over gaat.
Een concentratiekamp is een kamp waar mensen, meestal onder militaire dwang, bijeengebracht worden. Er waren in de Tweede Wereldoorlog meer dan 1600 concentratiekampen, verspreid over heel Europa.
De term 'concentratiekamp' is een verzamelnaam. Deze kampen waren niet allemaal hetzelfde en ze hadden verschillende functies. We noemen de drie belangrijkste functies:
1) Verzamel- en doorgangskamp
De naam zegt het al: hier werden mensen bij elkaar gebracht en daarna doorgestuurd naar andere kampen. Kamp Westerbork in Drenthe was echt een verzamel- en doorgangskamp: in dit kamp kwamen meer dan 100.000 Nederlandse joden terecht; ze werden een tijdje vastgehouden totdat ze werden doorgestuurd naar andere kampen, zoals Auschwitz of Dachau. In dit kamp is Anne Frank vastgezet, totdat ze met een trein naar Auschwitz en later naar Belsen-Bergen werd gebracht.
Kamp Westerbork
2) Werkkamp
Ook die naam zegt duidelijk wat mensen er hier moesten doen: werken. In de kampen moesten vooral joodse gevangen werk verrichten voor de Duitsers onder slechte omstandigheden. Er waren in Nederland tientallen werkkampen. Deze werkkampen lagen voornamelijk in de provincies Drenthe, Overijssel, Gelderland en Groningen. De bekendste is werkkamp Herzugenbusch in Vugt.
Kamp Herzogenbusch
3) Vernietigingskamp
Vernietigingskampen hadden als doel om zo snel mogelijk mensen te vermoorden. Bij het vermoorden van mensen werd in de Tweede Wereldoorlog gebruikt gemaakt van gifgas. De vernietigingskampen werden daarom soms ook wel gaskampen genoemd.
De toegang tot Auschwitz-Birkenau
De meeste slachtoffers vielen in de vernietigingskampen. We onderscheiden twee groepen: Joden en niet-Joden:
Met 'Percentage' in de tabel hierboven, verwijzen naar het aantal Joodse inwoners van een land dat door de Nazi's is omgebracht. In Nederland woonden er toen ruim 140.000 Joden en 71% van hen, zo'n 102.000, is door de Nazi's omgebracht.
In totaal zijn er zo'n 6 miljoen Joden in de Tweede Wereldoorlog vermoord.
Onder de niet-Joden vallen gehandicapten en geesteszieken, homoseksuelen, Jehova's getuigen, politieke tegenstanders, de Slavische volkeren, vrijmetselaars en zigeuners.
Hun aantal wordt tussen de 5 en 11 mijoen geschat.
In 1944 was bijna heel Europa onderdeel van de As-landen, geannexeerd of bezet door de As-landen.
De term 'as' is bedacht door de Italiaanse dictator Benito Mussolini in november 1936. Hij sprak toen over een as Rome-Berlijn nadat Italië en Duitsland een vriendschappelijk verdrag hadden getekend. Samen met het door Duitsland geannexeerde Oostenrijk in 1938 vormden zij een as door Europa.
Diverse (delen van) landen werden 'geannexeerd' door de As-landen, of om het wat simpeler te zeggen: werden overgenomen of opgeslokt door een van de As-landen. Grote delen van Polen werden onderdeel van Duitsland en delen van Frankrijk en Slovenië werden deel van Italië.
Andere (delen van) landen bleven apart bestaan, maar werden bezet, zoals Nederland en België.
Vijf landen in Europa zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog neutraal gebleven (Portugal, Spanje, Zwitserland, Zweden en Turkije).
De andere landen in Europa waren in oorlog met de As-landen: Groot-Brittannië, Ierland, IJsland en de Sovjet-Unie (dat deels door de Duitsers bezet was). Deze Europese landen vormden samen met Amerika en Canada de Geallieerden.
Aan de kaart hieronder kun je verschillende dingen afleiden. Zoals: waar liggen de vernietigingskampen? (herkenbaar aan het symbool hieronder:
De grijze lijnen op de kaart hierboven staan voor de routes van waaruit mensen vanuit de verzamel- en doorgangskampen naar de vernietingskampen getransporteerd werden. Dat vond met treinen plaats. Toen de Nazi’s besloten om alle joden in Europa te vermoorden, waren alle landen op het Europese vasteland met spoorlijnen aan elkaar verbonden. Je kon bijvoorbeeld met de trein van Amsterdam naar Parijs reizen via Brussel of via Wenen naar Istanbul. Voor de Nazi’s kwam het voor het uitvoeren van hun plan om alle Joden te vermoorden goed uit.
Deze les is gemaakt in door het Centrum voor Mondiaal Onderwijs in opdracht van het Erfgoedproject van het Ministerie van VWS.
Daarbij is gebruikt gemaakt van kaarten, tabellen, afbeeldingen en teksten van Wikipedia.
In deze les gaan leerlingen na waarom werkkampen en doorgangskampen tijdens de Tweede Wereldoorlog her en der verspreid lagen in het deel van Europa dat door Duitsland was bezet en vernietigingskampen waar de Nazi’s de massamoord op Europese joden pleegden bijna allemaal in Polen. Tevens zien de leerlingen waarom juist in deze kampen de meeste joden zijn omgekomen.
Plan van aanpak
Voor deze les trekt u 1 uur uit. U laat de leerlingen in tweetalen werken aan de opdracht in de les.
Het is de bedoeling dat elk tweetal een artikel van hooguit ½ A4-tje schrijft dat in de schoolkrant geplaatst kan worden of online als Facebookpagina voorzien van een titel die de inhoud van het artikel duidelijk weergeeft..
Als iedereen hiermee klaar is, kijkt u de artikelen na.
Uitwerking
Er waren meer dan 60 concentratiekampen, maar 7 daarvan waren een vernietigingskamp. De vernietigingskampen waar joden massaal zijn vermoord (en ook veel andere mensen) lagen op een na allemaal in Polen omdat:
- Polen zelf de grootste joodse gemeenschap had van elle landen die bezet waren en andere landen met een grote joodse gemeenschap er niet ver vandaan lagen.
- Polen per trein goed bereikbaar was vanaf de rest van het vasteland van Europa.
- Polen en het oosten van Duitsland centraal lagen in het deel van Europa dat in 1942 door Duitsland was bezet.
Hier zij wel opgemerkt dat de Sovjet-Unie in 1940 na Polen het land was met de grootste joodse bevolkingsgroep, maar dat er van die joden maar weinigen naar concentratiekampen zijn afgevoerd. Dat kwam omdat maar een deel van het land door Duitse troepen bezet is geweest en op sommige plaatsen maar voor korte tijd. Wel gingen er tijdens veldtochten van Duitse soldaten in de Sovjet-Unie speciale eenheden mee die belast waren met het oppakken en vermoorden van joden. Dat deden die eenheden telkens als Duitse troepen een dorp of stad hadden veroverd op het leger van de Sovjet-Unie. Op die manier is een groot deel van de joodse bevolkingsgroep in de Sovjet-Unie omgekomen.
Kerndoelen
50 De leerlingen leren omgaan met kaart en atlas, beheersen de basistopografie van Nederland, Europa en de rest van de wereld en ontwikkelen een eigentijds geografisch wereldbeeld.
52 De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken: jagers en boeren; Grieken en Romeinen; monniken en ridders; steden en staten; ontdekkers en hervormers; regenten en vorsten; pruiken en revoluties; burgers en stoommachines; wereldoorlogen en holocaust; televisie en computer.
- De leerlingen hebben gezien wat een concentratiekamp is.
- De leerlingen kennen het onderscheid tussen drie soorten concentratiekampen: doorgangskampen, werkkampen en vernietigingskampen.
- De leerlingen kunnen twee redenen geven waarom vernietigingskampen waar de massamoord op Europese joden plaatsvond, bijna allemaal in Polen lagen.
- De leerlingen kunnen verklaren waarom juist in deze kampen de meeste joden waren omgebracht.
De leerlingen hebben de opdracht in de les goed gemaakt als:
- ze alle vragen in Dit ga je doen correct hebben beantwoord;
- hiermee blijk hebben gegeven van geografisch inzicht in hoe de Nazi’s in staat zijn geweest om op zo’n grote schaal mensen om te brengen in de periode 1942-1945, en
- het artikel in goed Nederlands is geschreven.