Op 1 januari 2019 voer het schip in oostelijke richting over de Noordzee, vlak langs de Waddeneilanden. Daar woedde op dat moment een storm die de golven hoog opzweepten. Door die golven sloegen 342 containers overboord en zonken. Van die containers barstten sommige open waardoor spullen die erin zaten wegdreven of op de zeebodem kwamen te liggen. In de dagen en weken na de ramp spoelden van die spullen aan op de noordelijke stranden van de Waddeneilanden. Vooral op Schiermonnikoog raakten de stranden bezaaid met spullen uit de kapotte containers. Mensen gingen de stranden op om zoveel mogelijk van spullen op te rapen en te verzamelen.
Ook spoelden op Schiermonnikoog miljoenen plastic korrels uit kapotte containers aan. Die korrels zijn slecht voor dieren. Die krijgen de korrels binnen met het eten en kunnen er ziek van worden. De vereniging Natuurmonumenten liet uitzoeken op welke plekken je de meeste korrels kunt vinden. Op die plekken is het dan het meest ge makkelijk om de korrels op te ruimen. Het was een monnikenwerk die pas in november 2019 klaar was. Pas toen kon men korrels gaan opruimen.
Het opruimen van de spullen die op stranden waren aangespoeld kostte de vijf eilandgemeentes van het Waddengebied, natuurbeschermers en het Rijk handenvol geld. Daarom stelde de Nederlandse Staat de rederijk aansprakelijk voor die kosten. In mei 2019 dienden de eilandgemeenten, natuurbeschermers en het Rijk schadeclaims in bij de rederij. Op 26 juni 2019 besloot de rederij die claims uit te betalen. Bij elkaar betaalde de rederij 3,35 miljoen euro uit.