1963 - Hongersnood - voor de docent: info


Op 8 oktober 2020 kreeg het Wereldvoedselprogramma WFP de Nobelprijs voor de Vrede voor haar inspanningen om voedselschaarste en hongersnood te bestrijden.  Het Noorse Nobelcomité, dat deze prijs elk jaar toekent aan een of meer personen of een organisatie, wilde hiermee onderstrepen dat honger leidt tot oorlog en dat oorlog leidt tot honger.

Deze les laat leerlingen zien hoe dit wederzijdse verband tussen oorlog en honger al gelegd werd, toen het Handvest van de Verenigde Naties werd opgesteld en in 1945 werd aangenomen. De les laat ook zien waarom het WFP werd opgericht en nog steeds actief is.

Plan van aanpak:
Voor deze les trekt 1 uur uit. Eerst laat u de leerlingen de video zien’ en laat u ze de twee tekstbronnen in de les individueel lezen. Trek er de helft van de tijd voor uit.

Daarna laat u de leerlingen twee groepen vormen voor een activiteit waar u de andere tijd voor uittrekt.

De ene groep maakt een ontwerp voor een reclamespot in beeld en geluid voor het WFP van ten hoogste 1 minuut, waarin de groep laat zien waarom het WFP is opgericht en wat ze doet.

De andere groep maakt voor het WFP een ontwerp voor een webpagina met tips om verantwoord om te gaan met het voedsel dat je dagelijks koopt en eet. Het WFP zou het op prijs stellen als mensen proberen om zo weinig mogelijk eten weg te gooien omdat verspilling van voedsel en bederf twee redenen zijn waarom niet iedereen voldoende voedsel ter beschikking heeft. Deze tips kunnen er aan bijdragen om oorlogen te voorkomen.

Eindtermen voor HAVO:
Domein A: Historisch besef
2. De kandidaat kan de volgende tijdvakken met bijbehorende tijdsgrenzen in chronologische volgorde noemen en als referentiekader gebruiken:
- tijdvak 10: tijd van televisie en computer (vanaf 1950) / tweede helft 20e eeuw.

Domein B: Oriëntatiekennis
8. De kandidaat kan voor elk van de tien tijdvakken die genoemd zijn in eindterm 2.
- de kenmerkende aspecten voor ieder tijdvak noemen;
- bij elk kenmerkend aspect van een tijdvak een passend voorbeeld geven van een gebeurtenis, ontwikkeling, verschijnsel of handeling dan wel gedachtegang van een persoon en dit voorbeeld gebruiken om het betreffende aspect te verduidelijken;
- uitleggen hoe kennis van het betreffende tijdvak de oriëntatie op de hedendaagse werkelijkheid beïnvloedt;

Eindtermen voor VWO:
Domein A: Historisch besef
2. De kandidaat kan de volgende tijdvakken met bijbehorende tijdsgrenzen in chronologische volgorde noemen en als referentiekader gebruiken:
- tijdvak 10: tijd van televisie en computer (vanaf 1950) / tweede helft 20e eeuw.

Domein B: Oriëntatiekennis
8. De kandidaat kan voor elk van de tien tijdvakken die genoemd zijn in eindterm 2.
- de kenmerkende aspecten voor ieder tijdvak noemen;
- bij elk kenmerkend aspect van een tijdvak een passend voorbeeld geven van een gebeurtenis, ontwikkeling, verschijnsel of handeling dan wel gedachtegang van een persoon en dit voorbeeld gebruiken om het betreffende aspect te verduidelijken;
- uitleggen hoe kennis van het betreffende tijdvak de oriëntatie op de hedendaagse werkelijkheid beïnvloedt;
- uitleggen dat de betekenis die aan tijdvakken wordt toegekend mede afhangt van de tijd, plaats en omstandigheden waarin mensen zich met het verleden bezighouden.

 

verwante lessen

Login Form